Kitabı oku: «De Firmant», sayfa 2

Yazı tipi:

Drie dagen later kreeg hij echter een bericht dat alles ineens deed kantelen. Ook al was hij senior-partner, er zijn altijd partners nog meer senior en deze hadden met een klein groepje insiders besloten LexCo te verkopen aan een groot accountantskantoor. Voor dit kantoor zou deze overname een start vormen van hun uitbreiding naar bedrijfsadvocatuur en daarom hadden ze er een goed bedrag voor over. De senior-partners die deze deal maakten, hadden met hun aandelenpositie de beslissende stem. Het zou voor iedereen een goede deal zijn, behalve voor Floris. Financieel zat het wel goed, maar hij zou bijna zijn hele energiepraktijk kwijtraken door deze deal. Het is namelijk niet toegestaan om bij hetzelfde bedrijf zowel de accountant als de raadsman te leveren. En laat dit kantoor nu net dezelfde energiebedrijven als cliënten hebben. Voor Floris betekende deze deal dat hij na zestien jaar investeren in zijn expertise en zijn netwerk in energie bijna niets meer mocht doen in deze markt. Hij kon een ander kunstje gaan leren of een beetje gaan lanterfanten, want de deal gaf hem allerlei compensatie daarvoor, maar hij was er de man niet naar om daar voldoening uit te halen.

En zo kwam het aanbod van Dirk ineens in een heel ander daglicht te staan. Het was eigenlijk wel op een heel gunstig moment gekomen. Bijna alsof Dirk iets had geweten. Na nog wat heen en weer gepraat, besloot hij om het aan te nemen. Tot zijn grote verbazing was het nog niet eens zo gemakkelijk geweest om weg te komen bij LexCo. Ze wilden hem aanvankelijk aan zijn concurrentiebeding houden. Dat is een afspraak dat je het eerste jaar na vertrek geen zakendoet met de cliënten die je had. Alleen was dat in dit geval natuurlijk belachelijk, aangezien hij juist wegging omdat hij die cliënten toch niet meer mocht bedienen vanwege die overname. Via een rugbyvriendje, die partner was bij een gerenommeerd advocatenkantoor, was hij aan een goede advocaat gekomen die hem hierbij hielp. Uiteindelijk was eruit gekomen dat hij alleen een concurrentiebeding van een jaar had op de cliënten die LexCo wel mocht blijven bedienen, wat logisch was. Zijn grootste klanten kon hij dus houden.

Eenmaal binnen bij de Firma, was het toch allemaal wel iets anders gelopen dan verwacht of dan Dirk had gesuggereerd. Hij kreeg steeds meer door dat ze hem vooral hadden binnengehaald om hem als concurrent onschadelijk te maken. Dat werd niet met zoveel woorden gezegd, maar hij kreeg wel het advies om zich vooral te gaan richten op het binnenhalen van nieuwe eigen cliënten. Het voelde niet helemaal eerlijk dat hij zijn eigen eerdere klanten moest overdragen aan de andere firmanten, maar hij wist dat hij het wel zou redden om toch succesvol te worden. Het was nu eenmaal iets waar hij goed in was: nieuwe contacten leggen en daarmee vertrouwensrelaties opbouwen. Hij had voor LexCo ook gewerkt in zogenaamde ‘frontier-landen’, waar nog niemand echt voet aan de grond had.

Zo was hij ooit begonnen in de Emiraten, waar hij onder de indruk was geraakt van Sjeik Zayed, die toen nog leefde en immens geliefd was in zijn land. Deze sjeik had de olierijkdom gebruikt om zijn land economisch onafhankelijk te maken van Saoedi-Arabië en het land ontwikkeling en voorspoed te brengen. Daarna volgden Rusland, Oekraïne, Libië, Egypte. Waar was Floris niet geweest? Zijn expertise over gascontracten bracht hem op vele plekken in nauw contact met de nationale politiek en zelfs geopolitiek. Na de val van Saddam Hoessein had hij, deels in opdracht van de Wereldbank, gewerkt aan het sluiten van nieuwe olie-en gascontracten voor het ministerie van energie in Irak. Hij werkte daar vanuit een bouwkeet in de ‘Green Zone’ omdat daar ook het Ministerie van Olie zat. Met gewapend escorte en een helm op zijn hoofd werd hij daar rondgereden. Het gaf hem een kick om op deze wijze bij te dragen aan de ontwikkeling en opbouw van een land dat in puin lag. Het Noorse model wilden ze daar implementeren. Niet alle opbrengsten er doorheen jagen, zoals Nederland had gedaan met het Groninger gas, maar investeren in een ontwikkelingsfonds. Vandaar ook dat de internationale gemeenschap het steunde.

