Kitabı oku: «Eens gejaagd», sayfa 3

Yazı tipi:

HOOFDSTUK VIJF

Riley’s bezorgdheid steeg toen ze het gebouw van de Behavioral Analysis Unit binnenliep. Toen ze Brent Merediths kantoor binnenkwam, zat haar baas aan zijn bureau op haar te wachten. Meredith, een grote man met hoekige, Afro-Amerikaanse gelaatstrekken, was altijd een indrukwekkende aanwezigheid. Op het moment zag hij er ook bezorgd uit.

Bill was er ook. Riley kon aan zijn gezichtsuitdrukking zien dat hij nog niet wist waar deze vergadering over ging.

“Ga zitten, Agent Paige,” zei Meredith.

Riley ging in een lege stoel zitten.

“Sorry dat ik je feestdagen onderbreek,” zei Meredith tegen Riley. “Het is even geleden dat we elkaar spraken. Hoe is het met je?”

Riley was verrast. Het was niks voor Meredith om een vergadering zo te beginnen; met een spijtbetuiging en een vraag naar haar welzijn. Normaal gesproken viel hij meteen met de deur in huis. Hij wist natuurlijk dat ze met verlof was door de crisis met April. Riley begreep dat Meredith zich oprecht zorgen maakte. Alsnog vond ze dit vreemd.

“Het gaat beter, dank je,” zei ze.

“En je dochter?” vroeg Meredith.

“Ze is goed aan het herstellen, bedankt voor het vragen,” zei Riley.

Meredith staarde haar even in stilte aan.

“Ik hoop dat je klaar bent om weer aan het werk te gaan,” zei Meredith. “Want je bent nog nooit zó hard nodig geweest op een zaak, als op deze.”

Riley’s verbeelding ging op vrije loop terwijl ze wachtte op uitleg.

Eindelijk zei Meredith, “Shane Hatcher is ontsnapt uit de Penitentiaire Inrichting Sing Sing.”

De woorden kwamen als donderslag bij heldere hemel. Riley was blij dat ze op een stoel zat.

“Mijn god,” zei Bill, die net zo overdonderd leek.

Riley kende Shane Hatcher goed – veel beter dan ze zou willen. Hij had levenslang zonder kans op voortijdige vrijlating en zat al tientallen jaren in de gevangenis. Tijdens zijn tijd in de gevangenis was hij een expert op het gebied van criminologie geworden. Hij had artikelen in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd en had zelfs lesgegeven op de academie van de gevangenis. Riley had hem al een paar keer opgezocht in Sing Sing voor advies over zaken waar ze aan werkte.

Haar visites waren altijd aangrijpend geweest. Hatcher leek een soort speciale affiniteit te hebben met haar. En Riley wist dat ze diep vanbinnen meer door hem gefascineerd werd dan goed voor haar was. Het was waarschijnlijk de meest intelligente man die ze ooit ontmoet had – en waarschijnlijk ook de meest gevaarlijke.

Ze had na ieder bezoek gezworen dat ze nooit meer terug zou komen. Ze kon zich maar al te goed de laatste keer dat ze wegging uit Sing Sing herinneren.

“Ik kom hier niet meer terug om je weer te zien,” had ze tegen hem gezegd.

“Wellicht is dat ook niet nodig,” had hij geantwoord.

Terugkijkend leken de woorden zorgwekkend veel op een soort voorkennis.

“Hoe is hij ontsnapt?” vroeg Riley aan Meredith.

“Ik heb niet veel details,” zei Meredith. “Maar zoals je vast wel weet, bracht hij veel tijd door in de bibliotheek van de gevangenis, en werkte hij daar ook vaak als assistent. Hij was er gisteren toen er een nieuwe lading boeken geleverd werd. Hij moet weggeglipt zijn op de vrachtwagen die de boeken bracht. Gisteravond laat, zo rond de tijd dat de bewakers doorhadden dat hij verdwenen was, werd de vrachtwagen leeg gevonden op een paar kilometer afstand van Ossining. Er was geen spoor van de bestuurder.”

Meredith viel weer stil. Riley geloofde maar al te goed dat Hatcher zo’n gedurfde ontsnappingspoging had gewaagd. Wat de bestuurder betreft, dacht Riley eigenlijk liever niet aan wat er met hem gebeurd kon zijn.

Meredith leunde over zijn bureau naar Riley.

“Agent Paige, jij kent Hatcher beter dan wie dan ook. Wat kun je ons over hem vertellen?”

