Kitabı oku: «In de gaten», sayfa 13

Yazı tipi:

Riley wierp een blik op agent Crivaro, die naar haar terug keek.

Harry ging verder: ‘Riley was echt vervelend, ze wilde dat Trudy met haar mee naar huis ging. Trudy zei dat ze op moest hoepelen.’

Riley onderdrukte een zucht toen ze zich herinnerde wat Trudy eigenlijk had gezegd...

‘De nacht is nog jong. Verpest het feest nou niet.’

Ze was er zeker van dat Trudy haar nooit had gezegd om op te hoepelen.

Toen fleurde Harry op. Hij zei: ‘Hé, misschien is dat belangrijk. Dat Riley Sweeney er was, bedoel ik. Ze was er ook nadat dat andere meisje was vermoord. Ik heb haar zelf in de deuropening van de kamer van het meisje zien staan. Ik dacht toen: ‘Wat doet ze daar in godsnaam?’ Ze is een raar meisje. Je moet haar hierheen slepen en met haar praten in plaats van tijd met mij te verspillen.’

Walton zei alleen: ‘Ga door.’

Harry dacht even na en zei: ‘We verlieten de bar en liepen terug naar het studentenhuis. Tegen de tijd dat we op de campus kwamen, leunde ze tegen me aan en ik kon zien dat ze echt geïnteresseerd was.’

Riley vroeg zich af of dat waar was. Het leek niet onwaarschijnlijk. Maar was Trudy zich onderweg ongemakkelijk gaan voelen? Had ze misschien geprobeerd om bij Harry Rampling weg te komen?

Harry aarzelde.

Walton vroeg hem: ‘En toen?’

Harry zei: ‘Toen zag ik twee van mijn vrienden verder op het pad; Eddie en Monty. Ze hielden ons in de gaten en ze deden echt onbeschoft om mij met een knappe griet te zien. Je weet wel, fluiten en gebaren en zo. Ze waren zo dronken en met alles wat ze uit kraamden dat maakte me echt kwaad. ‘

‘En wat heb je toen gedaan?’ vroeg Walton.

‘Ik heb tegen Trudy gezegd dat ze even moest blijven wachten, terwijl ik even een woordje met ze ging wisselen. Ik ben naar hen toe gegaan en heb gezegd dat ze ermee moesten stoppen. Toen begonnen ze me allerlei vragen te stellen, zoals hoe ik tot nu toe met haar kon opschieten en wat ik dacht dat er ging gebeuren.’

Harry boog zich naar voren en keek naar zijn handboeien.

Hij vervolgde: ‘Dus ik neem aan dat ik een paar minuten met ze heb staan praten en toen begonnen ze weer als een paar idioten te giechelen. Ik vroeg hen wat ze in godsnaam zo grappig vonden, en een van hen, Eddie geloof ik, zei: ‘Het lijkt erop dat je gedumpt bent, kerel.’ “

Harry liet een grom van ergernis horen en zei: ‘Dus ik draaide me om, en ja hoor, Trudy was weg.’

‘Waar was ze heen gegaan?’ vroeg Walton.

‘Geen idee,’ zei Harry. ‘Misschien moet je het aan Eddie en Monty vragen. Ze hebben haar weg zien gaan zonder het mij te vertellen. Ze probeerden me gewoon op een idioot te laten lijken, als je begrijpt wat ik bedoel. ‘

Vertelt hij de waarheid? vroeg Riley zich af.

Tot nu toe wist ze het hoe dan ook niet zeker.

‘En wat gebeurde er toen?’ vroeg Walton.

‘Eddie en Monty liepen weer weg, en ik was... nou ja, ik was nogal pissig op iedereen. Ik heb gewoon een tijdje op de campus rond gelopen totdat ik wat kalmeerde. Toen ben ik terug naar mijn kamer gegaan en ben ik gaan slapen.’

Walton staarde Harry met intense interesse aan.

‘En je hebt Trudy dus niet meer gezien?’ vroeg hij.

‘Nee, het arme kind. Ik had haar moeten gaan zoeken, ervoor hebben gezorgd dat ze veilig was. ‘

‘Waarom heb je dat niet gedaan?’ vroeg Walton.

Harry haalde zijn schouders op en zei: ‘Gewoon, omdat ik boos op haar was, denk ik. Hoe dan ook, nu ken je het hele verhaal, althans míjn verhaal. Kan ik nu gaan?’

‘Ik denk het niet,’ zei Walton terwijl hij aantekeningen noteerde.

Harry klopte ongeduldig met zijn knokkels op het tafelblad.

‘Wanneer dan?’ zei hij. “Dit is namelijk echt tijdverspilling, zowel voor jou als voor mij. Ik bedoel, vertel me alsjeblíéft dat ik hier vandaag ergens nog wegkom. Ik moet nog veel studeren. Mijn cijfers zijn niet zo geweldig en als ik begin te zakken dan schoppen ze me uit het footballteam.’

Riley voelde plotseling overal een krachtige tinteling.

Ze was zeker van iets, hoewel ze nog niet wist waarom.

Ze wendde zich tot agent Crivaro en zei...

‘Hij vertelt de waarheid. Hij heeft Trudy niet vermoord.’

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

Riley bleef agent Crivaro lange tijd aankijken. Ze liet de woorden die ze zojuist had gesproken, tot hem doordringen...

‘Hij vertelt de waarheid. Hij heeft Trudy niet vermoord.’

Het leek haar nu volkomen duidelijk en ze voelde zich zo zeker.

Crivaro keek helemaal niet verrast door wat ze zojuist had gezegd.

‘Waarom denk je dat?’ vroeg hij.

Riley kneep haar ogen samen om te denken.

Waarom denk ik dat? vroeg ze zich af.

Het was natuurlijk gewoon een onderbuikgevoel. Maar waar was het vandaan gekomen?

Ze draaide zich om en keek de interviewkamer weer in, waar agent Walton Harry Rampling nog steeds ondervroeg. Ze stopte met aandacht te schenken aan wat ze zeiden. Dat interesseerde haar nu niet.

In plaats daarvan dacht ze terug aan toen ze Trudy en Harry gisteravond samen in het zithoekje in de Centaur’s Den had gevonden.

Harry was haar een verhaal over zijn atletische dapperheid aan het vertellen.

Trudy had bij elk woord aan zijn lippen gehangen...

...of niet?

Het kon haar echt niet schelen wat hij zei, besefte Riley.

In plaats daarvan had Trudy naar Harry’s knappe gezicht en zijn gespierde lichaam zitten kijken en als een gek zitten fantaseren, zich afvragend hoe de nacht zou eindigen. Trudy was op zoek geweest naar iets dat haar van haar angsten zou kunnen afleiden.

Maar wat vertelde dat Riley?

Ze dacht terug aan haar ervaring in de studentenkamer, toen agent Crivaro haar had geholpen om in de geest van de moordenaar te komen. Ze herinnerde zich dat moment waarop ze zich had voorgesteld dat Trudy hun kamerdeur had opengemaakt om de moordenaar binnen te laten.

Maar waarom had Trudy dat gedaan?

Riley had gevoeld dat Trudy en haar moordenaar geen goede vrienden waren.

Maar er moest een reden zijn.

Riley bracht de ingebeelde scène zo levendig mogelijk terug als ze kon.

Ze sloot haar ogen en probeerde het een beetje verder te duwen.

De man had met Trudy gepraat...

Nu besefte Riley dat Trudy echt geïnteresseerd was in wat hij zei. Zo geïnteresseerd dat ze wilde dat hij naar binnen kwam zodat ze konden gaan zitten en praten.

Dus had ze de deur geopend en hem uitgenodigd.

Riley voelde dat haar hersenen op een vreemde nieuwe manier begon te klikken en ze herinnerde zich iets dat Harry zojuist had gezegd...

‘Mijn cijfers zijn niet zo geweldig en als ik begin te zakken dan schoppen ze me uit het footballteam.’

Riley voelde haar polsslag sneller kloppen toen haar onderbuikgevoel plotseling volkomen logisch werd.

Ze zei tegen agent Crivaro: ‘De man die Trudy heeft vermoord, was interessant, intelligent. Ze vond het leuk om hem te horen praten, was gefascineerd door wat hij te zeggen had.’

‘En?’ zei Crivaro.

Riley wees naar de jonge man in de interviewkamer.

‘Harry is níét erg intelligent en hij is alles behalve fascinerend. Hij is eigenlijk een beetje dom en praat alleen over zichzelf. Ik ken Trudy en áls Harry helemaal met haar mee naar het studentenhuis is gelopen, dan was hij haar waarschijnlijk gaan vervelen voordat ze daar aankwamen. Hij is niet degene die ze in haar kamer heeft binnengelaten.’

Riley keek strak naar Jake, die de interviewkamer in bleef staren.

Gelooft hij me? vroeg ze zich af.

Ze had het gevoel dat ze hem moest overtuigen.

Ze zei: ‘Agent Crivaro, ik weet het zéker. Ik kan Harry Rampling niet uitstaan. Hij is een egocentrische klootzak. Maar dat hij een klootzak is maakt hem nog geen moordenaar.’

Crivaro draaide zich grinnikend naar haar om.

Hij zei: ‘Meid, je hebt geen idee hoe waar dat is.’

‘Dus u gelooft me?’ zei Riley.

Crivaro zweeg even.

Toen zei hij: ‘Mijn eigen instinct is verdomd goed, al zeg ik het zelf. En ik denk niet dat deze irritante lul het in zich heeft om een moordenaar te zijn.’

Riley voelde zich nu behoorlijk opgewonden.

Ze zei: ‘We moeten Chef Hintz vertellen dat ze de verkeerde man hebben.’

Crivaro wreef over zijn kin en zei: ‘Oh, ik zal er met hem over praten. Maar...’

‘Maar wat?’ vroeg Riley.

Crivaro schudde zijn hoofd.

‘Hintz zal me niet op mijn woord willen geloven, laat staan op jouw woord. En de waarheid is dat er geen goede reden is waarom hij dat zou moeten doen. Vermoedens en intuïties zijn geen bewijs. Jij en ik hebben geen enkel bewijs om onszelf te ondersteunen. Op dit moment is er veel bewijs dat op de man daar wijst. Natuurlijk, het is slechts indirect bewijs, maar het is behoorlijk overtuigend.’

Riley kon haar oren nauwelijks geloven.

‘Maar ze kunnen Harry hier niet gewoon houden!’ zei ze bezwaar makend. ‘Hij heeft niets verkeerd gedaan!’

Crivaro klopte Riley op de schouder.

‘Meid, er is iets dat je moet weten,’ zei hij. ‘Dit talent dat jij en ik allebei hebben, dit vermogen om in de geest van een moordenaar te komen, is geen exacte wetenschap. Ik heb meestal gelijk, maar ik heb het ook wel eens fout gehad. En in het beste geval is wat we krijgen onvolledig. Als je dit soort werk blijft doen, dan zal je het vroeg of laat ook een keer fout hebben.’

Riley staarde hem alleen maar aan. Ze wist niet wat ze moest zeggen.

Crivaro keek haar nu bezorgd aan.

‘Je ziet er vreselijk moe uit, meisje,’ zei hij. ‘Je hebt veel meegemaakt en ik ben bang dat ik het alleen maar erger heb gemaakt. Je hebt voor nu meer dan genoeg gedaan en het heeft geen zin om rond te blijven hangen. Je moet hier echt weg, probeer wat rust te krijgen. Maar waar ga je heen?’

Riley besefte dat het een goede vraag was.

Haar studentenkamer was niet beschikbaar; niet dat ze daarheen zou willen gaan als dat wel zo was. Ze vroeg zich af of ze ooit weer terug het gebouw in zou kunnen gaan, laat staan de kamer die ze ooit met Trudy had gedeeld.

Ze herinnerde zich iets dat Dr. Zimmerman een tijdje geleden tegen haar had gezegd...

‘Ik zou je mee naar mijn huis kunnen nemen, alleen voor de nacht. Ik heb een logeerkamer.’

Ze vroeg zich af of ze op dat aanbod in moest gaan?

Ze wist nu niet eens hoe ze met hem in contact kon komen. En zelfs als ze dat wel kon, dan voelde ze zich op de een of andere manier ongemakkelijk om zich bij hem op te dringen.

Ze zei tegen agent Crivaro: ‘Maakt u zich om mij maar geen zorgen. Ik bedenk wel iets.’

Ze aarzelde even en voegde eraan toe: ‘Vind... gewoon wie dit gedaan heeft, oké?’

Crivaro knikte en gaf haar toen een visitekaartje.

‘Hier staat mijn piepernummer op,’ zei hij. ‘Neem contact met me op als... nou ja, om welke reden dan ook.’

Riley bedankte agent Crivaro en liep door de gang.

Op dat moment herinnerde ze zich het gealarmeerde bericht dat Ryan op het antwoordapparaat had achtergelaten...

‘Ben je daar? Gaat het goed met je? Ben je veilig?’

Het was verkeerd om hem zich zorgen te laten maken.

Ik moet hem bellen, dacht ze.

Ze vond de dichtstbijzijnde telefooncel en drukte Ryan’s nummer in.

Toen Ryan antwoordde, trilde zijn stem.

‘Riley? Oh mijn God! Ik ben zo blij dat je belt. Ik was doodongerust. Hoe gaat het? Gaat het goed met je?’

Riley vroeg zich af hoe ze die vraag in vredesnaam zou kunnen beantwoorden.

Gaat het goed met me?

Nauwelijks. Ze had het gevoel dat het nooit meer goed zou komen.

Toch...

‘Ik ben veilig,’ zei ze.

‘Wáár ben je?’

‘Op het politiebureau.’

Ryan klonk verward en gealarmeerd.

‘Het politiebureau? Waarom?’

Riley aarzelde. Wat kon ze hem vertellen over wat er was gebeurd en wat ze had gedaan? Ze begreep er zelf nauwelijks iets van.

Toen zei Ryan: ‘Riley, vertel me alsjeblieft niet dat ze...’

Hij maakte zijn gedachte niet af, maar Riley wist wat hij wilde vragen.

Verdenken ze mij?

‘Nee, ik ben geen verdachte,’ zei ze.

Ryan vroeg: ‘Hebben ze iemand anders opgepakt?’

‘Ja,’ zei Riley.

Wat viel er nog meer over te zeggen? Hoe kon ze beginnen om haar eigen twijfels over Harry Rampling en de twijfels van agent Crivaro uit te leggen?

Ryan vroeg: ‘Houden ze je om welke reden dan ook vast? Omdat ik nogal wat weet over de wet, weet je. Je hebt hoe dan ook je rechten.’

‘Nee, ze houden me niet vast,’ zei Riley. ‘Ik ben vrij om te gaan. Maar...’

Haar stem stierf weg toen ze dacht...

Maar ik weet niet waar ik naar toe moet.

Er volgde een korte stilte.

Toen zei Ryan: ‘Ik kom je ophalen. Wacht buiten bij het politiebureau op me.’

‘Ryan, je hoeft niet...’

Ryan onderbrak: ‘Geen discussie. Ik ben er over een paar minuten.’

Ryan hing op. Riley stond daar de telefoon vast te houden en voelde zich plotseling alleen, moe, bang en verdrietig. Toen hing ze op en liep de rest van de weg naar de vooringang en ging naar buiten.

Het heldere daglicht kwam als een schok voor haar.

Om de een of andere reden had ze het gevoel dat het buiten nacht moest zijn; een diepe, donkere, sterrenloze nacht.

Maar vandaag was het een heldere, vrolijke lentedag, met een zacht, fris briesje en tjilpende vogels.

Weer dacht ze aan dat oude cliché...

Het leven gaat verder.

Misschien was het toch wel waar.

Maar op dit moment kon Riley het niet helpen om te voelen dat het niet waar zou moeten zijn.

Alles zou gewoon moeten stoppen met leven, dacht ze. Althans voor een tijdje.

Maar dat zou niet gebeuren en duizenden onwetende en onoplettende mensen zouden van deze perfect mooie dag genieten zonder het kwaad te voelen dat erachter schuilde.

Riley ging op de trappen van het politiebureau zitten en wachtte.

Haar gedachten waren nu vreemd onderbroken. Ze dacht helemaal nergens aan. Daar leek geen enkel punt in te zitten. Denken zou de dingen niet veranderen. Het denken zou Trudy niet tot leven brengen.

Maar de afwezigheid van gedachten deed de momenten langzaam voorbijgaan.

Het leek een eeuwigheid te duren voordat Ryan in zijn Mustang naast de stoeprand stopte. Om de een of andere reden leek Riley niet op te kunnen staan en gewoon naar de auto te kunnen lopen. In plaats daarvan liet Ryan de motor draaien, stapte uit en liep naar haar toe. Hij nam haar voorzichtig bij de arm en hielp haar overeind, leidde haar vervolgens naar de auto en hielp haar de auto in.

Er viel een ongemakkelijke stilte toen Ryan naar zijn appartement reed.

Uiteindelijk zei Ryan: ‘Riley, praat alsjeblieft met me. Vertel het me gewoon …’

Zijn stem stierf weg en Riley vroeg zich af...

Hem wat vertellen?

Waar kon ze zelfs beginnen?

Ze opende haar mond om te praten, maar de enige woorden die eruit kwamen, waren: ‘Ryan... Ik kan je niks vertellen... alles... Ik kan het gewoon niet... ‘

‘Het is goed,’ zei Ryan.

Al snel stopten ze bij het appartementengebouw en Ryan hielp haar de trap op naar zijn appartement. Ryan opende de deur en leidde haar naar binnen. Zodra ze het gezellige, aangename interieur zag, leek er iets in haar te breken.

Het verdriet wat ze al uren tegenhield, brak nu uit haar lichaam.

Snikkend zakte Riley Sweeney in de gastvrije armen van Ryan Paige.

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

Riley zat rechtop in bed en hield een glas bourbon in beide handen vast toen Ryan het appartement binnenkwam. Even voelde ze zich verward. Waarom was hij zo snel terug?

Toen besefte ze dat het later was dan ze had gedacht. Ryan’s ochtendles was al lang voorbij.

Ze kon niets bedenken om te zeggen toen hij de deur dicht deed en naar haar keek.

Riley wist dat ze er vreselijk uitzag. Ze was nog niet eens aangekleed. Ze droeg de pyjama die haar studenten-assistent uit haar studentenkamer mee had genomen, samen met een paar andere essentiële benodigdheden, kleding en studiemateriaal.

Ze verbleef nu vier dagen en nachten in het appartement van Ryan en ze wist dat het niet leuk was geweest om in haar buurt te zijn. Ze had nergens over willen praten. Zij en Ryan hadden een paar keer seks gehad en Ryan was net zo gevoelig en attent geweest als hij de eerste keer was geweest, maar Riley had er niet echt van genoten.

Ze voelde zich te gevoelloos om nog ergens van te genieten.

Het was zeker niet eerlijk tegenover Ryan. Ze vond hem elke dag steeds leuker, maar ze vond het moeilijk om überhaupt gevoelens te uiten.

Ryan keek vooral bezorgd om het glas in haar hand. Ze nam toch nog een slokje bourbon.

‘Het is zelfs nog geen lunchtijd,’ zei Ryan.

Riley keek naar de klok aan de muur.

‘Het is oké, het is één uur,’ zei ze.

‘Maar heb je voor de lunch iets gegeten? Je hebt je ontbijt vanmorgen nauwelijks aangeraakt. Je zou niet moeten drinken, Riley. ‘

Riley zuchtte. Hij had natuurlijk gelijk, en zij had geen recht om in discussie te gaan. Ze zette het glas op de bijzettafel.

Ryan ging naast haar op het bed zitten.

Hij vroeg: ‘Hoe lang is het geleden dat je uit het appartement bent geweest?’

‘Ik weet het niet,’ zei ze.

De waarheid was dat ze er vrij zeker van was dat ze niet uit het appartement was geweest sinds ze hier vrijdag was aangekomen. Ze wist zeker dat ze niet het gebouw uit was geweest.

Ryan zei: ‘Je bent gisteren niet naar de lessen geweest. Ga je vandaag niet naar de lessen? ‘

‘Ik weet het niet,’ zei Riley. ‘Nee. Ik denk het niet.’

Er viel een stilte tussen hen.

Toen stak Riley haar hand uit en greep Ryan’s hand vast. Ze voegde eraan toe: ‘Dat is geen probleem. Maak je alsjeblieft geen zorgen. Mijn cijfers zijn goed. Een paar lessen missen zal geen kwaad kunnen.’

Ryan kneep in haar hand en zei: ‘Ja, Riley, maar wanneer...?’

Hij maakte zijn vraag niet af.

Riley voelde een steek van verontwaardiging.

Ze zei: ‘Wanneer ga ik mezelf eens vermannen, bedoel je?’

‘Dat had ik je niet willen vragen,’ zei Ryan.

‘Nou, waarom niet?’ zei Riley. ‘Het is een goede vraag, nietwaar? En ik weet het antwoord niet. Hoe lang zou het moeten duren om over het vinden van het lijk van mijn beste vriendin in mijn studentenkamer heen te komen?’

Riley kon niet geloven wat ze zojuist had gezegd.

‘Het spijt me, Ryan. Ik had niet moeten zeggen... ‘

Ryan onderbrak: ‘Het is goed, Riley. Het is goed om je hart te luchten. Ik wou eigenlijk dat je nog veel vaker je hart zou luchten. ‘

Hij zweeg even en voegde eraan toe: ‘Je kunt je hart zo vaak bij me luchten als je wilt, weet je. Ik vind het prima, echt. Ik denk...’

Hij zweeg even.

‘Ik denk dat ik echt om je ben gaan geven.’

Riley schrok.

Hebben we dezelfde gevoelens voor elkaar? vroeg ze zich af.

Toen zei Ryan: ‘Maar je moet je realiseren dat je hier niet zonder professionele hulp doorheen kunt komen. Als het niet de campusbegeleiders zijn... nou, iemand. Ik kan je niet helpen. ‘

Hij zweeg even. Toen ze niets zei, voegde hij er op een ietwat bittere toon aan toe...

‘Zelfs als je met me wilde praten, wat ik denk dat je niet wilt.’

Ryan stond op van het bed en zei: ‘Ik maak iets te eten voor je klaar en ik ga mijn ogen niet van je afwenden totdat je het opeet.’

Hij pakte de bourbon en zei: ‘Dit gooi ik weg.’

Riley protesteerde bijna, maar zei al snel tegen zichzelf...

Als ik ruzie maak, dan lijk ik op een echte alcoholist.

Ze hoopte zeker dat ze niet daarin zou veranderen. Maar de waarheid was dat ze vanaf het moment dat ze hier was gekomen het grootste deel van Ryan’s bourbon had opgemaakt.

Riley keek toe terwijl hij de bourbon door de gootsteen goot. Daarna ging hij aan de slag om tosti’s te maken.

Riley kwam niet uit bed. Ze dacht na over wat hij net had gezegd...

Hij denkt dat ik professionele hulp nodig heb.

Dat moet natuurlijk volkomen duidelijk zijn geweest, althans voor hem.

Ze begreep waarom hij het gevoel had dat ze hem buitensloot. Ze had hem over veel dingen niks verteld. Ze had hem een beetje over het vinden van de lichamen van zowel Rhea als Trudy verteld. Maar niets over de uren nadat ze Trudy had gevonden. Niets over wat ze op het politiebureau had gedaan.

Hij wist dat haar moeder was overleden, maar niet dat ze was vermoord. Laat staan het feit dat Riley de moord had zien gebeuren toen ze nog maar een klein meisje was. Hij wist zeker niet hoe beelden van het bloedende lichaam van haar moeder in haar geest samenging met het lichaam van Rhea en nu met dat van Trudy.

Tegenwoordig leek het soms alsof haar verbeelding in bloed verdronk.

Wat betreft het krijgen van professionele hulp, kon ze zich niet voorstellen dat ze zomaar een oude psychiater in vertrouwen zou kunnen nemen. Misschien kon ze er met Dr. Zimmerman over praten. Of met agent Crivaro. Of zelfs met professor Hayman, die Riley veel bewonderde en die haar had geïnspireerd tot haar hoofdvak in de psychologie. Ze zouden het zeker begrijpen. En toch om met hen te gaan praten...

Ze onderdrukte een zucht en dacht...

Ik moet uit bed komen. Zelfs uit dit appartement.

En op dit moment leek dat niet zo gemakkelijk.

Ze herinnerde zichzelf eraan dat agent Crivaro eigenlijk maar een pieper oproep bij haar vandaan was. Ze had hem al een paar keer zo bereikt. De eerste keer was om hem Ryan’s telefoonnummer te geven. De tweede keer was gisteren, alleen om even contact met hem te hebben.

Hij had haar verteld dat de plaatselijke politie Harry Rampling liet gaan. De twee jongens die Harry als zijn alibi had genoemd, hadden die avond tegenstrijdige verslagen van zijn acties gegeven, maar Crivaro dacht dat dat alleen was, omdat ze zwaar dronken waren geweest. Hoe dan ook, de politie had niet genoeg bewijs om Harry vast te houden.

Toch wisten de plaatselijke agenten nog steeds zeker dat Harry de moordenaar was en ze hielden hem in de gaten. Riley maakte zich daar zorgen over. Voor zover ze wist, waren zij en agent Crivaro de enige mensen die geloofden dat de echte moordenaar nog steeds vrij rondliep. Het team uit Quantico zou moeten vertrekken als Chef Hintz besloot dat hij hun hulp niet meer nodig had.

Wat zou er gebeuren als Crivaro en zijn team weggingen?

Zouden er meer mensen sterven?

Ryan kwam terug naar het bed met twee tosti’s en twee kopjes koffie. Hij ging weer naast Riley zitten. Plots voelde ze zich overweldigd door de vriendelijkheid en het geduld dat hij haar had getoond.

En wat kreeg hij ervoor terug? Ze bracht niets in zijn leven behalve haar eigen ellende.

Hij verdient beter, dacht ze.

Ze aarzelde even en zei toen: ‘Ryan, ik moet met je over een paar dingen praten. Ik bedoel... er zijn dingen die je moet weten... over mij.’

Ryan legde zijn tosti aan de kant.

‘Je kunt me alles vertellen,’ zei hij.

Alles? dacht Riley. Ik denk dat we zullen ontdekken of dat waar is.

Ze begon bij wat voor haar het begin leek; de brute moord op haar moeder in de snoepwinkel al die jaren geleden. Ze was verrast dat ze in staat was om zo kalm over de gebeurtenis te praten die haar in het leven het meest achtervolgde.

Ryan luisterde met een beduusde uitdrukking.

‘Het spijt me,zei hij. ‘Ik had er geen idee van.’

Riley zuchtte diep.

‘Er is meer,’ zei ze.

Ze probeerde die rare nacht kort na de moord op Rhea te beschrijven. De nacht toen ze voor het eerst in de geest van de moordenaar was geglipt en in zijn voetsporen had gelopen, voelend hoe het was om zijn prooi over de campus te stalken. Ze vertelde hoe ze later in de kamer van Rhea had gestaan, zich voorstellend hoe de moordenaar zich voelde terwijl hij op Rhea’s dode en bloedende lichaam neerkeek.

Ryan zei niets terwijl ze uitlegde hoe Agent Crivaro haar door haar tot nu toe meest alarmerende ervaring had geleid. Haar angstaanjagend levendige kijkje in de psyche van de moordenaar terwijl hij Trudy charmeerde om hem in haar kamer binnen te laten.

Maar toen ze op het punt kwam om over het politiebureau te vertellen, hoe ze naar het interview had geluisterd en ervan overtuigd was dat Harry Rampling niet de moordenaar was, brak hij in.

‘Riley, stop. Dit is waanzin. Heb je jezelf wel horen praten? Je moet hier echt met iemand over praten.’

Zijn stem trilde nu van alarm.

‘Vertel je me nu dat die man van de FBI, Crivaro, mind-games met je speelde? Waarom? Gewoon voor de lol?’

Ryan klonk nu echt boos. Riley wenste dat ze het hem kon laten begrijpen.

‘Nee,’ zei ze. ‘Hij wilde mijn hulp. Hij denkt dat ik een uniek talent heb. Dr. Zimmerman denkt dat ook. ‘

‘Een talent voor wat?’ zei Ryan. ‘Voor het meeleven met koelbloedige moordenaars?’

Riley antwoordde bijna...

‘Precies.’

... maar bedacht zich.

Ryan stond op van het bed en begon te ijsberen.

‘Riley, ben je blind of zo? Wat Crivaro je heeft aangedaan, was verkeerd. Hij was je aan het uitbuiten, maakte misbruik van je kwetsbaarheden. Ik betwijfel of het zelfs legaal was. Je moet een klacht indienen.’

Riley was nu echt geschokt.

Was ik uitgebuit? vroeg ze zich af. De mogelijkheid was nog geen seconde bij haar opgekomen.

Sterker nog, ze zou het zo weer doen als Agent Crivaro wilde dat ze dat deed.

Ze had het gevoel dat ze alles zou doen om de man te pakken die Rhea en Trudy had vermoord.

Ze was zelfs bereid om de moordenaar te wórden, althans voor even.

Wat zegt dat over mij? dacht ze.

Uiteindelijk vroeg ze: ‘Ryan, wat doen we hier?’

Ze was niet verrast toen hij niet antwoordde. Het was echt een grote vraag, die ze nooit hadden besproken tijdens de dagen die ze samen hadden doorgebracht.

Toen zei ze: ‘Ryan, ik vind je echt heel leuk.’

Ryan sloeg zijn arm om haar heen en hield haar dicht tegen zich aan.

‘Ik vind jou ook echt heel leuk,’ zei hij.

Riley trok zichzelf voorzichtig uit zijn omhelzing.

‘Ik weet niet waarom je me leuk vindt,’ zei ze. ‘Ik ben niet op mijn best. Eigenlijk ben ik zo’n beetje een wrak. En je bent zo aardig voor me...’

Haar woorden vielen weg.

‘Wat probeer je te zeggen?’ vroeg Ryan.

Riley wist het niet zeker. Maar ze wist dat het iets belangrijks was. En dat het gezegd moest worden. Ze worstelde om de juiste woorden te vinden.

‘Je bent een slimme jongen, Ryan, en je gaat het echt maken in het leven. Maar vertel me de waarheid. Op dit moment maak je je zorgen, toch? Je vraagt je af hoe je je cijfers kunt bijhouden nu ik er ben en je afleidt, nu je voor mij moet zorgen en alles. Je voelt je alsof je met me opgescheept zit. Je zou... Ík zou... alles kunnen verpesten, je hele toekomst.’

Ryan schudde zijn hoofd.

‘Riley, dat is niet...’

Riley onderbrak hem: ‘Het ís waar en we weten het allebei.’

Ze waren allebei even stil. Riley zag aan zijn uitdrukking dat ze bij de waarheid in de buurt was gekomen.

Ten slotte zei Ryan aarzelend: ‘Misschien... zou het het beste zijn... als we dit... een soort van tijdelijk zouden houden.’

Riley kon het niet helpen dat ze zich gestoken voelde.

Wat had ik verwacht dat hij zou zeggen? vroeg ze zich af.

Riley probeerde de bitterheid uit haar stem te houden en zei: ‘Ik denk... misschien dat ik hier nu weg moet gaan.’

Er viel nog een stilte tussen hen.

Hij is het niet oneens, besefte Riley.

In feite voelde ze dat hij zich nu bewust van haar losmaakte.

Het was een emotionele gave die ze nog nooit in hem had opgemerkt. Vreemd genoeg kon ze het niet laten hem daarvoor te bewonderen. Ze dacht dat het hem ooit zou helpen om een echt goede advocaat te worden.

Ten slotte zei Ryan: ‘Luister, misschien kunnen we het later nog eens proberen, als je al deze dingen uit hebt...’

Terwijl Ryan’s stem vervaagde, merkte Riley weer dat ze zich herinnerde wat haar vader haar telefonisch had gezegd...

‘Je bent niet gemaakt voor een normaal leven. Het zit niet in je aard.’

Nu raakten die woorden haar als een bliksemschicht.

Hij heeft zo gelijk.

Papa heeft gelijk.

Ze zei tegen Ryan: ‘Ja, misschien later.’

Toen stond ze op van het bed.

Ze zei: ‘Ik moet me aankleden. Ik moet nu gaan.’

Ryan’s mond was opengevallen.

‘Waar ga je heen?’ vroeg hij.

Riley beantwoordde zijn vraag niet. De waarheid was dat ze nog steeds met die vraag worstelde.

In plaats daarvan zei ze: ‘Eerst moet ik je telefoon gebruiken.’

Ze nam de telefoon op, belde een taxibedrijf en vroeg een taxi om binnen tien minuten naar Ryan’s adres te komen.

Toen ze ophing, liep Ryan te ijsberen.

‘Riley, je hoeft geen taxi te nemen. Ik kan je overal heen brengen waar je maar wilt.’

Riley negeerde hem, pakte wat kleren op en liep naar de badkamer. Ze was binnen enkele minuten aangekleed en klaar. Ze pakte haar toiletartikelen, kwam toen naar buiten en pakte de rest van haar spullen.

Ryan leek nu echt van streek te zijn.

‘Riley, praat alsjeblieft met me. Waar gaat het in vredesnaam allemaal over? Waar ga je naar toe?’

Riley liep naar hem toe en gaf hem een echte liefdevolle, zorgzame kus.

‘Maak je om mij maar geen zorgen,’ zei ze. We houden contact.’

Zonder nog een woord te zeggen liep ze het appartement uit en verliet het gebouw. De taxi stond al op haar te wachten.

Toen ze instapte, vroeg de chauffeur: ‘Waarheen?’

Riley aarzelde even. Ze voelde zich vreemd duizelig en bang, alsof ze op het punt stond van een klif af te stappen.

Ze zei: ‘Ik moet naar de dichtstbijzijnde locatie met een autoverhuur.’

‘Is goed,’ zei de chauffeur.

Hij startte de meter en begon te rijden.

Riley vroeg zich af of ze haar verstand had verloren.

Misschien wel, dacht ze.

Of misschien is het iets heel veel ergers dan dat.

De waarheid was dat ze het echt niet wist, en ze had het gevoel dat ze helemaal niets meer begreep, al helemaal zichzelf niet.

En hoezeer de gedachte haar ook verafschuwde, ze kon slechts één persoon bedenken die ze echt wilde zien.

Ze moest haar vader gaan bezoeken, nu meteen.

Yaş sınırı:
0+
Litres'teki yayın tarihi:
15 nisan 2020
Hacim:
271 s. 3 illüstrasyon
ISBN:
9781094304588
İndirme biçimi:
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
Metin PDF
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
The AIG Story
Lawrence A. Cunningham vd.
Metin PDF
Средний рейтинг 3 на основе 2 оценок
Metin
Средний рейтинг 3 на основе 2 оценок
Ses
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
Metin
Средний рейтинг 4,2 на основе 6 оценок
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
Ses
Средний рейтинг 5 на основе 3 оценок
Metin
Средний рейтинг 5 на основе 1 оценок
Metin
Средний рейтинг 3,4 на основе 10 оценок
Metin
Средний рейтинг 5 на основе 1 оценок
Metin
Средний рейтинг 5 на основе 1 оценок
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
Metin
Средний рейтинг 2,5 на основе 2 оценок
Metin
Средний рейтинг 3 на основе 2 оценок
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок
Metin
Средний рейтинг 4,5 на основе 2 оценок
Metin
Средний рейтинг 0 на основе 0 оценок