Het was hard werken en veel reizen. Hij vloog zoveel dat hij één van de top 100-klanten van de nationale luchtvaartmaatschappij was. Zo eentje waar ze het vliegtuig voor laten wachten als je net een beetje te laat bent. Hij had twee paspoorten. Dat was niet alleen handig voor de vele parallel lopende visumaanvragen, maar door ze strategisch te gebruiken kon hij ook grensproblemen vermijden bij conflicterende landen. Hij was succesvol voor de Firma en uiteindelijk werd hij daar toegelaten tot de exclusieve klasse van de firmanten. En hij was ook gelukkig. De Firma was zo veel professioneler en gedistingeerder dan LexCo. En de statuur van de Firma opende veel meer deuren, waardoor hij nog betere toegang kreeg tot de mensen die aan de knoppen draaiden. In het begin had hij wel gemerkt dat binnen de Firma niet iedereen zat te wachten op mensen van buiten, zij-instromers, en dat was wennen geweest in het begin. Binnen de Firma waren er velen die mensen van extern niet helemaal vertrouwden. Zouden die wel dezelfde waarden van de Firma delen? En ze verdroegen het al helemaal niet als deze zij-instromers kritiek uitten op hun in alle opzichten superieure Firma. En kritiek uiten, dat deed Floris wel eens. Ten eerste omdat hij nu eenmaal een Fries was en zich nooit een blad voor de mond nam. Maar ook omdat hem regelmatig naar zijn mening werd gevraagd. Over hoe het was om als extern te integreren in de Firma bijvoorbeeld, of hoe hij als buitenstaander tegen bepaalde zaken aankeek. Kennelijk was het de bedoeling dat hij dan zou antwoorden dat het allemaal fantastisch was, want hij merkte dat als hij echt eerlijk of een beetje kritisch was, veel mensen dat niet konden waarderen. Of liever, Henriëtte merkte dat vaak eerder dan hij en vertelde hem dat dan na afloop van zo’n gesprek. Zij was wat sensitiever dan hij. Hij moest daar altijd wel wat om lachen.

Maar inmiddels hoorde hij er helemaal bij, zeker binnen het Amsterdamse kantoor. De meeste collega’s daar zag hij nu ook als vrienden, met wie hij regelmatig na het werk een biertje dronk. En vanuit de Firma was hij gepolst of hij niet regiomanager wilde worden. Eerst kwamen ze met Qatar, maar dat zag hij niet zo zitten. Qatar lag overhoop met de meeste landen in die regio en daar had hij nu juist veel van zijn cliënten. Zeker, het was een grote olieproducent en er werden daar veel grote leveringsdeals gesloten, maar om zich nu op te sluiten op een eiland… Bovendien zag Henriëtte het ook totaal niet zitten. En hij wilde Afrika doen. Hij geloofde in Afrika en hij hield van Afrika. Tijdens hun huwelijksreis 25 jaar geleden had hij het ‘Afrika-virus’ al opgelopen en nu hij er weer zo veel werkte en het enorme potentieel van dat continent zag, wilde hij echt gaan proberen hieraan bij te dragen. Er waren vele nieuwe gasvoorraden ontdekt, waar veel internationale belangstelling voor was. Overal lagen natuurlijk kapers op de loer die gunstige lange termijncontracten wilden binnenslepen. Hij wilde die landen helpen om die deals zo goed mogelijk uit te onderhandelen, opdat de inkomsten ten goede zouden komen aan de landen zelf. Ze hadden het hard genoeg nodig voor hun ontwikkeling, meende hij. Hij was niet naïef en hij wist heel goed dat ook veel regeringen daar andere belangen hadden dan de ontwikkeling van hun eigen bevolking. Hij had echter ook ervaren dat zelfs in dit werelddeel sommige ministers wel degelijk het beste met hun land voor hadden, maar omringd werden door slechte adviseurs. Daar kon hij misschien verschil maken.