Riley, nog steeds duizelig van het nieuws, ademde diep in.

Ze zei, “Hatcher was in zijn jeugd een bendelid in Syracuse. Hij was ongewoon wreed, zelfs voor een geharde crimineel. Hij werd ‘Shane the Chain’ genoemd omdat hij leden van rivaliserende bendes doodsloeg met kettingen.”

Riley pauzeerde even en dacht terug aan wat Shane haar verteld had.

“Een wijkagent maakte het zijn persoonlijke missie om Hatcher te pakken. Hatcher nam wraak door hem tot een onherkenbare moes te slaan met sneeuwkettingen. Hij liet zijn verminkte lijk achter op zijn veranda, zodat zijn eigen gezin hem zou vinden. Dat is wanneer Hatcher gepakt werd. Hij zit nu dertig jaar in de gevangenis. Het was de bedoeling dat hij nooit vrij zou komen.”

Er viel nog een stilte.

“Hij is nu vijfenvijftig,” zei Meredith. “Ik denk dat hij na dertig jaar in de gevangenis niet meer zo gevaarlijk is als hij was toen hij jong was.”

Riley schudde haar hoofd.

“Je hebt het mis,” zei ze. “Toentertijd was hij slechts een onnozele schoft. Hij had geen idee waar hij toe in staat was. Maar hij heeft door de jaren heen veel kennis vergaard. Hij weet dat hij een genie is. En hij heeft nooit oprechte spijt getoond. O, hij heeft met de jaren geleerd hoe hij een perfecte façade op kan houden. En hij heeft zichzelf gedragen in de gevangenis – ook al verkort het zijn straf niet, hij krijgt er wel privileges voor. Maar ik weet zeker dat hij wreder en gevaarlijker is dan ooit.”

Riley dacht even na. Iets zat haar dwars. Maar ze kon er net niet bij komen wat dat was.

“Weet iemand waarom?” vroeg ze.

“Waarom wat?” zei Bill.

“Waarom hij ontsnapt is.”

Bill en Meredith keken elkaar verbaasd aan.

“Waarom ontsnappen mensen uit de gevangenis?” vroeg Bill.

Riley begreep nu hoe vreemd haar vraag klonk. Ze dacht aan die ene keer dat Bill met haar mee naar Hatcher gegaan was.

“Bill, jij hebt hem ontmoet,” zei ze. “Leek hij ontevreden? Rusteloos?”

Bill dacht fronsend na.

“Nee, hij leek eerder...”

Hij maakte zijn zin niet af.

“Bijna voldaan, misschien?” maakte Riley zijn gedachte af. “De gevangenis leek wel bij hem te passen. Ik heb nooit het gevoel gekregen dat hij überhaupt vrijheid wilde. Hij heeft iets ‘Zens’ over zich, hij is nergens in het leven echt aan gehecht. Voor zover ik weet heeft hij geen verlangens. Vrijheid heeft hem niks te bieden. En nu is hij op de vlucht, wordt hij gezocht. Dus waarom besloot hij te ontsnappen? En waarom nu?”

Meredith trommelde met zijn vingers op zijn bureau.

“Hoe ben je vorige keer dat je hem zag vertrokken?” vroeg hij. “Zijn jullie op goede voet uit elkaar gegaan?”

Riley onderdrukte maar net een wrange glimlach.

“We gaan nooit op goede voet uit elkaar,” zei ze.

Na een korte pauze, voegde ze toe, “Ik snap wat je bedoelt. Je vraagt je af of ik misschien zijn doelwit ben.”

“Is dat mogelijk?” vroeg Bill.

Riley gaf geen antwoord. Ze dacht weer terug aan wat Hatcher tegen haar gezegd had, toen ze hem zei dat ze niet terug zou komen om hem te zien.

“Wellicht is dat ook niet nodig.”

Was het een dreigement geweest? Riley wist het niet.

Meredith zei, “Agent Paige, ik hoef je niet uit te leggen dat dit een hectische, prominente zaak gaat worden waar veel druk op staat. Op dit moment verspreidt deze informatie zich al als een lopend vuurtje naar de media. Ontsnappingen uit de gevangenis komen altijd groots in het nieuws. Soms zorgen ze zelfs voor algehele paniek. Wat hij ook van plan is, we moeten hem snel stoppen. Ik had echt gewild dat je eerste zaak als je terugkwam niet zo gevaarlijk en moeilijk zou zijn. Voel je je klaar? Voel je je ertoe in staat?”

