Kitabı oku: «Het perfecte huis», sayfa 4
HOOFDSTUK ZEVEN
Jessie draaide haar hoofd constant heen en weer, alert op iemand of iets ongewoons.
Toen ze naar haar huis terugkeerde en dezelfde omslachtige route volgde als eerder op de dag, leken alle veiligheidsmaatregelen waar ze nog maar een paar uur eerder zo trots op was geweest, nu hopeloos ontoereikend.
Ditmaal bond ze haar haar in een knotje en verborg ze het onder een baseballpet en de capuchon van een trui die ze op de terugweg van Norwalk had gekocht. Haar kleine rugtasje had ze aan de voorkant om haar borst gedaan. Ondanks de extra anonimiteit die dit haar had kunnen bieden, droeg ze geen zonnebril omdat ze bang was daarmee haar zicht te beperken.
Kat had beloofd de banden van alle recente bezoeken aan Crutchfield te bekijken om te zien of ze iets hadden gemist. Ze zei ook dat als Jessie kon wachten tot na het werk, ze de rit naar DTLA zou maken, ook al woonde ze ver weg in de City of Industry, om zeker te zijn dat ze weer veilig thuiskwam. Jessie sloeg het aanbod beleefd af.
"Ik kan er vanaf nu niet op rekenen dat ik overal waar ik kom een gewapende escorte heb," had ze volgehouden.
"Waarom niet?" had Kat maar half-gekscherend gevraagd.
Nu ze door de gang naar haar appartement liep, vroeg ze zich af of ze toch het aanbod van haar vriendin had moeten aannemen. Ze voelde zich extra kwetsbaar met de zak met boodschappen in haar armen. De gang was doodstil en ze had helemaal niemand meer gezien sinds ze het gebouw binnenkwam. Voordat ze de tijd had om het weg te wuiven, kwam er een raar idee in haar op – dat haar vader iedereen op haar verdieping had vermoord, zodat hij haar zonder complicaties kon benaderen.
Het kijkgaatje van haar deur brandde groen, wat haar enige geruststelling bracht toen ze de deur opende met blikken links en rechts door de gang of iemand op haar af kwam springen. Niemand. Eenmaal binnen deed ze de lichten aan en draaide vervolgens alle sloten terug voordat ze beide alarmen uitschakelde. Onmiddellijk daarna schakelde ze de hoofdcomputer weer in in de "thuis"-stand, zodat ze door het appartement kon lopen zonder de bewegingssensoren in werking te stellen.
Ze plaatste de zak met boodschappen op het aanrecht en doorzocht de flat met de wapenstok in haar hand. Ze had met succes een vuurwapenvergunning aangevraagd voordat ze naar Quantico vertrok en zou morgen haar wapen gaan ophalen, wanneer ze weer aan het werk ging. Een deel van haar wenste dat ze het had opgehaald toen ze eerder op de dag langs was gegaan voor haar post. Toen ze er eindelijk zeker van was dat het appartement veilig was, begon ze de boodschappen op te bergen, op de sashimi na die ze voor het avondeten had gehaald in plaats van pizza.
Er gaat niets boven supermarktsushi op maandagavond om een vrijgezelle meid zich speciaal te laten voelen in de grote stad.
Bij die gedachte moest ze even in zichzelf grinniken voordat ze zich herinnerde dat haar vader, de seriemoordenaar, een routeplanner naar haar woonplaats had ontvangen. Misschien was het geen volledige routekaart. Maar uit wat Crutchfield had gezegd, leek het wel voldoende om hem uiteindelijk naar haar toe te leiden. De grote vraag was: wanneer was "uiteindelijk"?
*
Negentig minuten later stond Jessie tegen een zware bokszak te beuken terwijl het zweet van haar lichaam gutste. Nadat ze haar sushi had opgegeten voelde ze zich rusteloos en opgesloten en besloot ze haar frustraties op een constructieve manier te uiten in de sportschool.
Ze was nooit echt een sportfanaat geweest. Maar terwijl ze op de National Academy was, kwam ze tot een onverwachte ontdekking. Wanneer ze uitgeput was van de lichaamsbeweging, was er geen ruimte meer over voor de zenuwen en angst die haar zo vaak in hun greep hadden. Had ze dat maar tien jaar geleden geweten, dan had ze zichzelf duizenden slapeloze nachten kunnen besparen, zelfs de nachten vol met eindeloze nachtmerries.
