Kitabı oku: «Gezondheid uit de apotheek van God», sayfa 4

Yazı tipi:

GEBRUIKSAANWIJZING

THEE: 1 overvolle theelepel kruid in ¼ l. water, alleen opgieten, kort laten trekken.

SAP: De frisse bloemen worden gewassen en in vochtige toestand in de vruchtenpers geperst, het sap wordt in kleine flesjes gedaan en in de koelkast bewaard.

TINCTUUR: Twee volle handen bloeiend, fijngesneden kruid met 1 l. 38% tot 40% graanjenever aanzetten en deze in de zon of op een warme plaats 14 dagen laten trekken.

MENGTHEE: 1 overvolle theelepel per ¼ l. water, alleen opgieten, kort laten trekken.


Goudsbloem

(Calendula officinalis)

De goudsbloem neemt onder de geneeskruiden van onze streken een belangrijke plaats in. Want ze behoort tot de planten die bij kanker en kankerachtige gezwellen kunnen helpen. De goudsbloem is door het hele land, in tuinen en dikwijls ook verwilderd op puinhopen te vinden. Haar geneeskracht is intussen alom bekend, ze wordt daarom ook al extra gekweekt. De goudsbloem wordt 30 tot 60 cm. hoog en heeft licht oranje of gele bloemen. Haar stengels en bladeren voelen kleverig aan. Er zijn veel bastaardsoorten, met gevulde bloemknoppen, met lichte of donkere stuifmeelbodem. Ze hebben alle dezelfde geneeskracht. Als ‘s morgens om 7 uur haar bloemen nog dicht zijn, dan komt er die dag regen. Ze werd daarom vroeger als weerprofeet gezien.

In de volksgeneeskunde wordt de hele plant met stengel, blad en bloem geoogst en gebruikt. Men moet ze echter bij stralende zon plukken, omdat dan haar geneeskracht het sterkste is. Men kan ze nog tot laat in de herfst vers uit de tuin halen, tenzij ze dan met meeldauw besmet is.

De goudsbloem lijkt veel op arnika, het valkruid, maar ze is sterker aan geneeskracht. Arnika mag inwendig uitsluitend op geneeskundig voorschrift gebruikt worden, daar het bij hartzieken meer kwaad dan goed zou doen. Goudsbloemthee daarentegen kan zonder enig gevaar gedronken worden. Omdat ze een bloedzuiverende plant is, wordt ze bij besmettelijke geelzucht als ‘n uitstekend hulpmiddel gebruikt. Een tot twee koppen thee per dag, doen wonderen! De goudsbloem reinigt, stimuleert de bloedsomloop en bevordert het genezingsproces bij wonden.

Een man kwam met de hand in een cirkelzaag en had na zijn terugkeer uit het ziekenhuis hevige wondpijn. Ik hoorde daarvan en zei, dat goudsbloemzalf gebruikt moest worden. Hij was overgelukkig over de goede werking en deelde mij mee, dat de pijnen die hem zoveel slapeloze nachten hadden bezorgd, reeds na korte tijd verdwenen waren! Sindsdien zaait zijn vrouw goudsbloem in haar tuin.

Bij een bezoek in Mühlviertel toonde een vrouw mij haar benen die helemaal met spataderen bedekt waren. Ik haalde goudsbloem uit de tuin en maakte een zalf. Het restant bond ik haar meteen op de benen (het restant kan zeker 4 tot 5 maal gebruikt worden). Daarna heeft ze vaker de zalf zeer dik op een linnen doek gesmeerd en om haar benen gebonden. U zult mij amper geloven als ik u vertel dat deze vrouw mij vier weken later kwam opzoeken in Grieskirchen, en toen waren haar spataderen geheel verdwenen! Beide benen vertoonden weer een volkomen effen huid. Een kloosterzuster vertelde dat zij een oude vrouw, die haar op straat door haar zeer dikke spataderen opgevallen was aangeraden had goudsbloemzalf te gebruiken. Zij was zeer blij, toen deze vrouw haar benen een maand later kwam laten zien; de vrouw was overgelukkig want alle spataderen waren weg en de huid was weer glad.

Ook bij aderontsteking, ongeneeslijk zwerende spataderen, fistels, bevroren ledematen, en brandwonden helpt deze zalf zeer vlug. Men gebruikt de zalf op zwerende borsten en moet er ook de draf van opleggen, zelfs als dat van kwaadaardige aard is (borstkanker).

Bij één van mijn kennissen moest de borst afgezet worden. Terwijl zij nog in het ziekenhuis was en wij het ergste voor haar vreesden, bereidde ik de goudsbloemzalf voor haar. Met deze zalf bestreek zij later de vreselijke operatiewond, waardoor alle spanning uit de wond verdween. De lidtekens van de operatie bleken bij het onderzoek, in tegenstelling tot andere patienten, zo goed genezen, dat zij een deel van de voorziene bestralingen niet meer nodig had.

Goudsbloemzalf is ook een allerbeste hulp bij voetschimmel. Vele brieven bevestigen mij dat, zelfs in gevallen waar vroeger alle aangewende middelen faalden. Ook goudsbloemaftreksel van vers kruid kan in zulke gevallen heel goed gebruikt worden. Bij schimmel in de buurt van de vagina, helpen wassingen en zitbaden met goudsbloemafkooksel. Daarvoor neemt men 50 gr. gedroogde (of twee handen vol) verse goudsbloemen per zitbad.

Uit Stuttgart schreef mij een vrouw, dat haar man aan voetschimmel geleden had. Wat hadden zij al niet gedaan! Baden, zalf, poeders niets werkte! Toen probeerde hij het met de goudsbloemzalf. Na acht dagen waren de wonden dicht, en bleven het ook. Is dat geen wonder? Behalve zalf zou men eigenlijk ook de goudsbloemtinctuur moeten kunnen maken. (Zie: Gebruiksaanwijzing.) Deze tinctuur, met gekookt water verdund, is bijzonder goed voor omslagen op wonden, kwetsuren, bloedingen, spierverrekking, ja zelfs tegen etterende of kankerachtige zweren, bij doorgelegen wonden, gezwellen en builen.

Niet alleen pastoor Kneipp zette zich in voor de goudsbloem als natuurgeneesmiddel tegen kwaadaardige zweren, maar ook bekende artsen zoals Dr. Stäger, Dr. Bohn, Dr. Halenser en anderen. Dr. Bohn noemt de goudsbloem zelfs het belangrijkste geneesmiddel tegen kankerziektes, indien er geen operatie meer mogelijk is. Hij beveelt ons dan aan om lange tijd goudsbloemthee te drinken. Het versgeperste sap van goudsbloem kan ook met beste resultaten bij huidkanker gebruikt worden, een bloedgezwel kan verdwijnen door deze vaak met vers goudsbloemsap in te wrijven, evenals bij sproeten en ouderdomsvlekken. Ook kankerachtige vlekken kunnen aldoende verdwijnen.

Korte tijd geleden wees de Amerikaanse arts en onderzoeker Dr. Drwey op de unieke geneeskracht van de goudsbloem bij kanker, waarvan hij goede resultaten kon bekend maken. Inwendig wordt goudsbloemthee gebruikt bij maag- en darmziektes, bij maagkrampen en -zweren, evenals bij dikkedarmontsteking, waterzucht en bij bloed in de urine. Ook bij besmettelijke ziektes (virusziektes), bakteriënverspreiding, is deze thee een buitengewone hulp.

Hoe wonderbaar verse goudsbloemthee werkt blijkt uit volgend bericht, dat mij een arts vertelde: »Een klein, tweejarig meisje was na herhaalde polioinenting tamelijk ziek geworden, leed aan chronische diarree, vermagering en een merkbaar verzwakt gezichtsvermogen, met daarbij alle mogelijke spijsver-teringsmoeilijkheden. Tenslotte had men bij het klinisch onderzoek paratyphus vastgesteld, waartegen het kindje in het ziekenhuis moest behandeld worden. Na een week gebruik van goudsbloemthee uit vers kruid en enkele homeopathische medicijnen was het kind zo goed als hersteld. Haar stoelgang werd toen driemaal onderzocht op aanwezigheid van de typhusbacil en het bleek nu voor de eerste keer negatief.«

Daar de goudsbloem ook bij besmettelijke geelzucht goede resultaten heeft, is zij een voortreffelijk middel tegen leverziektes. Bloem, blad en stengel worden met heet water begoten en de thee wordt niet gezoet gedronken. Tegen de hier boven genoemde ziektes kan men dagelijks 3 tot 4 koppen drinken, ongeveer ieder kwartier een eetlepel. Een worm verdrijvend middel krijgt men indien men thee maakt met ¼ l. liter water en een eetlepel vol goudsbloemen. Het sap van verse stengels verwijdert wratten en schurft. Als men de zieke lichaamsdelen ermee wast, is de afgekookte thee ook goed tegen huiduitslag en gezwollen klieren. De regelmatig genomen thee reinigt het bloed. Indien de ogen met hulp van een oogglas met de thee gewassen worden, versterkt de goudsbloemthee het gezichtsvermogen.

Bij kankerachtige zweren en gezwellen, opengelopen voeten, etterend gebeente en bij beenzweren, bij kwaadaardige etterende dijbeenzweren, wonden die niet willen genezen, helpt het door met deze thee van goudsbloem en heermoes (paardenstaart) in gelijke delen vermengd, te wassen. Daarvoor neemt men een overvolle eetlepel van dit kruidenmengsel op ½ liter water.

Om de unieke werking van goudsbloem nog duidelijker te maken, wil ik hier enkele genezingen vermelden. Een verpleegster die al acht jaar aan dikkedarmontsteking leed, moest daarmee zelfs naar een specialist. Door het lezen van mijn boek, werd haar geadviseerd om goudsbloemthee te gebruiken. Vier dagen lang dronk zij overdag slokje voor slokje twee bekers goudsbloemthee. Men kon het nauwelijks geloven: na deze korte therapie waren haar klachten volledig verdwenen!

Een kloosterzuster uit Beieren, leed aan sterke diarree. Al dronk zij kamillethee, het verbeterde niet. Pas toen zij goudsbloemthee gebruikte, was haar kwaal na korte tijd voorbij. Een andere kloosterzuster uit Beieren, leed al 15 jaar aan voetschimmel en kreeg daarbij nog dikwijls aderontsteking. Door het gebruik van goudsbloemzalf waren haar voeten eindelijk genezen.

Ook harde korsten in de neus worden door goudsbloemzalf vlug verholpen. Mocht iemand tegen varkensvet een afkeer hebben, dan kan de zalf ook met goed plantenvet gemaakt worden. Om dan de zalf zacht en smeuig te krijgen, voegt men nog een beetje olie bij de warme zalfbrij toe.

GEBRUIKSAANWIJZING

THEE: 1 overvolle theelepel kruiden op ¼ l. water.

ZITBAD: Vier handen vol kruiden (of 100 gr.) voor een zitbad.

WASSINGEN: Per halve liter water een overvolle theelepel kruiden.

TINCTUUR: Een handvol bloemen laat men 14 dagen in 1 liter echte brandewijn, in de zon of bij circa 20° warmte trekken.

GOUDSBLOEMZALF: Vier handen vol bladeren, stengels en bloemen van goudsbloemen worden fijngesneden, 500 gr. darmvet van een natuurlijk gevoed varken, worden verhit alsof men iets wil bakken.

Daar doet men de goudsbloemen bij en laat alles even sudderen, roert het goed door elkaar en neemt het van het vuur. Dan laat men alles ruim een dag afgedekt staan. De volgende dag een beetje opwarmen, door een linnen doek filteren en in schone glazen of potten doen.

VERS SAP: Bladeren, stengels en bloemen worden gewassen en in vochtige toestand in de vruchtenpers gedaan.


Stinkende Gouwe

(Chelidonium majus)

Deze plant, die in de volksmond ook wel wrattenkruid wordt genoemd, stond reeds in vroegere tijden in hoog aanzien. In Italië wordt ze zelfs »caeli donum« (wat »hemelse gave« betekent) genoemd. Dit kruid wordt vandaag de dag als een giftig onkruid beschouwd. De afkeer die in onze tijd tegenover de hoogwaardige geneeskruiden bestaat kan ik aldus verklaren: bij de opkomst van de geneesmiddelenindustrie heeft men onze geneeskruiden dusdanig verdoemd, dat de mensen ervan afzagen ze nog verder te gebruiken en aldus werden de chemische geneesmiddelen aan de mensen opgedrongen.

Stinkende gouwe die met haar vertakte stengel van 30 tot 80 cm. hoog wordt, bloeit van mei af heel de zomer door, tot ver in de herfst. Haar bladeren zijn gezaagd en lijken op ‘n eikenblad. Uit de stengel en de wortelen vloeit dik oranjegeel vocht. Zij groeit aan de zuidkant van bossen, muren, hagen en op stortplaatsen. De zomer mag nog zo droog zijn en de zuidkant van de bossen nog zo dor, toch vloeit het dikke oranjegeel vocht nog overvloedig uit de gebroken stengel of wortel. Maar ook in de winter is er nog stinkende gouwe te vinden, al ligt de sneeuw nog zo dik.

Deze plant werkt bloedzuiverend en vormt nieuw bloed. Ik zou ze samen met brandnetel en de scheuten van de vlier tegen leukemie gebruiken. Men moet dan echter tenminste twee liter thee dagelijks van dit mengsel drinken, om goede resultaten te kunnen bereiken.

Stinkende gouwe is het beste geneesmiddel tegen leverziektes, in het bijzonder als men het als sap gebruikt. Men wast de stinkende gouwe en perst er, in vochtige toestand, het sap uit in de vruchtenpers. Dat sap drinkt men, verdund met dubbel zoveel lauwwarm water, de hele dag door, in teugjes. Omdat het bloed- en leverzuiverend werkt, bevordert het ook de spijsvertering zeer goed. Bij gal-, nier- en leverziektes wordt dit kruid ook met goed gevolg gebruikt. In wijn aangezet (30 gr. kruid, wortel inbegrepen, 1 tot 2 uur in een halve liter witte wijn laten trekken) helpt het veel vlug tegen geelzucht. Men kan het ten zeerste bij aambeien (waarbij een branderig gevoel aan de anus ontstaat) bij stekende en vlijmende pijn bij het urineren en als middel tegen het oorsuizen aanbevelen. In al deze gevallen kan men van het sap, verdund met lauwwarm water, of van thee van dit kruid, dat men niet kookt, maar alleen maar met heet water overgiet, twee tot drie kopjes per dag, in teugjes drinken. Uitwendig wordt het gebruikt tegen kwaadaardige huiduitslag, eksterogen, wratten en ongeneeslijke korsten. Grijze staar en hoornvlies-ontsteking verdwijnen langzaam maar zeker. Zelfs bij netvliesbloeding of bij het losraken van het netvlies kan dit sap helpen. Men neemt een blad stinkende gouwe, wast het en wrijft de zachte stengel fijn tussen de natte duim en wijsvinger en met de wijsvinger strijkt men het vocht tot in de hoeken op de gesloten ogen. Alhoewel het niet in het oog gestreken wordt, dringt dit vocht toch tot de ogen door. Het is goed tegen grijze staar, en zwakziende ogen en is een voorbehoedsmiddel bij gezonde ogen tegen eventuele overspannen of ook overbelaste ogen. Ik zelf voel dat het mij, als ik dikwijls tot laat in de nacht de binnengekomen post doorneem, goed doet. Als ik dan oververmoeid ben, haal ik een blad uit de tuin en strijk op bovengenoemde wijze het vocht tot in de hoeken van mijn ogen. Ik heb dan telkens het weldadige gevoel, alsof men een sluier van mijn ogen wegneemt. De homeopathie heeft ook een tinctuur van stinkende gouwe, waarvan men, tegen de genoemde kwalen, 10 tot 15 druppels in wat water nemen moet.

Enige jaren geleden werd me verteld van een boerin, die aan haar onderste ooglid een zweer van een vingerhoed grootte had. De oogarts kreeg argwaan, toen ze hem om een bril vroeg, ze bleek de zweer reeds zeven of acht jaar te hebben. Hij liet er een stukje van onderzoeken en het bleek tot grote schrik van iedereen huidkanker te zijn. Omdat ikzelf dat gezin kende kon ik haar op de geneeskracht van stinkende gouwe wijzen. Het was toen februari en nogal mild winterweer. (Stinkende gouwe overwintert en blijft groen.) Ik zei haar de plant uit de grond te graven en dan in een bloempot om te planten, zodat zij de plant dan steeds bij de hand zou hebben. Zij moest dagelijks, vijf tot zes maal, het zieke lichaamsdeel met het oranjegele sap aanstippen. Ik maakte haar duidelijk dat het geen gevaar voor het oog zou zijn, bovendien zei ik haar, dat ze zoals de arts het wilde een keer per maand naar Linz moest gaan om daar het oog met röntgenstralen te laten bestralen, hoewel deze stralen de kankerachtige gezwellen niet wegnemen, maar wel de gezonde huid en zelfs ook nog het been kunnen beschadigen. Net voor de kerstdagen beleefde ik het grote geluk, dat het gezwel verdwenen was. De vrouw viel me meteen bij de voordeur al om mijn hals van vreugde. De oogspecialist, waar ze vroeger kwam, had haar verbaasd gevraagd wat ze toch ondernomen had. Haar antwoord was: »Een keer per maand röntgenstralen in Linz«, hij zei toen: »Als de röntgenstralen het gezwel hebben doen verdwijnen, dan is dat een wonder.« Ze vertelde me toen ook nog, dat ze het zeker psychisch niet had kunnen volhouden om al die, tot op het been weggevreten gezichten van de andere patiënten te zien, die ook allemaal voor de röntgenstralingen kwamen. Nu wil ik u allen iets vragen: help uw medemensen toch ook in zulke gevallen, help ze aldoende een zulk vreselijk einde te besparen. In onze wereld die inmiddels zo vergiftigd en vervuild is, vermeerderen zich gevallen, dat uit rode plotseling opgekomen wratten huidkanker ontstaat.

Haren in het gezicht en sterk behaarde armen en benen bij vrouwen, betekent dat de nieren niet goed werken. De zieke lichaamsdelen worden met sap, in de vruchtenpers gewonnen, van stinkende gouwe ingewreven. (Dit sap blijft een half jaar goed in de koelkast.) Men laat het enkele uren inwerken en wast het dan met zachte zeep af. Daarna behandelt men de droge huid met goudsbloemzalf, kamille- of St.-Jansolie. (Zie: Gebruiksaanwijzing.) Bovendien moet men ook een brandneteltheekuur doen en wel met zeker 3 tot 4 koppen per dag, en ook zitbaden nemen met paardenstaart (heermoes), dit om de nieren beter te laten doorbloeden. (Zie ook onder paardenstaart.)

Een van mijn kennissen, die in de omgeving van Mainz woont, gebruikte tijdens zijn wandelingen het sap van de stinkende gouwe, zoals boven aangegeven is. Zijn hond, een al oude wolfshond, was zijn trouwe begeleider. Voor de grap had hij de hond een keer het sap op de oogleden gedaan, hetgeen de hond blijkbaar zeer goed beviel want elke keer als zijn baasje het sap dronk, begon de hond te bedelen totdat zijn oogleden weer met dat sap werden ingewreven.

In een pastorie in Opper-Oostenrijk hield ik eens een lezing en kwam daar in contact met de koster die brildrager was. Toen ik later in februari weer in die pastorie kwam, droeg hij geen bril meer. Hij vertelde mij zelf dat hij sinds november mijn raad, stinkende gouwe te gebruiken, gevolgd had. Bovendien zag hij nu beter dan vroeger mét bril. Hij had de bladeren van de stinkende gouwe van onder de sneeuw moeten uitgraven. Ik vertel u dit verhaal om aan te tonen dat bepaalde geneeskruiden zelfs in de winter als het lijkt of alles dood is, nog fris gevonden kunnen worden.

GEBRUIKSAANWIJZING

THEE: 1 afgestreken theelepel kruid voor ¼ l. water, alleen maar opgieten.

SAP: Bloem, blad en stengel wassen en in de vruchtenpers vochtig uitpersen.

TINCTUUR: Als homeopatisch middel in de apotheek halen. WIJN: 30 gr. kruid met wortel en met ½ l. witte wijn overgieten, 1 tot 2 uur laten staan, uitpersen en in teugjes drinken.


Guldenroede

(Solidago virga-aurea)

Guldenroede groeit aan bosranden, greppels, bij kreupelhout en op ont-boste plaatsen. Haar struikvormige stengel, met goudgele bloemensterren, wordt ± 80 cm. hoog. De bloemen worden van juli tot oktober geplukt. Men gebruikt ze tegen darmziektes en darmbloedingen. Maar de plant wordt vooral als een voortreffelijk geneesmiddel tegen nierziektes aangeprezen! Blad en bloem van de guldenroede werken afkoelend en omdat ze ook urine afdrijven worden zij bij alle nieren blaaskwalen aanbevolen. De grote Zwitserse natuurdokter pastoor Künzle vertelde ons over een ongeveer 45-jarige man, die aan een vreselijke nierziekte leed, die steeds erger werd. Tenslotte moest zelfs een nier worden verwijderd. De andere nier was eveneens veretterd en werkte nauwelijks nog. De man begon toen met de guldenroede-kuur. Hij mengde guldenroede met walstro (kleefkruid) en de gele dovenetel in gelijke delen, maakte daar thee van en dronk, gedurende de hele dag drie tot vier koppen in kleine slokjes, waardoor volgens die man zijn lijden na veertien dagen verdween.

Guldenroede werkt samen met walstro (kleefkruid) en gele of witte dovenetels zelfs bij nierverschrompeling, bij nierenspoeling en bij aansluiting aan de kunstnier. In alle drie voorheen genoemde gevallen kon ik door deze kruidenbehandeling goede resultaten bereiken. - Een 52-jarige man die sinds jaren door verschillende artsen in verband met zijn nierverschrompeling als afgeschreven werd beschouwd en die voortijdig gepensioneerd was, kwam kuchend en zwetend, de trap naar de eerste verdieping op en liet zich naar adem snakkend in een stoel vallen. Amper één week later, nadat hij van het bovengenoemde theemengsel dagelijks drie kopjes had gedronken, ging het al veel beter met hem. Hij gebruikte uitsluitend verse kruiden, zo uit de natuur geplukt. Drie weken later had hij al geen last van zijn kwalen meer!

Alle psychische gemoedsaandoeningen, werken zich bij ons mensen uit op de nieren. Daardoor komt het ook dat bij een psychische schok (»shock«) b.v. bij een plotselinge dood van een dierbaar persoon, of een ander ongeluk, de nieren steeds de weerslag daarvan ondergaan. Guldenroede blijkt uitstekende diensten bij een gestoord zielenleven van mensen te bewijzen. Daarom zouden degenen die aan ontgoochelingen en teleurstellingen of andere psychische druk bloot staan, zeer zeker de guldenroedethee moeten drinken.

De geneeskruidenengel staat vlak naast de guldenroede. Bij een gespannen gemoedsleven merken we direct de kalmerende invloed van deze plant, het is alsof een zachte hand alles weer goed streelt. Alleen al het zien van de guldenroede in het landschap werkt reeds kalmerend. Wij moeten dankbaar zijn, dat we zo’n troostbrengende plant in onze nabijheid weten.

Ücretsiz ön izlemeyi tamamladınız.