Riley voelde een vreemde tinteling terwijl ze de vraag overdacht. Het was een gevoel dat ze maar zelden had gevoeld voordat ze een zaak aannam. Het duurde haar even om te beseffen dat het pure, onvervalste angst was.

Maar het was geen angst voor haar eigen veiligheid. Het was iets anders. Het was iets onbekends, iets irrationeels. Misschien was het het feit dat Hatcher haar zo goed kende. In haar ervaring wilden gevangen altijd iets terug in ruil voor informatie. Maar Hatcher had geen interesse in de standaard ruilmiddelen als sigaretten of whiskey. Zijn eigen voor wat, hoort wat was zowel simpel als zeer huiveringwekkend geweest.

Hij wilde dat ze dingen over zichzelf vertelde.

“Iets waarvan je niet wil dat anderen het weten,” had hij gezegd. “Iets waarvan je niet wil dat ook maar iemand het weet.”

Riley had hier, achteraf gezien misschien te gemakkelijk, mee ingestemd. Nu wist Hatcher van alles over haar; dat ze een onvolmaakte moeder was, dat ze haar vader haatte en niet naar zijn begrafenis was gegaan, dat er een seksuele aantrekkingskracht hing tussen haar en Bill, en dat ze soms, net als Hatcher zelf, plezier haalde uit geweld en moord.

Ze dacht terug aan wat hij had gezegd tijdens haar laatste bezoek.

“Ik ken je. Op sommige manieren ken ik je beter dan dat je jezelf kent.”

Was ze echt opgewassen tegen de scherpzinnigheid van zo’n man? Meredith zat daar en wachtte geduldig op antwoord op zijn vraag.

“Ik ben zo klaar als maar kan,” zei ze, terwijl ze probeerde om zelfverzekerder te klinken dan dat ze zich voelde.

“Mooi,” zei Meredith. “Hoe denk je dat we verder moeten?”

Riley dacht even na.

“Bill en ik moeten alle informatie over Shane Hatcher bestuderen die de FBI heeft,” zei ze.

Meredith knikte en zei, “Ik heb al tegen Sam Flores gezegd dat hij alles moet klaarzetten.”

*

Een paar minuten later zaten Riley, Bill en Meredith in de vergaderzaal van de BAU te kijken naar het enorme multimediascherm dat Sam Flores had klaargezet. Flores was een labtechnicus met een bril met zwart montuur.

“Ik denk dat ik alles heb wat jullie mogelijk zouden willen zien,” zei Flores. “Geboorteakte, arrestatiegegevens, rechtbankverslagen, alles.”

Riley zag dat het een indrukwekkende tentoonstelling was. En het liet zeker weten niets aan de verbeelding over. Er waren enkele gruwelijke foto’s van Shane Hatchers vermoorde slachtoffers, waaronder de verminkte agent die op zijn eigen veranda lag.

“Wat weten we over de agent die Hatcher vermoord heeft?” vroeg Bill.

Flores bracht enkele foto’s van een vriendelijk uitziende politieagent naar voren.

“Het is Agent Lucien Wayles, zesenveertig jaar oud toen hij overleed in 1986,” zei Flores. “Hij was getrouwd en had drie kinderen, had een Medaille voor Uitzonderlijke Moed, was geliefd en werd gerespecteerd. De FBI werkte samen met de plaatselijke politie en kreeg Hatcher een paar dagen na de moord op Wayles te pakken. Het is verbazingwekkend dat ze hem niet op dat moment zelf tot moes geslagen hadden.”

Terwijl ze het scherm bestudeerde, was Riley het meest getroffen door de foto’s van Hatcher zelf. Ze herkende hem amper. Alhoewel de man die ze kende intimiderend kon zijn, maakte hij toch een fatsoenlijke, zelfs geleerde indruk, met zijn leesbril die altijd op zijn neus stond. De jonge Afro-Amerikaan op de arrestatiefoto’s uit 1986 had een mager, hard gezicht en een wrede, lege blik. Riley kon bijna niet geloven dat dit dezelfde persoon was.

Ondanks de compleetheid en de mate van detail in de tentoonstelling, voelde Riley zich toch ontevreden. Ze dacht dat ze Shane Hatcher zo goed kende als wie dan ook. Maar ze kende deze Shane Hatcher niet, het wrede jonge bendelid genaamd “Shane the Chain.”

Ik moet hem leren kennen, dacht ze.

Anders maakte ze geen enkele kans om hem te pakken te krijgen.