De Firma was momenteel wat voorzichtig met Afrika. Ze hadden net het hele Angola-kantoor opgedoekt. De firmanten daar waren diep betrokken geweest in een groot corruptieschandaal rond de president en zijn familie. De Firma had daar geholpen met het opzetten van lucratieve handeltjes voor deze familie rond de staatbedrijven. Dramatisch voor een Firma met zulke hoge normen in het vaandel. De enige oplossing was geweest om daar het hele kantoor te sluiten, iedereen daar weg te halen en daar voorlopig niets meer te ondernemen. Maar Afrika was meer dan Angola. In Mozambique waren recentelijk grote gasvoorraden ontdekt, die helaas door enkele corrupte ministers al verkocht waren voordat ze in productie waren gebracht. Daardoor waren buitenlandse bedrijven nu al grotendeels eigenaar van de nationale rijkdom. Floris hoopte echter dat hij daar nog wel het een en ander aan kon helpen rechttrekken. Hij kende de gasmarkt goed en wist hoe die contracten werkten. Misschien kon hij die nog wel helpen openbreken. Het zou niet de eerste keer zijn dat hem zoiets lukte. Hij hoopte dat de Firma hem bij uitzondering toch zou toestaan daar desnoods een arbitragezaak voor te starten.

Ondanks zijn vele cliënten en relaties in Afrika kwam de Firma telkens met een voorstel voor een heel andere regio, waar hij eigenlijk nog helemaal niets deed. Na Qatar waren ze gekomen met het Verre Oosten. Of hij daar een gaspraktijk wilde gaan opzetten. Japan en Australië ontwikkelen, vanuit Singapore. Hij vond dat wel wat frustrerend. Nu had hij allerlei nieuwe cliënten binnengehaald voor de Firma en wilden ze hem weer ergens anders heen sturen om opnieuw te beginnen. Zouden ze hem dan echt alleen maar gebruiken om landen en bedrijven te openen voor de Firma om daar dan vervolgens andere firmanten in te zetten? Of was het gewoon een goed bedoelde promotiekans? Maar waarom niet in Afrika dan? Het was niet zo dat daar momenteel een succesvolle regiomanager zat. Na het Angola debacle was de regiomanager Afrika ontslagen en opgevolgd door Ahmet Öztürk, die daarvóór alleen de regio Noord-Afrika en Midden-Oosten had geleid. Deze Ahmet was nou niet bepaald een succes voor de Firma. Floris was ervan overtuigd dat hij dat veel beter kon doen. Maar de Firma kennelijk niet.

Singapore, dat kwam al een paar keer op. Olaf was erover begonnen en hij was ervan overtuigd dat het een prachtige promotie was voor Floris. Henriëtte en hij hadden er ook serieus over nagedacht. Het idee van een nieuw avontuur sprak hen wel aan. Alleen vonden ze het niet een goed moment om zo ver weg te gaan wonen. Het was te ver weg om telkens heen en weer te reizen voor Floris. Hij zou daar echt moeten wonen dan, maar opsplitsen vonden ze geen optie. Dus dan zouden ze daar samen heen moeten verhuizen. Maar uiteindelijk wilden ze dat toch niet doen vanwege de jongens. Tjeerd en Jelle woonden beiden al niet meer thuis. Ze studeerden en waren ingestemd in leuke huizen. Toch hechtten ze er nog erg aan om thuis te kunnen komen wanneer ze maar wilden. En Singapore is niet een plaats waar vandaan je gemakkelijk ieder weekeinde heen en weer reist. “Uiteindelijk werk je om te leven en leef je niet om te werken”, had Henriëtte gezegd en daarmee was het besluit gevallen. Zo’n promotie is gaaf, maar niet als het ten koste gaat van je gezin. “Je hebt gelijk, we hebben het goed genoeg. Ik vind mijn werk leuk en zolang ik maar zorg dat er werk gedaan wordt, ben ik helemaal vrij om te doen waar ik zin in heb. Ik ga liever door met mijn Afrikaanse cliënten.”

Niet meer normaal

De dag na zijn trip naar Londen werkte hij vanuit het Amsterdamse kantoor. Het begon normaal. Eerst nam hij met zijn secretaresse wat lopende zaken door en toen sloot hij zich op in zijn eigen kantoor voor de eerste telefoongesprekken met de teams die hij overal aan het werk had. Rond een uur of tien liep Dirk opgewekt zijn kantoor binnen. “Hoe ging je gesprek met Victor?” Dirk was ontzet toen Floris hem vertelde dat ze hem wilden ontslaan. “Maar dat kan toch helemaal niet! Daar is echt iets helemaal fout gegaan. Je moet zeker in beroep gaan. De beroepscommissie bestaat helemaal uit firmanten. Die snappen meer van de business en daar hebben wij vanuit Amsterdam ook meer in te zeggen.” Met ‘wij’ bedoelde hij enkelen van de Amsterdamse firmanten die belangrijke posities hadden binnen de Firma. Zelf had Dirk dat wat minder. Zijn kracht lag bij zijn enorme netwerk en zijn klanten. Dat gaf hem een soort onaantastbare status binnen de Firma. Hij had ook wel eens zijn conflicten met medefirmanten, vooral rond belangrijke klanten als Delphin Oil bijvoorbeeld, maar niemand kon om hem heen.

Dirk vertelde Floris wat hij wist van de geheime gedragscommissie die hem had onderzocht: “Deze commissie komt maar zelden bijeen en de enige gevallen die zij tot nu toe behandeld hebben, zijn gevallen geweest van aanranding of verduistering. Die draconische sanctie is waarschijnlijk een standaardsanctie voor dit soort gevallen. Maar jouw zaak hoort daar dus helemaal niet thuis. Het is idioot dat ze dat niet zelf hebben bedacht. En Victor zei dat ze verder niets tegen jou persoonlijk hadden?” Floris bevestigde dat en voegde eraan toe dat hij zelfs nog een paar keer had gevraagd of er niet ook iets anders tegen hem was ingebracht dan dat, maar dat Victor telkens had bevestigd dat het echt alleen om PetroAlg ging. Dirk kon er niet over uit dat het zo gelopen was: “Als er al iets mis is gegaan bij één van die contracten, wat ik eigenlijk betwijfel, dan nog kunnen ze dat niet op jouw bord gooien. Daar is Ahmet dan verantwoordelijk voor. Je moet echt zeker in beroep gaan.”

Stefan was ook op kantoor en die ontplofte van verontwaardiging. “Dit is zo belachelijk! Ik ben overal bij geweest en ik weet dat er nergens iets misgegaan is. Dan zou de cliënt ook wel aan de bel hebben getrokken. Dus waar hebben ze het over? En als er in de procedure iets niet klopte, wat ik dus betwijfel, waarom pakken ze dan jou en niet Ahmet of Jean? Zij waren verantwoordelijk voor die cliënt. En als ze jouw beschuldigen, waarom dan niet ook Sonia en mij. Wij waren overal net zoveel bij betrokken.” “Sonia wordt kennelijk ook ontslagen,” antwoordde Floris, “en zij gaat het niet eens aanvechten. Niet via een intern beroep en niet via de rechter. Zij woont in Beiroet, dus via de rechter daar zou ze weinig kans maken ook. Ik denk dat voor haar een beroep binnen de Firma nog wel zinvol kan zijn en ik weet eigenlijk niet waarom ze dat niet doet. Voor mijzelf ligt dat anders. Ik denk dat ik het liever meteen voor de rechter breng. Dit is allemaal zo onterecht. En ze hebben nog geen concrete beschuldiging geuit. Hoe kan ik dat interne proces nu vertrouwen? Waartegen moet ik me verdedigen? Tenzij de Firma echt alles intrekt en erkent dat ze ernaast zaten, wat ze heus niet gaan doen, is het voor mij hier toch over nu.” “Maar je zit nu op de top van je carrière, het zijn de gouden jaren die nu voor je liggen, waarin je eindelijk kunt gaan cashen. Je moet miljoenen aan schadevergoeding gaan eisen voor dat verlies”, vond Stefan. Die onvoorwaardelijke loyaliteit was hartverwarmend. Hij was van het begin af aan een goede vriend geweest, zijn eerste binnen de Firma, al vanaf de eerste dag. Hem kon hij ook wel vertrouwen.

Het was fijn om even een hart onder de riem gestoken te krijgen, maar of dat zou werken, van die miljoenenclaim? Het Nederlandse systeem werkte zo niet. Een redelijke ontslagvergoeding kon hij wel eisen en natuurlijk de uitbetaling van alles waar hij recht op had en van de woningdelen die al van hem waren, ook al moest hij dat eerst nog zien te bewijzen, want er stond maar weinig zwart-op-wit binnen de Firma. Maar het soort claims waar Stefan het over had, om wat hij mogelijk had kunnen verdienen, misschien zou dat werken in de VS, maar daar zou een Nederlandse rechter niet heel ver in meegaan.