Het had haar misschien ook een paar ritten bespaard naar haar therapeut, dr. Janice Lemmon, die zelf ook gerenommeerd forensisch psycholoog was. Dr. Lemmon was een van de weinige mensen die elk detail van Jessie's verleden kende. Ze was de afgelopen jaren van onschatbare waarde geweest.
Maar ze was momenteel herstellende van een niertransplantatie en was een paar weken lang niet beschikbaar voor sessies. Jessie was geneigd te denken dat ze de afspraken nu helemaal kon overslaan. Maar ondanks dat alleen lichaamstraining goedkopere therapie zou zijn, wist ze dat er ongetwijfeld tijden aankwamen waarop ze de psycholoog nodig zou hebben.
Onder het boksen herinnerde ze zich hoe ze, voorafgaand aan haar reis naar Quantico, vaak badend in het zweet wakker werd, hijgend, verwoed pogend zichzelf eraan te herinneren dat ze veilig in Los Angeles zat en niet weer in een kleine hut in de Missouri Ozarks, vastgebonden aan een stoel, kijkend naar het bloed dat uit het langzaam afkoelende lichaam van haar dode moeder druppelde.
Was dat maar ook maar een droom geweest. Maar het was allemaal echt. Toen ze zes jaar oud was en het huwelijk van haar ouders op de klippen liep, had haar vader haar en haar moeder meegenomen naar zijn afgelegen hut. Toen ze daar waren, onthulde hij dat hij jarenlang mensen had ontvoerd, gemarteld en vermoord. En toen deed hij hetzelfde met zijn eigen vrouw, Carrie Thurman.
Terwijl hij haar handen aan de balken aan het plafond van de hut vastboeide en haar met tussenpozen met een mes bewerkte, dwong hij Jessie – toen nog Jessica Thurman – te kijken. Hij bond haar armen vast aan een stoel en plakte haar oogleden open toen hij eindelijk haar moeder voor het laatst openreet.
Toen gebruikte hij hetzelfde mes om een grote snee over het sleutelbeen van zijn eigen dochter te snijden, van haar linkerschouder tot aan haar nek. Daarna verliet hij simpelweg de hut. Drie dagen later werd ze, onderkoeld en in shock, ontdekt door twee jagers die toevallig langsliepen.
Nadat ze hersteld was, vertelde ze het verhaal aan de politie en de FBI. Maar tegen die tijd was haar vader allang verdwenen en was alle hoop om hem te pakken daarmee vervlogen. Jessica werd in Las Cruces bij de familie Hunt onder getuigenbescherming geplaatst. Jessica Thurman werd Jessie Hunt, en een nieuw leven ving aan.
Jessie schudde de herinneringen uit haar hoofd en schakelde over van boksen naar knietjes, bedoeld voor de lies van een belager. Ze omarmde de pijn in haar dij terwijl ze die omhoog stootte. Bij elke stoot vervaagde het beeld van de bleke, levenloze huid van haar moeder.
Toen werd ze weer overvallen door een herinnering, en wel die aan haar voormalige echtgenoot, Kyle, die haar in hun eigen huis belaagd had met de bedoeling haar van het leven te beroven en haar de moord op zijn minnares in de schoenen te schuiven. Ze kon de pijn van de haardpook bijna voelen, de haardpook die hij in haar linkeronderbuik had gestoken.
De lichamelijke pijn van dat moment werd alleen geëvenaard door de vernedering die ze nog steeds voelde omdat ze tien jaar een relatie had gehad met een sociopaat en het nooit gemerkt had. Ze hoorde tenslotte een expert te zijn in het ontdekken van dit soort mensen.
Jessie ging een tandje harder trainen, in de hoop de schaamte uit haar gedachten te duwen met een reeks elleboogstoten tegen de zak ter hoogte van de kaak van een belager. Haar schouders begonnen hun ongenoegen luid en duidelijk kenbaar te maken, maar ze ging door met haar aanval op de bokszak, wetende dat ze al snel mentaal te moe zou zijn om overstuur te zijn.
Dit was het deel van zichzelf dat ze tegen de verwachting in bij de FBI had ontdekt – de bikkel. Ondanks haar gebruikelijke nervositeit bij aankomst, had ze wel verwacht dat ze het op academisch vlak goed zou doen. Ze had net de afgelopen drie jaren in die sfeer doorgebracht, volledig ondergedompeld in de criminele psychologie.
En ze had gelijk gehad. De lessen rechten, forensische wetenschap en terrorisme waren haar gemakkelijk afgegaan. Zelfs het seminar over gedragswetenschappen, gegeven door instructeurs die ze vereerde en waarvan ze verwacht had dat ze er zenuwachtig bij zou zitten, ging haar zonder kleerscheuren af. Maar het waren de lessen in lichamelijke conditie, en de zelfverdedigingstraining in het bijzonder, waar ze zichzelf het meest had verrast.
Haar instructeurs hadden haar laten zien dat ze, met een gewicht van 1,78m en 67 kg, de juiste fysieke omvang had zich tegenover de meeste belagers staande te houden, mits ze goed was voorbereid. Ze zou waarschijnlijk nooit de gevechtsvaardigheden van een voormalige Special Forces-veteraan als Kat Gentry bezitten. Maar ze verliet het programma vol vertrouwen dat ze zichzelf in de meeste situaties kon verdedigen.
Jessie rukte de handschoenen van haar handen en liep naar de loopband. Ze wierp een blik op de klok en zag dat het bijna acht uur 's avonds was. Ze besloot dat acht kilometer hardlopen haar genoeg zou uitputten om vanavond droomloos te kunnen slapen. Dat had prioriteit, want morgen moest ze weer aan het werk, en ze verwachtte een hoop plagerij van haar collega's over hoe ze nu een soort FBI-superheld was geworden.
Ze zette de tijd op veertig minuten, waarmee ze zichzelf dwong om de acht kilometer in een tempo van vijf minuten per kilometer af te leggen. Toen zette ze het volume van haar oordopjes harder. Toen de eerste paar seconden van Seal's "Killer" begonnen te spelen, werd haar hoofd leeg en concentreerde ze zich alleen op de taak die voor haar lag. Ze was zich totaal niet bewust van de titel van het nummer of van eventuele persoonlijke herinneringen die het zou oproepen. Er was alleen het ritme, en haar benen dreunden harmonieus mee. Het was zo vredig als Jessie Hunt het zich kon maken.
HOOFDSTUK ACHT
Eliza Longworth haastte zich zo snel ze kon naar Penny's voordeur. Het was bijna 8 uur 's ochtends, en dat was het tijdstip waarop hun yoga-lerares meestal kwam opdagen.
Het was een grotendeels slapeloze nacht geweest. Pas bij het eerste ochtendlicht had ze het gevoel dat ze wist welk pad ze moest kiezen. Toen de beslissing eenmaal was genomen, voelde Eliza een gewicht van haar schouders vallen.
Ze sms'te Penny om haar te vertellen dat de lange nacht haar tijd had gegeven om na te denken, en om te overwegen of ze te haastig was geweest met het beëindigen van hun vriendschap. Ze moesten eigenlijk doorgaan met de yogales. En daarna, nadat Beth, hun lerares, weer weg was, konden ze op zoek gaan naar een manier om de zaken op te lossen.
Penny had niet gereageerd, maar dat weerhield Eliza er niet van om erheen te gaan. Net toen ze de voordeur bereikte, zag ze Beth de kronkelende woonweg oprijden en zwaaide naar haar.
"Penny!" riep ze terwijl ze op de deur klopte. "Beth is er. Gaan we nog yoga doen?"
Er kwam geen antwoord, dus drukte ze op de deurbel en zwaaide met haar armen voor de camera.
"Penny, mag ik binnenkomen? We moeten even praten voordat Beth arriveert."
Er kwam nog steeds geen antwoord en Beth was nog maar honderd meter verderop, dus besloot ze naar binnen te gaan. Ze wist waar de geheime sleutel werd bewaard, maar probeerde toch de deur. Hij was ontgrendeld. Ze stapte naar binnen en liet de deur voor Beth openstaan.
"Penny," riep ze. "Je hebt de deur niet op slot gedaan. Beth komt net aanrijden. Heb je mijn berichtje ontvangen? Kunnen we een minuutje privé praten voordat we beginnen?"
Ze liep de hal binnen en wachtte. Er kwam geen reactie. Ze ging naar de woonkamer waar ze meestal de yogasessies hielden. Ook daar was niemand te bekennen. Ze stond op het punt naar de keuken te gaan toen Beth binnenkwam.
"Dames, ik ben er!" riep ze vanuit de voordeur.
"Hé, Beth," zei Eliza, terwijl ze zich omdraaide om haar te begroeten. "De deur was niet op slot, maar Penny geeft geen antwoord. Ik snap niet helemaal wat er aan de hand is. Misschien heeft ze zich verslapen of is ze in de badkamer of zoiets. Ik kan even boven gaan kijken als jij je iets te drinken inschenkt. Het duurt vast niet lang."
"Geen probleem," zei Beth. "Mijn klant van half negen heeft afgezegd, dus ik heb geen haast. Zeg haar dat ze het rustig aan doet."
"Oké," zei Eliza terwijl ze de trap op liep. "Een minuutje."
Ze was ongeveer halverwege de eerste trap toen ze zich afvroeg of ze misschien de lift had moeten nemen. De hoofdslaapkamer bevond zich op de derde verdieping en ze had niet zo'n zin in de trektocht. Voordat ze er serieus over kon nadenken, hoorde ze een schreeuw van beneden.
"Wat is er?" schreeuwde ze terwijl ze zich omdraaide en weer naar beneden snelde.
"Kom snel!" gilde Beth. "Mijn god, kom snel!"
Haar stem kwam uit de keuken. Eliza begon te rennen toen ze beneden aan de trap kwam, door de woonkamer en de hoek om.
Op de Spaanse tegelvloer van de keuken, in een enorme plas bloed, lag Penny. Haar ogen waren in doodsangst opengesperd, haar lichaam verwrongen tot een soort gruwelijke doodskramp.
Eliza haastte zich naar haar oudste, dierbaarste vriendin en gleed uit over de stroperige vloeistof toen ze dichterbij kwam. Haar voet gleed onder haar vandaan en ze belandde hard op de grond, waarbij haar hele lichaam in het bloed plonsde.
Ze probeerde niet te kokhalzen, kroop naar Penny toe en legde haar handen op haar borst. Zelfs met kleren aan voelde ze koud aan. Desondanks schudde Eliza haar door elkaar, alsof ze haar daarmee kon wekken.
"Penny," smeekte ze, "word wakker."
Haar vriendin reageerde niet. Eliza keek naar Beth.
"Kan jij reanimeren?" vroeg ze.
"Nee," schudde de jonge vrouw met trillende stem haar hoofd. "Maar ik denk dat het al te laat is."
Eliza negeerde de opmerking en probeerde zich de reanimatieles te herinneren die ze jaren geleden had gevolgd. Het was voor de behandeling van kinderen, maar dezelfde principes zouden hier ook moeten gelden. Ze opende Penny's mond, hield haar hoofd achterover, kneep in haar neus en blies hard in de keel van haar vriendin.
Toen klom ze bovenop Penny's middel, legde de ene hand op de andere met haar handpalmen naar beneden en duwde met haar handpalm tegen Penny's borstbeen. Ze deed het een tweede keer en daarna een derde keer, in een poging om in een soort ritme te komen.
"Oh god," hoorde ze Beth mompelen, en ze keek op om te zien wat er aan de hand was.
"Wat is er aan de hand?" vroeg ze geirriteerd.
"Iedere keer als je op haar duwt, stroomt er bloed uit haar borst."
Eliza keek naar beneden. Het was niet gelogen. Elke compressie veroorzaakte een langzaam bloedlek uit wat leek op brede sneden in haar borstholte. Zij keek opnieuw.
"Bel de alarmcentrale!" schreeuwde ze, hoewel ze wist dat het geen zin had.
*
Jessie, die zich onverwacht nerveus voelde, ging vroeg aan het werk.
Met alle extra veiligheidsmaatregelen die ze had getroffen, had ze besloten twintig minuten te vroeg naar haar eerste werkdag in drie maanden te vertrekken om er zeker van te zijn dat ze om negen uur 's ochtends arriveerde, de tijd waarop ze van Captain Decker aanwezig moest zijn. Maar ze was kennelijk wel beter geworden in het navigeren van alle verborgen bochten en trappenhuizen, want het duurde niet zo lang als ze verwacht had om op het Centraal Bureau te komen.
Terwijl ze van het parkeergebouw naar de hoofdingang van het bureau liep, schoten haar ogen heen en weer, op zoek naar iets ongewoons. Maar toen herinnerde ze zich de belofte die ze zichzelf had gedaan vlak voordat ze gisteravond in slaap viel. Ze zou zich niet laten opslokken door de dreiging van haar vader.
Ze had geen idee hoe vaag of specifiek de informatie was geweest die Bolton Crutchfield aan haar vader had gegeven. Ze wist niet eens zeker of Crutchfield haar de waarheid vertelde. Hoe dan ook, ze kon er niet veel meer tegen doen dan ze al deed. Kat Gentry was de banden van Crutchfields bezoeken aan het bekijken. Ze woonde min of meer in een bunker. Ze zou vandaag haar officiële wapen krijgen. Voor het overige moest ze toch haar leven leiden. Anders zou ze gek worden.
Ze liep terug naar de centrale werkplek van het bureau, flink ongemakkelijk over hoe ze haar na zo'n lange afwezigheid zouden ontvangen. Daarbij was ze, toen ze hier voor het laatst was geweest, slechts interim junior profileringsadviseur geweest.
Nu was dat "interim" verdwenen en hoewel ze technisch gezien nog steeds adviseur was, werd ze betaald door de LAPD, met alle bijbehorende voordelen. Dat was inclusief een ziektekostenverzekering die ze, als je afging op recente ervaringen, behoorlijk vaak nodig zou hebben.
Toen ze de grote centrale werkvloer betrad, die bestond uit tientallen bureaus, gescheiden door niets meer dan prikborden, hield ze de adem in en wachtte. Maar er kwam niets. Niemand zei iets.
Sterker nog, niemand leek haar komst op te merken. Sommige hoofden waren omlaag gericht en bestudeerden dossiers. Anderen waren strak gericht op de mensen aan de andere kant van de tafels, in de meeste gevallen getuigen of verdachten met handboeien om.
Ze voelde zich een beetje leeglopen. Maar meer nog voelde ze zich onnozel.
Wat had ik verwacht – een triomftocht?
Ze had immers niet de legendarische Nobelprijs voor het Oplossen van Misdaden gewonnen. Ze was twee en een halve maand naar een FBI-opleidingsacademie geweest. Het was best gaaf. Maar niet iets om haar een staande ovatie voor te geven.
Ze liep stilletjes door het doolhof van bureaus, langs rechercheurs met wie ze eerder had gewerkt. Callum Reid, midden veertig, keek op van het dossier dat hij aan het lezen was. Terwijl hij haar toeknikte, viel zijn bril bijna van zijn voorhoofd, waar hij deze geplaatst had.
De twintiger Alan Trembley, met zijn gebruikelijke warrige blonde krullen, droeg ook een bril, maar die van hem zat op de brug van zijn neus terwijl hij een oudere man zat te ondervragen die beschonken leek te zijn. Hij merkte Jessie niet eens op toen ze langs hem liep.
Ze bereikte haar bureau, dat genant netjes opgeruimd was, gooide haar jasje en rugzakje neer en ging zitten. Intussen zag ze Garland Moses langzaam uit het keukentje slenteren met een mok koffie in de hand, terwijl hij de trap opliep naar zijn kantoor op de tweede verdieping, die in wezen een soort bezemkast was.
Het leek een vrij weinig indrukwekkende werkruimte voor de meest gevierde criminele profiler van de LAPD, maar het leek Moses niet te kunnen schelen. Er was uberhaupt niet veel dat hem iets kon schelen. De legendarische profiler, die boven de zeventig was en vooral uit verveling als adviseur voor de afdeling werkte, kon in wezen doen en laten wat hij wilde. Als voormalig FBI-agent was hij naar de westkust verhuisd om met pensioen te gaan, maar ze hadden hem overgehaald adviseur voor het department te worden. Hij stemde toe, zolang hij zelf mocht kiezen op welke zaken hij werkte en zijn eigen uren kon bepalen. Gezien zijn staat van dienst, maakte niemand toentertijd bezwaar, en dat deden ze nu nog steeds niet.
Met een bos onverzorgd wit haar, een leerachtige huid en een kledingkeuze daterend van 1981, had hij de reputatie op zijn best nukkig te zijn en in het slechtste geval ronduit chagrijnig. Maar tijdens de ene keer dat Jessie wat uitgebreider met hem gesproken had, vond ze hem – weliswaar niet warm, maar op z'n minst gemoedelijk. Ze wilde hem graag meer vragen, maar was nog steeds een beetje bang om hem rechtstreeks aan te spreken.
Terwijl hij de trap op schuifelde en uit het zicht verdween, keek ze om zich heen, op zoek naar Ryan Hernandez, de rechercheur met wie ze het vaakst had gewerkt en met wie ze zich bijna genoeg op haar gemak voelde om hem als een vriend te beschouwen. Ze waren zelfs onlangs begonnen elkaars voornaam te gebruiken, wat in politiekringen behoorlijk veel voorstelde.
Ze hadden elkaar eigenlijk ontmoet buiten het werk, toen haar professor hem vorig najaar uitnodigde voor haar afstudeerklas criminele psychologie tijdens Jessie's laatste semester aan UC Irvine. Hij had een casus gepresenteerd, die Jessie als enige van de klas had kunnen oplossen. Later ontdekte ze dat ze pas de tweede persoon was die het had weten uit te vogelen.
Daarna hielden ze contact. Ze had hem om hulp gevraag toen ze de motieven van haar man begon te wantrouwen, maar voordat hij geprobeerd had haar te vermoorden. En toen ze eenmaal terug naar DTLA was verhuisd, werd ze toegewezen aan het Centraal Bureau, waar ook hij werkte.
Ze werkten samen op verschillende zaken, waaronder de moord op filantroop Victoria Missinger die in societykringen had verkeerd. Het was voor een groot deel Jessie's ontdekking van wie de moordenaar was die haar het respect had bezorgd waardoor ze naar de FBI mocht. En het zou niet mogelijk zijn geweest zonder de ervaring en instincten van Ryan Hernandez.
Hij stond zelfs zo hoog aangeschreven dat hij was toegewezen aan een speciale eenheid in Moordzaken genaamd Homicide Special Section, of kortweg HSS. Ze specialiseerden zich in spraakmakende zaken die veel aandacht van de media of het algemene publiek kregen. Dat betekende meestal brandstichtingen, moorden met meerdere slachtoffers, moorden op opmerkelijke individuen en natuurlijk seriemoordenaars.
Naast zijn gaven als rechercheur, moest Jessie erkennen dat het niet onaangenaam was om tijd met hem door te brengen. Ze hadden een gemakkelijke verstandhouding, alsof ze elkaar al veel langer dan zes maanden kenden. In Quantico, waar ze niet steeds op haar qui vive hoefde te zijn, had Jessie zich wel eens afgevraagd of de dingen anders zouden zijn geweest als ze elkaar onder andere omstandigheden hadden ontmoet. Maar op dat moment was Jessie nog steeds getrouwd en waren Hernandez en zijn vrouw al meer dan zes jaar samen.
Op dat moment opende Captain Roy Decker de deur van zijn kantoor en kwam eruit gelopen. Decker was lang, mager en bijna helemaal kaal, afgezien van een paar losse haren, en nog geen zestig jaar oud. Maar hij zag er veel ouder uit, met een bleek, gelijnd gezicht dat op constante spanning wees. Zijn neus kwam tot een scherpe punt en zijn kleine ogen waren alert, alsof ze altijd op jacht waren. Jessie bedacht dat dat inderdaad ook zo was.
Toen hij de werkruimte binnenstapte, kwam iemand achter hem naar buiten. Het was Ryan. Hij was precies zoals ze zich hem had herinnerd. Ongeveer een meter tachtig lang en negentig kilo met kort zwart haar en bruine ogen. Hij had een jas aan en een stropdas om die, naar zij wist, een goed gespierd lichaam verborgen.
Hij was dertig jaar oud, jong om volwaardig rechercheur te zijn. Maar hij was snel omhooggeklommen, vooral nadat hij als agent in uniform had geholpen een beruchte seriemoordenaar op te pakken – ene Bolton Crutchfield.
Terwijl hij en Captain Decker naar buiten liepen, toverde iets dat zijn baas tegen hem zei die warme, ontspannen glimlach tevoorschijn die zelfs verdachten die bij de ondervraging ontwapende. Tot haar verbazing veroorzaakte het zijn van die grijns een onverwachte reactie bij haar. Ergens in haar buik voelde ze iets vreemds dat ze in jaren niet meer had gevoeld: vlinders.
Hernandez zag haar en zwaaide terwijl de twee mannen naar haar toe liepen. Ze stond op, geïrriteerd door het onverwachte gevoel, hopend dat het onderdrukt werd als ze in beweging kwam. Ze dwong haar hoofd om op de professionele stand iover te gaan en probeerde op basis van hun uitdrukkingen te raden waar ze het over hadden gehad. Maar beide mannen hadden stalen gezichten die suggereerden dat ze de inhoud van hun discussie privé wilden houden. Maar Jessie merkte wel één ding op: Ryan zag er moe uit.
"Welkom terug, Hunt," zei Decker plichtmatig. "Ik vertrouw erop dat je tijd in Virginia verhelderend was?"
"Dat was het zeker, sir," antwoordde ze.
"Prachtig. Ik zou het weliswaar heel leuk vinden om de details te horen, maar voorlopig moeten we dat uitstellen. In plaats daarvan ga je je nieuwe vaardigheden meteen op de proef stellen. Je hebt een zaak. "
“Sir?” zei ze enigszins verrast. Ze was ervan uitgegaan dat hij haar weer zou willen laten wennen aan de werkomgeving, en haar nieuwe taken als fulltime niet-interim-profiler zou willen bespreken.
"Hernandez zal je onderweg de details geven," zei Decker. "De zaak is nogal gevoelig en er is specifiek om jouw diensten gevraagd."
"Echt waar?" vroeg Jessie, die al op het moment dat ze de woorden uitsprak spijt had van haar enthousiasme.
"Echt waar, Hunt," antwoordde Decker met een lichte frons. "Blijkbaar heb je een beetje een reputatie opgebouwd als de Redder van de Buitenwijk. Ik kan er nu niet verder op ingaan. Volstaat te zeggen dat de mensen boven willen dat we in deze zaak voorzichtig te werk gaan. Ik verwacht dat je dat bij het onderzoek in gedachten houdt."
"Ja sir."
"Goed dan. We praten later wel bij," zei hij. Toen draaide hij zich om en liep weg zonder nog een woord te zeggen.
Ryan, die tot dan toe had gezwegen, trok nu eindelijk zijn mond open.
"Welkom thuis," zei hij. "Hoe gaat het met je?"
"Gaat wel," zei ze, terwijl ze het fladderende gevoel negeerde dat plotseling was teruggekeerd. "Probeer er weer in te komen, weet je?"
"Nou, dan zal het wel helpen erin te duiken," zei hij. "We moeten er meteen vandoor."
"Heb ik tijd om het wapen op te halen dat ik had gevorderd voordat ik naar Quantico vertrok?"
"Ik ben dat eerder vanochtend voor je nagegaan," zei hij terwijl ze door de werkruimte liepen. “Helaas was er een soort bureaucratische fout en die was nog niet verwerkt. Ik heb het papierwerkprobleem opgelost, maar je krijgt je pistool waarschijnlijk pas volgende week. Denk je dat je kunt overleven door je voor een paar dagen met je hersenen te wapenen?"
Hij glimlachte naar haar, maar ze zag iets wat ze niet eerder had opgemerkt. Hij had donkere kringen onder zijn ogen, die een beetje rood waren.
"Tuurlijk," knikte ze in een poging zijn straf tempo bij te houden. "Is alles goed met jou?"
"Prima. Hoezo?" vroeg hij terwijl hij haar aankeek.
"Je ziet er alleen een beetje…vermoeid uit."
"Ja, dat kan kloppen," zei hij, terwijl hij weer recht voor zich uit keek. "Ik slaap de laatste tijd niet zo goed. Shelly en ik gaan uit elkaar."
Ücretsiz ön izlemeyi tamamladınız.