Op een of andere manier had ze het gevoel dat het koele, digitale display tegen haar werkte. Ze had iets tastbaarders nodig; echte glimmende foto’s met vouwen en rafelige randjes, vergeelde en brosse verslagen en documenten.

Ze vroeg aan Flores, “Zou ik de originele documenten kunnen inzien?”

Flores snoof lichtelijk in ongeloof.

“Sorry, Agent Paige, maar dat is niet mogelijk. De FBI heeft alle papieren dossiers in 2014 versnipperd. Alles is nu gescand en gedigitaliseerd. Dat wat je nu ziet, is alles wat we hebben.”

Riley zuchtte teleurgesteld. Ja, ze kon zich de versnippering van die miljoenen papieren dossiers nog wel herinneren. Andere agenten hadden erover geklaagd, maar toentertijd had het haar niet echt een probleem geleken. Maar nu verlangde ze eerlijk gezegd naar wat ouderwetse tastbaarheid.

Op dit moment was het echter belangrijk om Hatchers volgende stap te achterhalen. Een idee kwam in haar op.

“Wie was de agent die Hatcher gearresteerd heeft?” vroeg ze. “Als hij nog in leven is, is hij vermoedelijk Hatchers eerste doelwit.”

“Het was geen plaatselijke agent,” zei Flores. “En het was geen ‘hij.’”

Hij bracht een oude foto van een vrouwelijke agent naar voren.

“Haar naam was Kelsey Sprigge. Ze was een FBI agent op het kantoor in Syracuse, was op dat moment vijfendertig. Ze is nu zeventig, met pensioen en woont in Searcy, een plaats vlakbij Syracuse.”

Riley was verbaasd dat Sprigge een vrouw was.

“Ze moet bij de FBI gegaan zijn...” begon Riley.

Flores maakte haar gedachte af.

“Ze kwam erbij in 1972, vlak na het overlijden van J. Edgar. Toen was het eindelijk ook voor vrouwen toegestaan om FBI agent te worden. Daarvoor was ze een plaatselijke politieagent.”

Riley was onder de indruk. Kelsey Sprigge had heel wat geschiedenis meegemaakt.

“Wat kun je me over haar vertellen?” vroeg Riley aan Flores.

“Ze is weduwe en heeft drie kinderen en drie kleinkinderen.”

“Bel het FBI-kantoor in Syracuse en zeg dat ze er alles aan moeten doen om Sprigge veilig te houden,” zei Riley. “Ze is ernstig in gevaar.”

Flores knikte.

Toen richtte ze zich op Meredith.

“Meneer, ik heb een vliegtuig nodig.”

“Waarom?” vroeg hij verward.

Ze ademde diep in.

“Shane is misschien onderweg naar Sprigge om haar te vermoorden,” zei ze. “En ik wil haar eerst zien.”

HOOFDSTUK ZES

Terwijl het FBI-vliegtuig landde op de landingsbaan van Syracuse Hancock International Airport, herinnerde Riley zich iets wat haar vader gisteren in haar droom had gezegd.

“Je bent niet nuttig voor anderen, tenzij ze dood zijn.”

Riley stond versteld van de ironie. Dit was misschien de eerste zaak die haar ooit was toegekend waar er nog niemand vermoord was.

Maar daar komt waarschijnlijk snel verandering in, dacht ze.

Ze maakte zich vooral zorgen om Kelsey Sprigge. Ze wilde de vrouw in levende lijve zien om te verzekeren dat het goed met haar ging. Vanaf dan zou het aan Riley en Bill zijn om dat ook zo te houden, en dat betekende dat ze Shane Hatcher moesten opsporen en hem terug naar de gevangenis moesten brengen.

Terwijl het vliegtuig naar de terminal taxiede, zag Riley dat ze een ware winterse wereld in waren gereisd. Alhoewel de landingsbaan vrijgemaakt was, was aan de enorme bergen sneeuw te zien hoeveel werk de ploegen onlangs verricht hadden.

Het was een flinke verandering in omgeving ten opzichte van Virginia. Een erg welkome verandering. Riley besefte nu in hoeverre ze een nieuwe uitdaging nodig had. Ze had Gabriela vanuit Quantico gebeld om uit te leggen dat ze onderweg was om aan een zaak te werken. Gabriela was blij voor haar geweest en had haar verzekerd dat ze voor April zou zorgen.

Toen het vliegtuig tot stilstand kwam, pakten Riley en Bill hun spullen en klommen ze de trap af, het ijzige asfalt op. De voelde de kou in haar gezicht slaan, en was blij dat ze een dikke jas met muts had gekregen in Quantico.

Twee mannen kwamen op ze afsnellen en stelden zichzelf voor als Agenten McGill en Newton van het FBI-kantoor in Syracuse.

“We zijn hier op jullie op welke manier dan ook bij te staan,” zei McGill tegen Bill en Riley terwijl ze met zijn allen de terminal in haastten.

Riley stelde de eerste vraag die in haar opkwam.

“Hebben jullie mensen die op Kelsey Sprigge letten? Weten jullie zeker dat ze veilig is?”

“Er zijn wat plaatselijke agenten gepost voor haar huis in Searcy,” zei Newton. “We weten zeker dat het prima met haar gaat.”

Riley wilde dat ze zich net zo zeker kon voelen.

Bill zei, “Oké dan. Op dit moment hebben we gewoon iets nodig om naar Searcy te rijden.”

McGill zei, “Searcy is niet ver van Syracuse en de wegen zijn sneeuwvrij. We hebben een SUV voor jullie meegenomen, maar.. eh, zijn jullie gewend om te rijden door de noordelijke winters?”

“Syracuse wint ieder jaar de Gouden Sneeuwbal,” voegde Newton toe met een soort dwaze trots.

“Gouden Sneeuwbal?” vroeg Riley.

“Dat is de prijs die de staat van New York uitreikt voor de meeste sneeuw,” zei McGill. “We zijn kampioen. En we hebben een trofee om het te bewijzen.”

“Misschien moet een van ons jullie erheen rijden,” zei Newton.

Bill grinnikte. “Bedankt, maar ik denk dat het wel goedkomt. Ik heb een paar jaar geleden een winter aan een zaak in North Dakota gewerkt. Ik heb daar flink kunnen oefenen met rijden in de sneeuw.”

Alhoewel Riley het niet zei, voelde zij zich ook ervaren in dit soort autorijden. Ze had leren rijden in de bergen van Virginia. De sneeuw lag daar misschien niet zo dik als hier, maar de kleine weggetjes werden nooit snel geruimd. Ze had waarschijnlijk net zoveel over ijzige wegen gereden als de rest hier.

Maar ze liet Bill graag achter het stuur. Ze was momenteel te bekommerd om Kelsey Sprigge’s veiligheid. Bill pakte de sleutels en ze vertrokken.

“Ik moet zeggen, het voelt goed om weer samen te werken,” zei Bill terwijl hij reed. “Egoïstisch van me, denk ik. Ik werk graag met Lucy, maar het is niet hetzelfde.”

Riley glimlachte. Zij vond het ook fijn om weer met Bill te werken.

“Alsnog wil een deel van me dat je niet aan deze zaak werkt,” vervolgde Bill.

“Waarom niet?” vroeg Riley verbaasd.

Bill schudde zijn hoofd.

“Ik heb gewoon een slecht voorgevoel,” zei hij. “Ik heb Hatcher ook ontmoet, weet je nog. Ik ben niet snel bang, maar... nou, hij is me er eentje.”

Riley gaf geen antwoord, maar kon het niet met Bill oneens zijn. Ze wist dat Hatcher Bill tijdens dat bezoek op stang had gejaagd. De langdurig gevangene had zijn griezelige instinct gebruikt om wat gehaaide opmerkingen over Bills privéleven te maken.

Riley wist nog hoe Hatcher naar Bills trouwring had gewezen en had gezegd:

“Stop ermee om de dingen met je vrouw goed te maken. Dat is niet mogelijk.”

Hatcher had gelijk gehad, en Bill zat nu middenin een nare scheiding.

Aan het einde van datzelfde bezoek, had hij iets tegen Riley gezegd wat haar nog steeds achtervolgde.

“Stop ermee om ertegen te vechten.”

Tot op de dag van vandaag wist ze niet waartegen ze van Hatcher moest stoppen met vechten. Maar ze voelde een onverklaarbare vrees dat ze er op een dag achter zou komen.

*

Even later parkeerde Bill naast een enorme berg geruimde sneeuw bij Kelsey Sprigge’s huis in Searcy. Riley zag een politiewagen met twee agenten erin vlakbij geparkeerd staan. Maar twee agenten in een auto maakten niet meteen dat Riley zich erg gerustgesteld voelde. De wrede en briljante crimineel die uit Sing Sing ontsnapt was zou moeiteloos korte metten met ze kunnen maken.

Bill en Riley stapten uit hun auto en lieten hun penningen aan de agenten zien. Daarna liepen ze over de vrijgemaakte stoep richting het huis. Het was een ouderwets huis met twee verdiepingen en een handig schuin dak en een omheinde veranda. Het hele huis was bekleed met kerstlichtjes. Riley drukte op de deurbel.

Een vrouw maakte de deur open met een charmante glimlach. Ze was slank en fit en droeg een joggingpak. Haar gezichtsuitdrukking was helder en vrolijk.

“Ah, jullie zullen Agenten Jeffreys en Paige zijn,” zei ze. “Ik ben Kelsey Sprigge. Kom binnen. Het is veel te koud buiten,”

Kelsey Sprigge leidde Riley en Bill naar een knusse woonkamer met een laaiende open haard.

“Willen jullie iets te drinken?” vroeg ze. “Natuurlijk, jullie zijn aan het werk. Ik zet wel wat koffie.”

Ze ging de keuken in, en Bill en Riley gingen zitten. Riley keek rond naar de kerstdecoraties en de tientallen fotolijstjes met foto’s die aan de muren hingen en op het meubilair stonden. Het waren foto’s van Kelsey Sprigge in verschillende periodes van haar volwassen leven, omringd door kinderen en kleinkinderen. In veel foto’s stond een glimlachende man naast haar.

Riley herinnerde zich dat Flores had gezegd dat ze een weduwe was. Afgaande op de foto’s dacht Riley dat het een lang en gelukkig huwelijk was geweest. Op een of andere manier was Kelsey Sprigge erin geslaagd om te doen wat Riley nooit gelukt was. Ze had een rijk, liefdevol gezinsleven gehad terwijl ze ook werkte als FBI agent.

Riley wilde haar maar al te graag vragen hoe dit haar gelukt was. Maar nu was natuurlijk niet het juiste moment.

De vrouw kwam snel terug met een dienblad met twee kopjes koffie, koffiemelk en suiker, en, tot Riley’s verbazing, een glas whiskey met ijs voor zichzelf.

Riley was erg onder de indruk van Kelsey. Voor een vrouw van zeventig was ze ontzettend kwiek en vol levenslust, en een stuk stoerder dan de meeste vrouwen die ze ontmoet had. In sommige opzichten had Riley het idee dat ze naar een toekomstige versie van zichzelf keek.

“Nou,” zei Kelsey die glimlachend ging zitten. “Ik zou willen dat het weer iets verwelkomender was.”

Riley was onthutst door haar ongedwongen gastvrijheid. Gezien de omstandigheden had ze verwacht dat de vrouw erg in paniek zou zijn.

“Mevrouw Sprigge...” begon Bill.

“Noem me Kelsey, alsjeblieft,” onderbrak de vrouw. “En ik weet waarom jullie hier zijn. Jullie maken je zorgen dat Shane Hatcher achter me aan komt, dat ik zijn eerste doelwit ben. Jullie denken dat hij me wil vermoorden.”

Riley en Bill keken elkaar aan, en wisten niet zo goed wat ze moesten zeggen.

“En daarom staan die agenten natuurlijk buiten,” zei Kelsey met nog steeds een vriendelijke glimlach. “Ik heb ze gevraagd of ze binnenkwamen om op te warmen, maar ze weigerden. Ik mocht vanmiddag niet eens naar buiten om te joggen! Echt jammer, ik vind het zo lekker om hard te lopen in dit frisse weer. Maar goed, ik maak me geen zorgen dat ik vermoord word, en ik denk dat jullie dat ook niet hoeven te doen. Ik denk echt niet dat Shane Hatcher zoiets van plan is.”

Riley flapte er bijna uit, “Waarom niet?”

In plaats daarvan zei ze voorzichtig, “Kelsey, jij hebt hem gevangen. Jij hebt hem voor het gerecht gebracht. Hij zit zijn hele leven in de gevangenis door jou. Misschien ben je wel de hele reden waarom hij ontsnapt is.”

Kelsey zei even niks. Ze keek naar het pistool in Riley’s holster.

“Wat voor een wapen heb je, liefje?” vroeg ze.

“Een veertig kaliber Glock,” zei Riley.

“Wat leuk!” zei Kelsey. “Mag ik er eens naar kijken?”

Riley gaf Kelsey haar wapen aan. Kelsey haalde het magazijn eruit en bestudeerde het pistool. Ze ging er mee om met de waardering van een expert.

“Glocks kwamen net wat te laat in mijn carrière,” zei ze. “Ik vind ze wel wat. Het frame van polymeer ligt lekker in de hand, erg licht, goede stabiliteit. En ik vind het vizier echt geweldig.”

Ze stopte het magazijn terug en gaf het pistool terug aan Riley. Toen liep ze naar een bureau. Ze pakte een eigen semiautomatisch wapen.

“Ik heb Shane Hatcher neergeschoten met dit pareltje,” zei ze glimlachend. Ze gaf het pistool aan Riley en ging weer zitten. “Een Smith en Wesson Model 459. Ik verwondde en ontwapende hem. Mijn partner wilde hem ter plekke doodschieten als wraak voor de moord op de politieagent. Ik wilde er niks van weten. Ik zei tegen hem dat als hij Hatcher zou vermoorden, er meer dan één lijk te begraven zou zijn.”

Kelsey bloosde lichtelijk.

“O,” zei ze. “Ik heb liever dat dat verhaal niet verder rond gaat. Vertel het alsjeblieft aan niemand.”

Riley gaf haar het wapen terug aan.

“Hoe dan ook, ik weet dat ik Hatchers goedkeuring heb gekregen,” zei Kelsey. “Hij had rigoureuze code, weet je, zelfs voor een bendelid. Hij wist dat ik gewoon mijn werk deed. Ik denk dat hij dat respecteerde. En hij was ook dankbaar. Hij heeft in ieder geval nooit interesse in me getoond. Ik heb hem zelfs een paar brieven geschreven, maar hij heeft nooit teruggeschreven. Hij weet waarschijnlijk niet eens mijn naam meer. Nee, ik weet echt helemaal zeker dat hij me niet wil vermoorden.”

Kelsey bekeek Riley belangstellend.

“Maar Riley – mag ik je Riley noemen? – jij zei aan de telefoon dat je echt bij hem op bezoek bent geweest, dat je hem hebt leren kennen. Hij is vast erg intrigerend.”

Riley dacht een vleugje jaloezie in de stem van de vrouw te horen.

Kelsey stond op uit haar stoel.

“Maar goed, ik klets maar door, terwijl jullie een slechterik moeten vangen! En wie weet waar hij mee bezig is, zelfs terwijl we hier zitten te kletsen. Ik heb wat informatie die misschien kan helpen. Kom, ik laat alles zien wat ik heb.”

Ze leidde Riley en Bill door een gang naar een kelderdeur. Riley werd zenuwachtig.

Waarom moet het in een kelder zijn? dacht ze.

Riley had al vrij lang een lichte, irrationele fobie voor kelders: restanten PTSS van het vastgehouden worden in de vochtige kruipruimte van Peterson, en meer recentelijk van het uitschakelen van een moordenaar in een kelder in het pikkedonker.

Maar terwijl ze achter Kelsey de trap afliepen, viel Riley niks griezeligs op. De kelder was afgewerkt als comfortabele recreatieruimte. In een hoek was een goed verlicht kantoorgedeelte met een bureau vol manilla mappen, een prikbord met oude foto’s en krantenknipsels, en wat archiefladen.

“Hier is het; alles wat je maar zou willen weten over ‘Shane the Chain’ en zijn carrière en zijn ondergang,” zei Kelsey. “Ga jullie gang. En stel gerust vragen als je hulp nodig hebt om het allemaal te begrijpen.”

Riley en Bill begonnen door de dossiers te bladeren. Riley was verrast en verrukt. Het was een fascinerende, zelfs afschrikwekkende berg aan informatie en veel ervan was nooit in de FBI-database gescand. Het dossier waar ze nu doorkeek zat vol met ogenschijnlijk onbelangrijke spullen, waaronder servetjes uit restaurants met handgeschreven aantekeningen en schetsen die met de zaak te maken hadden.

Ze opende nog een map waarin gekopieerde verslagen en andere documenten zaten. Riley vond het wel vermakelijk om te beseffen dat Kelsey deze documenten echt niet had mogen kopiëren of houden. De originelen zouden vast en zeker al lang versnipperd zijn nadat ze gescand waren.

Terwijl Bill en Riley het materiaal doorkamden, merkte Kelsey op, “Jullie zullen je vast wel afvragen waarom ik de zaak niet gewoon laat gaan. Dat vraag ik mezelf ook soms af.”

Ze dacht even na.

“Shane Hatcher was mijn enige aanraking met echte kwaadaardigheid,” zei ze. “Mijn eerste veertien jaar bij de FBI was ik er vooral als een soort aankleding van het kantoor in Syracuse, om te laten zien dat er ook een vrouw was. Maar ik werkte aan deze zaak vanaf onderaan de hiërarchie. Ik praatte met bendeleden op straat, ik nam leiding over het team. Niemand dacht dat ik Hatcher uit kon schakelen. Om eerlijk te zijn dacht niemand dat ook maar iemand in staat was om hem uit te schakelen. Maar mij lukte het.”

Riley doorkeek nu een map met lage kwaliteit foto’s waarvan het Bureau waarschijnlijk niet de moeite had genomen om ze in te scannen. Kelsey was duidelijk slim genoeg geweest om ze te bewaren.

Op eentje zat een politieagent in een café te praten met een bendelid. Riley herkende de jonge man direct als Shane Hatcher. Het duurde even voor ze de agent herkende.

“Dat is de agent die Hatcher vermoord heeft, of niet?” zei Riley.

Kelsey knikte.

“Agent Lucien Wayles,” zei ze. “Ik heb die foto zelf genomen.”

“Waarom zit hij met Hatcher te praten?”

Kelsey glimlachte betekenisvol.

“Nou, dat is best wel interessant,” zei ze. “Ik ga ervan uit dat jullie hebben gehoord dat Agent Wayles een voortreffelijke, geprijsde politieagent was. Dat is wat de plaatselijke politie nog steeds wil dat iedereen denkt. Eigenlijk was hij door en door corrupt. Op deze foto had hij een ontmoeting met Hatcher in de hoop een deal met hem te sluiten. Hij wilde een deel van de drugswinst en zou in ruil daarvoor zich niet bemoeien met Hatchers gebied. Hatcher zei nee. Toen besloot Wayles om Hatcher te elimineren.”

Kelsey pakte een foto van Wayles’ verminkte lichaam.

“Zoals jullie vast wel weten, liep dat niet zo goed af voor Agent Wayles,” zei ze.

Riley voelde een sprankje begrip. Dit was precies de schatkist aan informatie waar ze naar verlangd had. Het hielp haar om de gedachtegang van de jonge Shane Hatcher veel, veel beter te begrijpen.

Terwijl ze keek naar de foto van Hatcher en de politieagent, probeerde Riley de gedachten van de jonge man te peilen. Ze stelde zich Hatchers gedachten en gevoelens op het moment van de foto voor. Ze dacht ook terug aan iets wat Kelsey zojuist gezegd had.

“Hij had rigoureuze code, weet je, zelfs voor een bendelid.”

Riley wist aan de hand van haar eigen gesprekken met Hatcher dat dit ook vandaag de dag nog gold. En nu, kijkend naar de foto, voelde Riley Hatchers diepgewortelde walging over Wayles’ voorstel.

Het verontwaardigde hem, dacht Riley. Het voelde als een belediging.

Geen wonder dat Hatcher van Wayles zo’n gruwelijk voorbeeld maakte. Volgens Hatchers gestoorde code, was dat het morele ding om te doen.

Bladerend door meer foto’s vond Riley een arrestatiefoto van een ander bendelid.

“Wie is dit?” vroeg Riley.

“Smokey Moran,” zei Kelsey. “Hij was Shane the Chains meest betrouwbare rechterhand. Totdat ik hem oppakte voor drugshandel. Hij zou lang naar de gevangenis moeten, dus het was niet moeilijk om hem te laten getuigen tegen Hatcher in ruil voor strafvermindering. Dat is hoe ik Hatcher eindelijk te pakken kreeg.”

Riley’s nekharen gingen overeind staan bij het aanraken van de foto.

“Wat is er gebeurd met Moran?” vroeg ze.

Kelsey schudde haar hoofd in afkeuring.

“Hij is nog steeds op vrije voet,” zei ze. “Ik wou vaak dat ik die deal nooit gesloten had. Hij heeft al jarenlang de leiding over allerlei bende-activiteiten. De jongere bendeleden kijken tegen hem op en bewonderen hem. Hij is slim en ongrijpbaar. Het is de plaatselijke politie en de FBI nooit gelukt om hem voor het gerecht te brengen.”

₺204,83
Yaş sınırı:
0+
Litres'teki yayın tarihi:
15 nisan 2020
Hacim:
251 s. 2 illüstrasyon
ISBN:
9781094304465
İndirme biçimi: