Kitabı oku: «Eens gelokt», sayfa 3
HOOFDSTUK VIER
Riley klopte op Aprils slaapkamerdeur. Het was twaalf uur, en ondertussen was het wel tijd dat haar dochter opstond. Maar het antwoord dat ze kreeg was niet waar ze op hoopte.
“Wat wil je?” klonk het gedempt en nukkig vanuit de kamer.
“Ga je de hele dag slapen?” vroeg Riley.
“Ik ben nu wakker. Ik kom zo naar beneden.”
Met een zucht liep Riley de trap weer af. Het zou fijn zijn geweest als Gabriela hier was, maar zij nam altijd vrij op zondag.
Riley liet zichzelf op de bank vallen. April was gisteren de hele dag chagrijnig en afstandelijk geweest. Riley had geen idee gehad hoe ze deze onverklaarbare spanning tussen hen had kunnen verlichten, en ze was opgelucht geweest toen April ‘s avonds naar een Halloweenfeestje was gegaan. Aangezien het feestje bij een vriend slechts een paar straten verderop was, had Riley zich geen zorgen gemaakt. Tenminste niet tot één uur ‘s nachts toen haar dochter nog steeds niet thuis was.
Gelukkig was April thuisgekomen terwijl Riley probeerde te beslissen of ze wel of niet in actie moest komen. Maar April was binnengekomen en recht naar bed gegaan, zonder amper een woord te spreken tegen haar moeder. En tot zover leek ze niet meer geneigd tot communicatie vanochtend.
Riley was blij dat ze thuis was om op te lossen wat er aan de hand was. Ze had zich nog niet op de nieuwe zaak gestort, en voelde zich nog steeds in tweestrijd. Bill had haar op de hoogte gehouden, dus ze wist dat hij en Lucy Vargas gister eropuit waren gegaan om de vermissing van Meara Keagan te onderzoeken. Ze hadden de familie waar Meara voor werkte ondervraagd, en ook de buren in haar appartementencomplex. Ze hadden geen enkel aanknopingspunt kunnen vinden.
Vandaag had Lucy de leiding over een algemene zoekactie, waarbij ze meerdere agenten coördineerde bij het uitdelen van flyers met Meara’s foto. Ondertussen was Bill ongeduldig aan het wachten op Riley’s beslissing om de zaak wel of niet te nemen.
Maar ze hoefde niet nu meteen een keuze te maken. Iedereen op Quantico wist dat Riley morgen niet beschikbaar zou zijn. Een van de eerste moordenaars die ze achter de tralies had gebracht had een hoorzitting voor voorwaardelijke vrijlating. Het was gewoonweg geen optie om niet op die hoorzitting te getuigen.
Terwijl Riley haar opties zat te overwegen, kwam April volledig aangekleed de trap af huppelen. Ze ging recht op de keuken af zonder ook maar een oogopslag op haar moeder te werpen. Riley stond op en volgde haar.
“Wat hebben we te eten?” vroeg April, terwijl ze in de koelkast keek.
“Ik kan ontbijt voor je maken,” zei Riley.
“Nee, dat hoeft niet. Ik pak wel gewoon wat.”
April pakte een stuk kaas en deed de koelkast dicht. Op het aanrecht sneed ze een plak kaas af en schonk ze een kop koffie voor haarzelf in. Ze deed melk en suiker in de koffie, ging zitten aan de keukentafel en begon te knabbelen aan het stukje kaas.
Riley ging bij haar dochter zitten.
“Hoe was het feestje?” vroeg Riley.
“Het was gewoon.”
“Je kwam best wel laat thuis.”
“Nee, dat kwam ik niet.”
Riley koos ervoor om niet in discussie te gaan. Misschien was een uur ‘s nachts tegenwoordig niet meer laat voor vijftienjarige die naar een feestje ging. Hoe zou zij dat nou moeten weten?
“Crystal vertelde me dat je een vriendje had,” zei Riley.
“Ja,” zei April terwijl ze nog een slok van haar koffie nam.
“Hoe heet hij?”
“Joel”
Na een korte stilte vroeg Riley “Hoe oud is hij?”
“Weet ik niet.”
Riley voelde een knoop van angst en woede in haar keel omhoog komen.
“Hoe oud is hij?” herhaalde Riley.
“Vijftien, oké? Net als ik.”
Riley wist zeker dat April loog.
“Ik wil hem ontmoeten,” zei Riley.
April rolde met haar ogen. “Jezus, mam. Wanneer ben je opgegroeid? De jaren vijftig of zo?”
Riley voelde zich gekwetst.
“Ik denk niet dat het onredelijk is,” zei Riley. “Laat hem eens langskomen. Stel hem aan me voor.”
Riley zette haar kop koffie zo hard neer dat er een beetje op de tafel knoeide.
“Waarom probeer je me de hele tijd controle over me te hebben?” snauwde ze.
“Ik probeer geen controle over je te hebben. Ik wil gewoon je vriendje ontmoeten.”
Voor eventjes keek April gewoon stil en nukkig naar haar koffie. Toen stond ze ineens op en stormde ze de keuken uit.
“April!” riep Riley.
Riley volgde April door het huis. April liep naar de voordeur en pakte haar tas, die aan de kapstok hing.
“Waar ga je heen?” zei Riley.
April gaf geen antwoord. Ze opende de deur en ging naar buiten, en sloeg hem met een klap achter haar dicht.
Riley stond even in stilte versteld. April zal toch zeker meteen wel terugkomen, dacht ze.
Ze wachtte een volle minuut. Toen liep ze naar de deur, opende ze deze, en keek ze de straat in. April was nergens te zien.
Riley voelde de bittere smaak van teleurstelling in haar mond. Ze vroeg zich af hoe het zover had kunnen komen. Ze had eerder problemen met April gehad in het verleden. Maar toen zij drieën–Riley, April, en Gabriela–in de zomer naar dit rijtjeshuis waren verhuisd, was April heel blij geweest. Ze was vriendinnen geworden met Crystal en alles was prima geweest toen in september de school begon.
Maar nu, slechts twee maanden later, was April gegaan van een vrolijke tiener naar een chagrijnige. Speelde haar PTSS weer op? April had een verlate reactie gehad nadat de moordenaar Peterson haar in een kooi had opgesloten en geprobeerd te vermoorden. Maar ze was nu in behandeling bij een goede therapeut en leek vooruitgang te boeken.
Terwijl ze nog steeds in de deuropening stond, pakte Riley haar mobiel uit haar zak en sms'te ze April.
Kom terug. Nu meteen.
Het bericht werd gemarkeerd als “afgeleverd.” Riley wachtte. Er gebeurde niks. Had April haar mobiel thuis gelaten? Nee, dat was niet mogelijk. April had haar tas gepakt toen ze vertrok, en ze ging nooit ergens heen zonder haar telefoon.
Riley bleef naar haar telefoon staren. Het bericht was nog steeds gemarkeerd als “afgeleverd,” niet “gelezen.” Was April haar bericht gewoon aan het negeren?
Op dat moment schoot Riley ineens te binnen waar April heen gegaan zou zijn. Ze pakte de sleutel van een tafel naast de deur en stapte haar kleine veranda op. Ze liep de trap van haar rijtjeshuis af en liep over het gras naar het volgende huis, waar Blaine en Crystal woonden. Ze belde aan en keek weer naar haar telefoon.
Toen Blaine de deur opende en haar zag, glimlachte hij breed.
“Hé!” zei hij. “Wat een leuke verrassing. Waarom kom je langs?”
Riley stamelde ongemakkelijk.
“Ik vroeg me af of... Is April toevallig hier? Op bezoek bij Crystal?”
“Nee,” zei hij. “Crystal is er ook niet. Ze zei dat ze naar de koffietent ging. Weet je wel, die ene hier vlakbij.”
Blaine fronste bezorgd met zijn wenkbrauwen.
“Wat is er aan de hand?” vroeg hij. “Is er een probleem?”
Riley zuchtte. “We hadden ruzie,” zei ze. “Ze is de deur uitgerend. Ik hoopte dat ze hierheen was gegaan. Ik denk dat ze mijn bericht negeert.”
“Kom binnen,” zei Blaine.
Riley volgde hem zijn huiskamer in. Ze gingen op de bank zitten.
“Ik weet niet wat er met haar aan de hand is,” zei Riley. “Ik weet niet wat er met ons aan de hand is.”
Blaine glimlachte weemoedig.
“Ik ken het gevoel,” zei hij.
Riley was een beetje verbaasd.
“Ja?” vroeg ze. “Het lijkt er voor mij op dat jij en Crystal prima overweg kunnen.”
“Meestal, ja. Maar nu ze een tiener is kan het best onstuimig zijn.”
Blaine keek meelevend naar Riley.
“Zeg me niet,” zei hij. “Dat het te maken heeft met een vriendje.”
“Blijkbaar wel,” zei Riley. “Ze wil me niks over hem vertellen. En ze weigert hem aan me voor te stellen.”
Blaine schudde zijn hoofd.
“Ze zijn allebei op die leeftijd,” zei hij. “Het hebben van een vriendje is een kwestie van leven en dood. Crystal heeft nog geen vriendje, wat ik prima vind, maar zij totaal niet. Ze is er helemaal wanhopig over.”
“Volgens mij was ik ook zo op die leeftijd,” zei Riley.
Blaine grinnikte een beetje. “Geloof me, toen ik vijftien was, waren meisjes zo'n beetje het enige waar ik aan dacht. Wil je koffie?”
“Ja, graag. Gewoon zwart is prima.”
Blaine ging naar de keuken. Riley keek om zich heen, en zag weer hoe leuk het huis ingericht was. Blaine had zeker weten goede smaak.
Blaine kwam terug met twee koppen koffie. Riley nam een slok. Het was heerlijk.
“Ik zweer je, ik had geen idee waar ik aan begon toen ik moeder werd,” zei ze. “Waarschijnlijk hielp het niet dat ik er veel te jong voor was.”
“Hoe oud was je?”
“Vierentwintig.”
Blaine gooide zijn hoofd naar achter en lachte.
“Ik was nog jonger. Ik trouwde toen ik eenentwintig was. Ik dacht dat Phoebe het mooiste meisje was dat ik ooit had gezien. Zo sexy. Ik zag een beetje over het hoofd dat ze ook bipolair was en al heel veel dronk.”
Riley raakte meer en meer geïnteresseerd. Ze wist dat Blaine gescheiden was, maar niet veel meer dan dat. Het leek erop dat zij en Blaine allebei fouten hadden gemaakt in hun jeugd. Het was te makkelijk voor ze geweest om het leven door een roze bril te zien.
“Hoelang duurde je huwelijk?” vroeg Riley.
“Ongeveer negen jaar. We hadden er veel eerder mee moeten stoppen. Ik had er eerder mee moeten stoppen. Ik bleef maar denken dat ik Phoebe kon redden. Het was een stom idee. Crystal werd geboren toen Phoebe eenentwintig was en ik tweeëntwintig, en op de koksschool zat. We waren te jong en onvolwassen. Ons volgende kindje was doodgeboren, en Phoebe kwam er niet overheen. Ze werd een complete alcoholiste. Ze werd een mishandelaar.”
Blaine’s blik keek nu ver weg. Riley voelde dat hij terugdacht aan bittere herinneringen waar hij niet over wilde praten.
“Toen April kwam, was ik in opleiding tot FBI agent,” zei zei. “Ryan wilde dat ik ermee stopte, maar ik weigerde. Hij was vastberaden om een succesvolle advocaat te worden. Tja, we hebben allebei de carrières gekregen die we wilden. Maar we hadden gewoon niks in gemeen voor de lange duur. We hadden geen basis voor een huwelijk.”
Riley viel stil onder Blaine’s meelevende blik. Ze was opgelucht dat ze met een andere volwassene over dit alles kon praten. Ze begon te beseffen dat het bijna onmogelijk was om je niet op je gemak te voelen bij Blaine. Het voelde alsof ze met hem alles kon bespreken.
“Blaine, ik voel me op het moment echt verscheurd,” zei ze. “Ik ben hard nodig op een belangrijke zaak. Maar het is thuis ook een zootje. Het voelt alsof ik niet genoeg tijd met April doorbreng.”
Blaine lachte.
“O, ja. Het eeuwenoude werk-versus-familie dilemma. Ik ken het maar al te goed. Geloof me, het hebben van een eigen restaurant kost heel veel tijd. Het is een uitdaging om genoeg tijd voor Crystal vrij te maken.”
Riley keek in Blaine’s vriendelijke blauwe ogen.
“Hoe vind je een balans?” vroeg ze.
Blaine haalde zijn schouders ietwat op.
“Niet,” zei hij. “Er is niet genoeg tijd om alles te doen. Maar het heeft geen zin om jezelf op de kop te geven omdat je niet in staat bent het onmogelijke te doen. Geloof me, het opgeven van je carrière is geen oplossing. Ik bedoel, Phoebe probeerde een thuisblijfmoeder te zijn. Het was een van de dingen die haar gek maakte. Je moet er gewoon vrede mee hebben.”
Riley lachte. Dat klonk als een geweldig idee: er vrede mee hebben. Misschien kon ze dat doen. Het leek echt mogelijk.
Ze leunde voorover en raakte Blaine’s hand aan. Hij pakte haar hand en kneep erin. Riley voelde een heerlijke spanning tussen hen. Voor eventjes dacht ze dat ze nog een tijdje bij Blaine zou kunnen blijven, nu hun kinderen ergens anders bezig waren. Misschien kon ze...
Maar terwijl de gedachten in haar hoofd vorm begonnen te nemen, voelde ze zich van hem wegtrekken. Ze was niet klaar om iets te doen met deze nieuwe gevoelens.
Zachtjes trok ze haar hand terug.
“Bedankt,” zei ze. “Het is beter als ik naar huis ga. Wie weet is April al terug.”
Ze zei gedag tegen Blaine. Zodra ze de deur uitstapte, trilde haar telefoon. Het was een bericht van April.
Heb je bericht net gekregen. Sorry dat ik zo deed. Ik ben bij de koffietent. Ben snel terug.
Riley zuchtte. Ze had gewoon geen idee wat ze terug moest sturen. Het leek het beste om gewoon niet te antwoorden. Zij en April zouden straks een serieus gesprek moeten voeren.
Riley was net haar huis binnengestapt toen de telefoon weer afging. Ryan belde. Haar ex was zo'n beetje de laatste persoon in de wereld die ze nu wilde spreken. Maar ze wist dat hij voicemails zou blijven achterlaten als ze nu niet met hem zou praten. Ze nam de telefoon op.
“Wat wil je, Ryan?” vroeg ze kortaf.
“Bel ik op een slecht moment?”
Riley wilde zeggen dat het altijd een slecht moment was als hij belde. Maar ze hield die gedachte voor zich.
“Nu is prima, denk ik,” zei ze.
“Ik dacht erover om langs te komen om jou en April te zien,” zei hij. “Ik wil met jullie allebei praten.”
Riley hield een zucht in. “Liever niet.”
“Ik dacht dat je zei dat dit geen slecht moment was.”
Riley antwoordde niet. Dit was precies Ryan, haar eigen woorden zo verdraaien om haar te manipuleren.
“Hoe is het met April?” vroeg Ryan.
Ze lachte onder haar adem. Ze wist dat hij gewoon probeerde om iets van een gesprek gaande te houden.
“Wat aardig dat je dat vraagt,” zei Riley sarcastisch. “Het gaat prima met haar.”
Dat was natuurlijk een leugen. Maar Ryan hierin betrekken was wel het laatste wat ze moest doen.
“Luister, Riley...” Ryans stem onderbrak. “Ik heb veel fouten gemaakt.”
Goh, echt, dacht Riley. Ze bleef stil.
Na een paar momenten zei Ryan, “Het loopt de laatste tijd niet zo lekker voor me.”
Riley zei nog steeds niks.
“Nou, ik wilde gewoon zeker weten dat het goed ging met jou en April.”
Riley kon zijn lef niet geloven.
“Het gaat prima. Waarom vraag je dat? Heeft een van je nieuwe vriendinnen je weer verlaten, Ryan? Of gaat het slecht op kantoor?”
“Je bent echt hard voor me, Riley.”
Maar wat haar betreft, was ze zo vriendelijk als ze kon. Ze begreep de situatie precies. Ryan zou nu wel alleen zijn. De socialite die bij hem was ingetrokken na de scheiding zou wel vertrokken zijn, of een of andere nieuwe affaire was in de soep gelopen.
Ze wist dat Ryan er niet tegen kon om alleen te zijn. Hij gebruikte Riley en April altijd als laatste redmiddel. Als ze hem terug liet komen, zou hij slechts blijven totdat hij zijn oog zou laten vallen op een andere vrouw.
Riley zei, “Ik denk dat je het goed moet maken met je vorige vriendin. Of die daarvoor. Ik weet niet eens hoeveel je er hebt gehad sinds de scheiding. Hoeveel, Ryan?”
Ze hoorde hem naar lucht happen aan de telefoon. Riley had het zeker weten bij het juiste eind.
“Ryan, om eerlijk te zijn is het een slecht moment.”
Het was de waarheid. Ze was zojuist fijn op bezoek geweest bij een man die ze leuk vond. Waarom zou ze het nu verpesten?
“Wanneer is het een goed moment?” vroeg Ryan.
“Weet ik niet,” zei Riley. “Ik laat het wel weten. Doei.”
Ze hing op. Ze was aan het ijsberen sinds ze met Ryan aan de telefoon was. Ze ging zitten en ademde een paar keer diep in om te kalmeren.
Toen stuurde ze een bericht naar April.
Je komt maar beter nu naar huis.
Het duurde maar een paar seconden voor ze antwoord kreeg.
Oké. Ik ben onderweg. Sorry, mam.
Riley zuchtte. April klonk nu prima. Het zou waarschijnlijk nu voor even wel weer goed gaan. Maar iets klopte niet.
Wat was er met haar aan de hand?
HOOFDSTUK VIJF
Scratch rende paniekerig heen en weer in zijn zwak verlichte schuilplaats, tussen de honderden klokken, en probeerde alles klaar te zetten. Het was slechts een paar minuten voor middernacht.
“Zet die ene met het paard goed!” schreeuwde Grootvader. “Die staat een hele minuut achter!”
“Ik ga het zo doen,” zei Scratch.
Scratch wist dat hij sowieso gestraft zou worden, maar het zou extra erg zijn als hij niet alles op tijd klaar zou hebben. Op het moment was hij erg druk met andere klokken.
Hij zette de klok met krullende metalen bloemen goed, die een volle vijf minuten achter was gaan lopen. Toen opende hij de staande klok en bewoog hij de lange wijzer een tikje naar rechts.
Hij controleerde de klok met een hertengewei erop. Die liep vaak achter, maar leek voor nu prima. Eindelijk had hij tijd om de ene met het steigerende paard goed te zetten. Dat was maar goed ook. Hij liep zeven hele minuten achter.
“Zo moet het dan maar,” gromde Grootvader. “Je weet wat je nu moet doen.”
Scratch liep gehoorzaam naar de tafel en pakte de zweep. Het was een zogenaamde kat met negen staarten, en Grootvader was begonnen met hem hiermee te slaan toen hij nog te jong was om het zich te herinneren.
Hij liep naar het einde van de schuilplaats dat was afgescheiden met een hek van metaal gaas. Achter het hek waren vier vrouwelijke gevangenen, zonder enig meubilair behalve de houten slaapbanken zonder matrassen. Achter hen was een kast waar ze hun behoefte konden doen. Scratch rook de stank al een hele tijd niet meer.
De Ierse vrouw die hij een paar nachten geleden had gepakt keek nauwlettend naar hem. De anderen waren uitgehongerd en moe na hun lange dieet van water en kruimels. Twee van hen deden zelden meer dan huilen en jammeren. De vierde zat op de vloer vlakbij het hek, geslonken en lijkachtig. Ze maakte helemaal geen geluid. Ze zag er amper levend uit.
Scratch deed de deur naar de kooi open. De Ierse vrouw sprong naar voren om te proberen te ontsnappen. Scratch haalde hard uit naar haar gezicht met de zweep. Ze dook ineen en draaide naar achter. Hij sloeg haar rug keer op keer. Uit eigen ervaring wist hij dat het genoeg pijn zou doen zelfs door haar gescheurde blouse heen, vooral op de kneuzingen en wonden die hij haar al had gegeven.
Toen vulde de lucht zich met een enorm kabaal door de klokken die middernacht sloegen. Scratch wist wat hij nu moest doen.
Terwijl het lawaai doorschreeuwde, haastte hij zich naar het zwakste en magerste meisje, degene die amper in leven leek. Ze keek naar hem met een rare uitdrukking. Ze was de enige die hier lang genoeg was om te weten wat er te gebeuren stond. Ze keek bijna alsof ze er klaar voor was, misschien zelfs blij was dat het zou komen.
Scratch had geen keuze.
Hij hurkte naast haar en brak haar nek.
Terwijl het leven uit haar lichaam wegebde, keek hij naar een sierlijke antieke klok net aan de andere kant van het hek. Een handgesneden Magere Hein liep heen en weer langs de voorkant, gekleed in zwart gewaad en met een grijnzende schedel die onder zijn kap uitstak. Met zijn zeis sloeg hij ridders en koningen en koninginnen en arme mensen neer. Het was Scratchs favoriete klok.
Het omgevingsgeluid stierf langzaam weg. Al snel was er geen geluid meer te horen behalve het koor van tikkende klokken en het gejammer van de vrouwen die nog leefden.
Scratch gooide het dode meisje over zijn schouder. Ze was zo vederlicht dat het hem totaal geen kracht kostte. Hij opende de kooi, stapte naar buiten en deed hem achter zich op slot.
De tijd was gekomen, wist hij.
HOOFDSTUK ZES
Mooi toneelspel, dacht Riley.
De stem van Larry Mullins trilde een beetje. Hij klonk alsof hij op het punt stond te gaan huilen terwijl hij zijn voorbereide verklaring voorlas aan de commissie en de families van zijn slachtoffers.
“Ik heb vijftien jaar gehad om terug te kijken,” zei Mullins. “Er gaat geen dag voorbij dat ik niet verga van de spijt. Ik kan niet terug in de tijd en veranderen wat er gebeurd is. Ik kan Nathan Betts en Ian Harter niet terug in leven brengen. Maar ik heb nog jaren waarin ik wel kan bijdragen aan de maatschappij. Geef me alstublieft de kans om dat te doen.”
Mullins ging zitten. Zijn advocaat gaf hem een zakdoek aan, en hij veegde zijn tranen af–alhoewel Riley geen daadwerkelijke tranen zag.
De ambtenaar van de hoorzitting en de casemanager overlegden fluisterend, eveneens als de leden van de commissie.
Riley wist dat het snel haar beurt zou zijn om te getuigen. In de tussentijd bestudeerde ze Mullins gezicht.
Ze kon hem zich goed herinneren en vond dat hij niet veel veranderd was. Zelfs toen was hij goed verzorgd en welbespraakt geweest, met een aura van onschuld die om hem heen hing. Als hij al harder was geworden ondertussen, dan hield hij dat goed verborgen achter zijn bedroefde gezichtsuitdrukkingen. In die tijd werkte hij als nanny–of “manny”, zoals zijn advocaat het noemde.
Wat Riley het meest opviel was hoe weinig ouder hij leek te zijn geworden. Hij was vijfentwintig geweest toen hij naar de gevangenis was gegaan. Hij had nog steeds diezelfde vriendelijke, jongensachtige uitstraling die hij toen had.
Dat kon niet gezegd worden over de ouders van de slachtoffers. De twee echtparen leken sterk verouderd en gebroken. Riley’s hart deed pijn van alle jaren verdriet en rouw die zij hadden meegemaakt.
Ze wilde dat ze het vanaf het begin af aan goed had gedaan. Dat wilde haar eerste FBI partner, Jake Crivaro, ook. Het was een van Riley’s eerste zaken als agent geweest, en Jake was een prima mentor.
Larry Mullins was gearresteerd voor de dood van een kind in de speeltuin. Tijdens het onderzoek kwamen Riley en Jake erachter dat nog een kind onder bijna identieke omstandigheden was overleden in een andere stad, ook terwijl Mullins ervoor zorgde. Beide kinderen waren verstikt.
Toen Riley Mullins had opgepakt, zijn rechten had voorgelezen en de handboeien omdeed, was zijn grijnzende gezicht vol leedvermaak voor haar genoeg bewijs geweest.
“Succes,” had hij sarcastisch tegen haar gezegd.
En inderdaad, zodra Mullins in gevangenschap was hadden Riley en Jake al het succes nodig. Hij had stellig ontkend de moorden te hebben gepleegd. En ondanks Riley’s en Jake’s uiterste inspanning bleef het bewijs tegen hem gevaarlijk zwak. Het was onmogelijk geweest om te bepalen hoe de jongens precies verstikt waren, en er kon geen moordwapen gevonden worden. Mullins gaf alleen toe dat hij ze uit het oog verloren was. Hij ontkende ze vermoord te hebben.
Riley wist nog wat de officier van justitie tegen haar en Jake had gezegd.
“We moeten voorzichtig zijn, of de klootzak komt hiermee weg. Als we hem voor alles proberen te vervolgen, dan verliezen we de hele rechtszaak. We kunnen niet bewijzen dat Mullins de enige was die bij de kinderen kon komen toen ze vermoord werden.”
Toen kwamen de pleidooionderhandelingen. Riley haatte het onderhandelen over schikkingen. Haar haat ervoor was met deze zaak begonnen. Mullins advocaat had het voorstel gedaan. Mullins zou schuld bekennen voor beide moorden, maar niet als moord met voorbedachte rade, en zijn beide straffen zou hij tegelijkertijd mogen uitzitten.
Het was een waardeloos voorstel. Het was niet eens logisch. Als Mullins de kinderen echt vermoord had, hoe kon hij dan slechts nalatig zijn geweest? Die twee conclusies stonden recht tegenover elkaar. Maar de officier van justitie had geen andere keus gezien dan het accepteren van de deal. Uiteindelijk kreeg Mullins dertig jaar gevangenisstraf met de mogelijkheid tot voorwaardelijke vrijlating bij goed gedrag.
De families waren gebroken en geschrokken. Ze hadden Riley en Jake de schuld gegeven voor het niet doen van hun werk. Jake was meteen na de zaak met pensioen gegaan, als verbitterde en chagrijnige man.
Riley had de families van de jongens beloofd dat ze alles in haar macht zou doen om Mullins achter de tralies te houden. Een paar dagen geleden hadden de ouders van Nathan Betts haar gebeld om te vertellen over de hoorzitting. De tijd was gekomen om haar belofte waar te maken.
Het geroezemoes stopte. Voorzitter Julie Simmons keek naar Riley.
“Ik begrijp dat FBI Agent Riley Paige een verklaring wil afleggen,” zei Simmons.
Riley ademde diep in. Het moment waar ze zich vijftien jaar op had voorbereid was gekomen. Ze wist dat de commissie het bewijs al kende, incompleet als het was. Het had geen zin om dit weer te bespreken. Ze moest een meer persoonlijke oproep doen.
Ze stond op en sprak.
“Als ik het goed begrijp, wordt Larry Mullins misschien vrijgelaten omdat hij een ‘modelgevangene’ is.” Met een hint van ironie, vervolgde ze, “Meneer Mullins, gefeliciteerd met deze prestatie.”
Mullins knikte. In zijn gezicht was geen emotie af te lezen. Riley ging verder.
“‘Goed gedrag’–wat betekent dat precies? Het lijkt mij dat het niet zoveel te maken heeft met wat hij heeft gedaan, maar met wat hij niet heeft gedaan. Hij heeft geen gevangenisregels overtreden. Hij heeft zich gedragen. Dat is alles.”
Riley had moeite om haar stem stabiel te houden.
“Om eerlijk te zijn, ben ik niet verbaasd. Er zijn geen kinderen in de gevangenis om te vermoorden.”
De ruimte vulde zich met geschrokken geroezemoes. Mullins’ lach veranderde in een harde blik.
“Sorry,” zei Riley. “Ik ben me ervan bewust dat Mullins nooit schuld heeft bekend voor moord met voorbedachte rade, en dat de aanklagers die uitspraak nooit hebben nagestreefd. Maar hij heeft hoe dan ook schuld bekend. Hij heeft twee kinderen vermoord. Er is geen manier waarop hij dat gedaan zou hebben met goede bedoelingen.”
Ze pauzeerde even, en koos haar volgende woorden bedachtzaam. Ze wilde Mullins verleiden om zijn woede te tonen, om zijn ware aard aan het licht te brengen. Maar de man wist natuurlijk dat als hij dat deed, hij zijn dossier van goed gedrag zou verpesten en nooit vrij zou komen. Haar beste kans was om de commissie de harde realiteit van zijn acties te laten inzien.
“Ik zag Ian Harters levenloze vierjarige lichaam de dag nadat hij vermoord was. Hij zag eruit alsof hij sliep met zijn ogen open. De dood had alle uitdrukking van hem afgenomen, en zijn gezicht was slap en vredig. Toch kon ik de doodsangst in zijn levenloze ogen zien. Zijn laatste momenten op aarde waren gevuld met angst. En dat was hetzelfde voor kleine Nathan Betts.”
Riley hoorde dat beide moeders begonnen te huilen. Ze vond het vreselijk om deze verschrikkelijke herinneringen op te halen, maar ze had gewoonweg geen keus.
“We mogen hun angst niet vergeten,” zei Riley. “En we mogen niet vergeten dat Mullins amper emotie toonde tijdens zijn rechtszaak, en al helemaal geen spijt. Zijn spijt kwam veel, veel later–als het überhaupt echt was.”
Riley nam een lange, diepe ademteug.
“Hoeveel jaren van leven heeft hij van die jongetjes afgenomen als je het optelt? Veel, veel meer dan honderd lijkt mij. Hij heeft een straf van dertig jaar. Hij heeft pas vijftien jaar uitgezeten. Het is niet genoeg. Hij zal nooit lang genoeg leven om al die verloren jaren terug te betalen.”
Riley’s stem trilde nu. Ze wist dat ze zichzelf onder controle moest houden. Ze kon niet in tranen uitbarsten of gaan schreeuwen van woede.
“Is de tijd gekomen om Larry Mullins te vergeven? Dat laat ik aan de families van de jongens over. Deze hoorzitting gaat niet om vergeving. Dat is niet het punt. Het belangrijkste is het gevaar dat hij nog steeds vormt. We kunnen de kans dat meer kinderen door hem sterven niet riskeren.”
Riley zag dat een paar mensen in de commissie op hun horloge keken. Ze raakte lichtelijk in paniek. De commissie had vanmorgen al twee andere zaken gehad, en ze moesten er nog vier afhandelen voor het middaguur. Ze werden ongeduldig. Riley moest dit onmiddellijk afronden. Ze keek hen recht aan.
“Dames en heren, ik smeek jullie om geen vroegtijdige vrijlating te geven.”
Toen zei ze, “Misschien wil iemand nog voor de gevangene spreken?”
Riley ging zitten. Haar laatste woorden hadden verborgen intentie. Ze wist donders goed dat er hier niemand was om voor Mullins te spreken. Ondanks al zijn “goede gedrag,” had hij alsnog geen enkele vriend of verdediger in de wereld. Niet dat hij er een verdiende.
“Wil iemand spreken?” vroeg de voorzitter.
“Ik wil graag nog wat toevoegen,” zei een stem achterin de zaal.
Riley’s adem stokte. Ze kende die stem goed.
Ze draaide zich om in haar stoel en zag de bekende kleine, brede man staan achterin de ruimte. Het was Jake Crivaro; de laatste die ze had verwacht hier te zien vandaag. Riley was blij en verbaasd.
Jake kwam naar voren en zei zijn naam en functie, en zei toen, “Ik kan jullie vertellen dat deze man een meester is in manipulatie. Geloof hem niet. Hij liegt. Toen we hem oppakten toonde hij geen spijt. Wat je ziet is allemaal toneel.”
Jake stapte naar de tafel en leunde erover naar Mullins.
“Je had me vast niet verwacht hier vandaag,” zei hij met een stem vol minachting. “Ik had het niet willen missen, jij kindermoordende kleine lul van een lafaard.”
De voorzitter sloeg haar hamer.
“Orde!” riep ze.
“O, het spijt me,” zei Jake spottend. “Ik wilde de modelgevangene niet beledigen. Hij is immers gerehabiliteerd nu. Hij is een berouwvolle kindermoordende kleine lul van een lafaard.”
Jake stond daar gewoon, neerkijkend op Mullins. Riley keek nauwkeurig naar de uitdrukking van de gevangene. Ze wist dat Jake zijn best deed om een uitbarsting van Mullins uit te lokken. Maar het gezicht van de gevangene bleef stil en kalm.
“Meneer Crivaro, ga alstublieft weer zitten,” zei de voorzitter. “De commissie mag nu een beslissing maken.”
De commissieleden gingen dichterbij elkaar zitten om hun aantekeningen en gedachten te delen. Hun gefluister was geanimeerd en gespannen. Ondertussen kon Riley niks anders doen dan wachten.
Donald en Melanie Betts waren aan het snikken. Darla Harter huilde en haar man, Ross, hield haar hand vast. Hij staarde recht naar Riley. Zijn blik sneed door haar als een mes. Wat dacht hij van de verklaring die ze net had afgelegd? Vond hij dat het haar mislukking van al die jaren geleden weer goedmaakte?