Aan het einde van de dag sprak hij Lars nog even. Lars had het gehoord van Karel, die als administrator van Amsterdam als enige was geïnformeerd door de geheime gedragscommissie. Deze had Lars, Jurriaan en Olaf ook ingelicht. Lars en Jurriaan omdat zij beiden topfuncties binnen de Firma bekleedden en Olaf omdat hij de manager van de industriepraktijk was. Alle drie hielden zij zich nog wat op de vlakte. Waarschijnlijk omdat ze eerst wilden uitzoeken of er niet toch meer aan de hand was. Het verhaal, zoals dat nu was, kon namelijk eigenlijk niet het hele verhaal zijn, dachten zij. Ergens moest er nog wat anders spelen. Lars kende iemand die ook in de gedragscommissie zitting had en zou haar ook eens vragen wat er nu allemaal aan de hand was. En hij raadde hem met klem aan om vooral die Margaret te bellen, die hem verder juridisch advies kon geven over zo’n interne beroepsprocedure.

Jurriaan had hij over de telefoon gesproken. Die had hem doorgevraagd over dat gesprek met Victor. Met hem had hij het ook over het pakket gehad. Volgende week zou Floris 55 worden en dat aanbod krijgen, maar volgens Jurriaan zou dat nu sowieso niet meer gebeuren. Jurriaan had zo’n aanbod zelf net gekregen en wist dat er hele strenge voorwaarden aan werden gesteld. Onder andere dat je gedrag nooit onderwerp van onderzoek zou zijn geweest binnen de Firma. “Maar als uit dat onderzoek blijkt dat je niets verkeerd gedaan hebt?” vroeg Floris zich af. Volgens Jurriaan maakte dat geen verschil. Dat was genoeg om het recht op dat pakket te verspelen kennelijk. Dus een onterechte beschuldiging van iemand was genoeg om je dat door de neus te boren? Daar leek het wel op. En omdat er over het wel of niet bestaan van deze regeling niets officieel vast lag, zou hij ook geen poot om op te staan hebben in het geval van een eventuele claim. Officieel bestaat zo’n pakket namelijk niet.

Hij ging die avond alweer vroeg naar huis. Eigenlijk had hij vanavond nog op het vliegtuig moeten stappen naar Algerije om daar morgen de hele dag met het team te werken, maar nu gaf hij, op aanraden van Henriëtte, toch even prioriteit aan zijn eigen zaken. Morgen had hij een afspraak met zijn advocaat en dat ging nu toch wel voor. Bovendien had hij het op dit moment ook wel gehad met Algerije. Al dat gereis, vaak ook in de weekenden. Regelmatig had hij daar ook meetings gehad op zondag, omdat dat in die landen de eerste werkdag van de week is. Door de week van huis zijn, daar was iedereen wel aan gewend. Maar op zaterdagavond al vertrekken, daar was niemand blij mee. Zeker niet als hij daardoor weer eens op het laatste moment een etentje met vrienden of zelfs wel eens een bruiloft moesten laten lopen.

Het was intensief en de jaren begonnen ook bij hem wel wat te tellen. Vroeger draaide hij er zijn hand niet voor om, maar inmiddels begon dit leven hem wel wat zwaarder te vallen. Tot nu toe was het echter wel altijd de moeite waard geweest, vond hij. Wie had ooit verwacht dat hij dit ervoor terug zou krijgen? Daarom was hij er nu ook wel even klaar mee. Hij ging lekker een keer op tijd naar huis door de week. Misschien moest hij dat maar eens vaker doen. Voor Henriëtte zou dat wel wennen worden, want zij was al lang gewend om doordeweeks haar eigen agenda te hebben, sinds de jongens het huis uit waren.

Onzichtbare structuren

Henriëtte wist niet wat ze meemaakte. Floris thuis om zes uur! Natuurlijk was er geen eten klaar. Als ze alleen was dan maakte ze meestal even iets simpels, vlak vóór het achtuurjournaal, om dat dan met een bordje op de bank te kijken. Maar nu Floris ineens al thuis was, klapte ze haar laptop dicht om eens lekker te gaan koken. In de diepvries had ze altijd wel wat vlees liggen en groenten had ze sowieso altijd ruim op voorraad. Ze schonk een glaasje wijn in. Eigenlijk was dit best wel onverwacht gezellig. “En hoe ging het vandaag op kantoor? Heb je nog iemand gesproken?” Floris vertelde over de reacties van de Amsterdamse partners. Ze hadden allemaal benadrukt dat hij vooral in beroep moest gaan en dat hij een hele grote kans zou hebben om dat te winnen. Ze hadden hem ook ten zeerste afgeraden om een externe advocaat in de arm te nemen. Ze wilden dit binnen de Firma oplossen. Dat begreep Floris best vanuit hun perspectief, maar zoals de zaken nu liepen, leek het hem toch wel verstandig om dit meteen met een heel goede echte advocaat op te nemen. “Ik heb weinig vertrouwen in een beroep binnen de Firma. Zoals Victor nu al tekeerging, terwijl we het helemaal niet inhoudelijk over de zaak of mijn memo gehad hebben. Het lijkt ook telkens ergens anders over te gaan.”

Onderweg in de auto had hij nog die Margaret gebeld, maar ook van haar was hij niet veel wijzer geworden. Zij had hem alleen maar uitgelegd wat de ‘standaardprocedure’ was bij een ontslag in opdracht van de gedragscommissie. Haar advies was om te tekenen bij het kruisje. “En wat dat ontslag betreft, daar gaan we financieel nog meer bij inschieten dan ik al dacht. Ze betalen me over het afgelopen jaar alleen mijn maandvergoedingen. Niet mijn woningdelen, geen bonus en ik krijg ook geen pakket.” Henriëtte was perplex: “Geen woningdelen? Maar dat betekent in feite dat ze je met terugwerkende kracht over het lopende jaar twee derde van je salaris afnemen!” Daar kwam het wel op neer. Het inkomen van een firmant was, om fiscale redenen, opgesplitst in een maandelijkse vergoeding en woningdelen. De Firma had een leaseconstructie opgezet waarbij de Firma officieel de eigenaar was van de huizen van de partners en de partners deze middels een leaseconstructie langzaam afbetaalden. Daarvoor gebruikten ze dan de woningdelen die ze jaarlijks uitgekeerd kregen naast hun basissalaris. Afhankelijk van de prijs van het huis zou een gemiddelde partner er tussen de vijf en tien jaar over doen om het huis helemaal in bezit te krijgen. “Met mijn woningdelen van dit jaar zou ik precies dit huis hebben afgelost,” zei Floris. “Maar als je die niet krijgt? Wat dan? Moet je dan toch aflossen? Mogen we hier blijven wonen? Hoe gaat dat?” vroeg Henriëtte. Floris zuchtte. Hij had geen idee. Hij had daar nooit over nagedacht. Henriëtte had het altijd ongemakkelijk gevonden dat er binnen de Firma niets zwart-op-wit werd vastgelegd over deze afspraken, maar Floris had altijd vertrouwd op de naam en reputatie van de Firma. Natuurlijk waren deze zaken goed geregeld. Althans, zo leek het altijd.

Het was te idioot voor woorden. Links en rechts hoorde je altijd verhalen van mensen die, om wat voor reden ze dan ook ontslagen werden, een enorme gouden handdruk meekregen. En Floris, die extreem lucratief was voor de Firma omdat hij de ene na de andere nieuwe cliënt binnensleepte, zou met terugwerkende kracht alles kwijtraken? Omdat dat nu eenmaal de standaard sanctie van die commissie was? “Gisteren dacht je nog dat je je hele jaarsalaris kreeg, dus inclusief je woningdelen,” herinnerde Henriëtte zich nog. “Dat is wel wat Victor noemde,” beaamde Floris, “maar Margaret ontkende dat weer. Ik heb gelukkig dat gesprek met Victor wel opgenomen met mijn telefoon, dus ik zou het kunnen gebruiken als bewijs. Ik weet alleen niet of ik dat zou mogen gebruiken in een rechtszaak.” In ieder geval kon het volgens Henriëtte geen kwaad om die opname goed te bewaren. Als het tot een rechtszaak zou komen dan zou het waarschijnlijk nog best belangrijk kunnen worden om vast te stellen dat die woningdelen bij het salaris hoorden. Zouden ze daartoe andere firmanten mogen oproepen als getuigen? En ook over dat pakket bijvoorbeeld, dat formeel niet bestond, maar wat iedereen tot nu toe had gekregen? Floris had geen idee of dat zou kunnen, maar hij wist wel heel zeker dat binnen de Firma niemand blij zou worden van openheid van zaken over de beloningsstructuur. Hij zou het in ieder geval allemaal laten uitzoeken door zijn advocaat.

“Maar je bent dus eigenlijk onderzocht door de commissie ‘Dieven en verkrachters’, als ik dat even plat uitdruk. Wie heeft überhaupt bedacht dat jij door deze commissie onderzocht moet worden? Dat is dan toch zeker van de zotte? En kan die commissie dat zelf niet bedenken?” Henriëtte kon er nog steeds niet over uit dat Floris was onderzocht door een dergelijke commissie, die er alleen is om onwaardig gedrag aan te pakken. “Weet je zeker dat er toch niet nog iets anders is? Je werkt veel met vrouwen samen, meer dan andere firmanten. Kan het niet zijn dat er toch iemand iets ‘#MeToo-achtig’ tegen je heeft ingebracht?” Het klopte dat Floris zich extra inzette voor de positie van vrouwen binnen de Firma. Hij was de laatste jaren wel ook voorzichtiger geworden. Vroeger kon hij nog wel eens een arm om iemand heenslaan, bij mannen en vrouwen om het even. Daar paste hij nu wel mee op. En hij zorgde er ook voor dat hij nooit alleen was met een vrouw in een ruimte met gesloten deur. Hij kon het zich daarom eigenlijk niet voorstellen dat er zo’n klacht tegen hem zou liggen. “Ik heb dat nog expliciet aan Victor gevraagd en hij heeft dat expliciet ontkend. Ik tast echt in het duister. Tot nu toe heeft niemand me verteld wat nu precies de aanklacht is. Hoe kan ik me dan überhaupt verweren?”

Ze waren zo vroeg klaar met eten dat ze met een kop koffie het acht uurjournaal konden bekijken. Dat ging grotendeels over Amerikaanse bemoeienissen in Oekraïne. Het was bijna niet te geloven hoever president Braun ging met druk zetten op de nieuwe Oekraïense president. Floris was niet verrast. “Dit speelt al zo veel langer. En ze bemoeien zich niet alleen met de regering daar, maar ook met GazoNat, de staatsoliemaatschappij.” Hij was daar zelf bijna iedere week en werkte nauw samen met Sergei, de huidige CEO. Deze had hem verteld hoe invloedrijke personen binnen de regering van president Braun samenspanden met corrupte oligarchen en druk uitoefenden op de Oekraïense president om Sergei te ontslaan en te vervangen door de vorige CEO. Deze laatste was zelf juist ontslagen wegens corruptie en had daarvoor zelfs in de gevangenis gezeten. Maar recentelijk was het onderzoek tegen hem stopgezet. Het was niet te bevatten dat de Verenigde Staten, de zelfbenoemde anti-corruptie kampioen, actief probeerden de Oekraïense regering en het staatsoliebedrijf te corrumperen voor hun eigen politieke spelletjes.

“Weet je,” zei Floris, “dat wij als Firma president Braun vaak bijstaan in zijn rechtszaken. Die affaires met die vrouwen bijvoorbeeld. Of we adviseren op de achtergrond. Met name bij die beschuldigingen met die Russische trollen. Dat doen we dan niet zelf, maar we helpen wel de zaak te onderbouwen.” Hij kwam terug uit de keuken met de tweede ronde cappuccino. Op één been kun je immers niet staan. “Dat is toch behoorlijk politiek. Ik dacht de Firma zich daar verre van hield,” vroeg Henriëtte zich af. “In principe doen wij natuurlijk niet aan politiek,” beaamde Floris, “en een president is uiteindelijk ook gewoon een cliënt. Maar je hebt wel gelijk met die trollen. Het mag wel, maar kun je het nog rijmen met je eigen principes? Ik weet niet wat we precies doen aan die zaak. Zolang het louter juridisch is en we aan de goede kant van de wet blijven moet het natuurlijk kunnen. En het is een belangrijke cliënt.” “Dus dat verhaal van normen en waarden is vooral ‘windowdressing’,” meende Henriëtte, “en uiteindelijk draait het net als bij ieder ander bedrijf gewoon om geld verdienen, maakt niet uit hoe.” Een maand geleden had Floris dat nog fel tegengesproken, maar inmiddels was hij daar allemaal niet meer zo zeker van.

Wat was er misgegaan?

Floris kon maar niet in slaap vallen. Alles wat er de afgelopen dagen gebeurd was, spookte door zijn hoofd. Het was allemaal zo onwerkelijk. Hij had inmiddels van Margaret begrepen dat het iemand van de Franse risico-afdeling was geweest die de zaak aanhangig had gemaakt bij de commissie. En dat het ging om disrespectvol gedrag tegenover een juriste daar. Zij had hem ook uitgelegd dat de commissie dan geen andere keus had dan de zaak te onderzoeken. Hij begon te begrijpen waar het vandaan kwam. Er speelde al een tijdje een persoonlijke kwestie tussen Sonia en één van de juristes daar. Dat had iets te maken gehad met de relatie die Sonia een tijdje had gehad met Amir, een Libanese firmant. Die relatie was inmiddels voorbij, want hij bleek haar te bedriegen. Het was een geheime relatie geweest, want eigenlijk mag dat helemaal niet binnen de Firma. Maar er waren toch genoeg mensen van op de hoogte geweest en kennelijk was dit een onderliggende oorzaak van dat conflict tussen Sonia en die Nathalie.

Sonia zelf was zowel Algerijns als Frans. Zij kwam uit een familie van zogeheten ‘Pied Noirs’, Fransen die al generaties in de Noord-Afrikaanse koloniën hadden gewoond. Nathalie was een echte Parisienne, die iedereen die niet uit Parijs kwam met hetzelfde dedain behandelde. Aanvankelijk had Floris, in zijn naïviteit, gedacht dat die frictie daaruit voortkwam. Tot hij dus hoorde over die relatie van Amir. Hij wist niet eens meer precies wie hem dat ooit verteld had. Was het Ahmet geweest? Ahmet had in ieder geval geen hoge pet op van Sonia. Maar Ahmet had van geen enkele vrouw een hoge pet op. In ieder geval had Sonia telkens problemen met het Franse kantoor. Eerder had Jean zich daar al eens mee moeten bemoeien en ook Floris. Hoewel hij geen formele rol in Algerije had, had hij haar een paar keer geholpen. Er was vanuit de interne organisatie wel vaker tegenwerking, met name vanuit de risico-afdelingen. Die stelden zich wel eens erg star op. Toen hij merkte dat de Fransen de zaak structureel aan het traineren waren, had hij het er ook met Dirk en Olaf over gehad. Zij hadden gezegd: “Je moet keihard terug pushen. Wij betalen hun salarissen, zij werken voor ons en niet andersom.” Was dat het dan? Was het begonnen met een persoonlijke vete tussen Sonia en die Nathalie, die hijzelf nooit ontmoet had?

Inmiddels zongen er ook geruchten rond binnen de Firma dat deze Nathalie het zelf hield met het hoofd van de risico-afdeling van het Parijse kantoor, Chris Hamilton. Stefan had dat via vriendjes opgevangen. Ook dat was een verboden relatie uiteraard, maar dat gebeurde wel vaker. Met een bedrijfscultuur van ‘work hard, play hard’ sprong er wel eens een vonkje over. Meestal waren die relaties van korte duur en hadden geen invloed op het functioneren. Geen haan die er dan naar kraaide. Maar wat als deze Chris het was die de zaak aanhangig had gemaakt bij de gedragscommissie, om zijn vriendinnetje te helpen? Dat was wel het meest waarschijnlijke. Alleen, wat voor zaak hadden ze dan? Hij kende die hele Nathalie niet eens! Een keertje afblaffen over de telefoon kon toch geen groot intern onderzoek verklaren? Of ze hadden het opgeblazen? Of iets erbij gehaald met een contract? Hij kon er met zijn verstand niet bij. Want al het inhoudelijke werk wat hij deed, met name in risicogebieden, stemde hij ook altijd zorgvuldig af met de risico-afdeling van het hoofdkantoor. Eén keer had hij een fout gemaakt. Hij had in Tokyo in de haast per ongeluk iets getekend wat niet door hem getekend had moeten worden. De stukken waren vernietigd, maar hij had het voor de zekerheid nog wel gemeld bij de risico-afdeling. Er was verder geen gevolg aan gegeven en het was al meer dan een jaar geleden geweest.

₺561,11

Türler ve etiketler

Yaş sınırı:
0+
Hacim:
360 s. 1 illüstrasyon
ISBN:
9783991077923
Yayıncı:
Telif hakkı:
Bookwire
İndirme biçimi:
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок