Kitabı oku: «In de gaten», sayfa 2
HOOFDSTUK TWEE
Riley was uit bed en op haar voeten voordat ze volledig wakker was.
Dat geluid was verschrikkelijk.
Wat was het?
Toen ze het licht naast haar bed aan deed, bromde een vertrouwde stem vanaf de andere kant van de kamer: ‘Riley, wat is er aan de hand?’
Trudy lag volledig gekleed in haar eigen bed en beschermde haar ogen tegen het licht. Ze was daar duidelijk in een vrij dronken toestand neergestort.
Riley had door de binnenkomst van haar kamergenoot heen geslapen.
Maar nu was ze wakker.
Net als anderen in het studentenhuis. Ze kon vanuit de nabijgelegen kamers gealarmeerde stemmen horen roepen.
Riley kwam in beweging, duwde haar voeten in een paar slippers, trok haar badjas aan en opende de kamerdeur. Ze stapte de gang in.
Andere kamerdeuren zwaaiden open. Meisjes staken hun hoofd naar buiten en vroegen wat er aan de hand was.
En Riley zag tenminste één ding dat niet goed was. Ongeveer halverwege de gang zat een meisje op haar knieën te huilen.
Riley rende naar haar toe.
Heather Glover, besefte ze.
Heather was met hen mee geweest naar de Centaur’s Den. Ze was daar nog met Trudy en de anderen toen Riley vertrok.
Nu wist Riley het, het was Heather geweest die ze had horen schreeuwen.
Ze herinnerde zich ook...
Heather is de kamergenoot van Rhea!
Riley bereikte het snikkende meisje en hurkte naast haar neer.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze. ‘Heather, wat is er gebeurd?’
Snikkend en zich verstikkend wees Heather naar de open deur naast haar.
Naar adem happend slaagde ze erin om te zeggen...
‘Het is Rhea. Ze is…’
Heather gaf plotseling over.
Riley ontweek de golf van braaksel, stond op en tuurde langs de kamerdeur naar binnen. In het licht dat vanuit de gang naar binnen scheen, kon ze iets verspreid op de vloer zien liggen, een donkere vloeistof. Eerst dacht ze dat het wat gemorste frisdrank was.
Toen huiverde ze...
Bloed.
Ze had op deze manier eerder een plas bloed gezien. Er was geen twijfel dat het iets anders kon zijn.
Ze stapte door de deuropening en zag Rhea languit op haar eenpersoonsbed liggen, volledig gekleed en met haar ogen wijd open.
‘Rhea?’ zei Riley.
Ze ging iets dichterbij kijken. Toen kokhalsde ze.
Rhea’s keel was bijna van oor tot oor doorgesneden.
Rhea was dood, dat wist Riley zeker.
Het was niet de eerste vermoorde vrouw die ze in haar leven had gezien.
Toen hoorde Riley nog een schreeuw. Even vroeg ze zich af of de schreeuw van haar zelf kwam.
Maar nee, het kwam van vlak achter haar.
Riley draaide zich om en daar in de deuropening stond Gina Formaro. Ze was die avond ook in de Centaur’s Den aan het feesten geweest. Nu puilden haar ogen uit en trilde ze over haar hele lijf, bleek van shock.
Riley realiseerde zich dat ze zichzelf opmerkelijk rustig voelde, helemaal niet bang. Ze wist ook dat ze waarschijnlijk de enige studente op de hele verdieping was die nog niet in paniek was.
Het was aan haar om ervoor te zorgen dat de dingen niet erger werden.
Riley nam Gina voorzichtig bij de arm en leidde haar de deur uit. Heather zat nog steeds op de grond waar ze over had gegeven, nog steeds snikkend. En andere dwalende studenten begonnen hun weg naar de kamer te vinden.
Riley trok de kamerdeur dicht en ging ervoor staan.
‘Blijf daar!’ riep ze naar de naderende meisjes. ‘Blijf uit de buurt!’
Riley was verrast over de kracht en autoriteit in haar eigen stem.
De meisjes gehoorzaamden en vormden een volle halve cirkel om de slaapkamer.
Riley schreeuwde opnieuw: ‘Bel het alarmnummer!’
‘Waarom?’ vroeg een van de meisjes.
Heather Glover zat nog steeds gehurkt op de vloer met een plas van braaksel voor haar en wist krakend uit te brengen...
‘Het is Rhea. Ze is vermoord.’
Plots explodeerde er een wilde mix van meisjesstemmen in de gang; sommige stonden te gillen, sommige snakten naar adem en anderen begonnen te huilen. Enkele meisjes duwden zich weer richting de kamer.
‘Blijf daar!’ zei Riley weer, nog steeds de deur blokkerend. ‘Bel het alarmnummer!’
Een van de meisjes die een mobieltje bezat, droeg het bij zich in haar hand. Ze belde het nummer.
Riley stond daar en vroeg zich af...
Wat moet ik nu doen?
Ze wist maar één ding zeker. Ze kon geen van de meisjes de kamer met het lichaam in laten gaan. Er was op de etage al genoeg paniek. Het zou alleen maar erger worden als meer mensen zouden zien wat zich in die kamer bevond.
Ze was er ook zeker van dat niemand rond zou mogen lopen in...
In wat?
Een plaats delict, realiseerde ze zich. Die kamer was een plaats delict.
Ze herinnerde zich, ze wist zeker dat het uit films of tv-shows moest komen, dat de politie zou willen dat de plaats delict zo onaangeroerd mogelijk bleef.
Het enige wat ze kon doen was wachten en iedereen buiten houden.
En tot nu toe was ze succesvol. De halve cirkel van studenten begon uit elkaar te vallen en meisjes liepen in kleinere groepen weg, verdwenen in kamers of vormden kleine clusters in de gang om hun afgrijzen te delen. Er werd nu veel gehuild en er was wat laag, dierlijk gejammer te horen. Er kwamen nog een paar mobiele telefoons tevoorschijn, degenen die er een hadden waren hun ouders of vrienden aan het bellen om hun versie van het drama te vertellen.
Riley dacht dat dat waarschijnlijk geen goed idee was, maar ze kon ze onmogelijk stoppen. Ze bleven tenminste weg bij de deur die ze bewaakte.
En nu begon ze haar eigen afschuw te voelen.
Beelden uit haar vroege jeugd overspoelden Riley’s hersenen...
Riley en mama waren in een snoepwinkel en wat verwende mama Riley!
Ze kocht heel veel snoep voor haar.
Ze lachten allebei en waren blij tot...
Een man op hen af kwam. Hij had een raar gezicht, plat en karakterloos, als iets uit een van Riley’s nachtmerries. Het duurde even voordat Riley besefte dat hij een nylonkous over zijn hoofd droeg, het soort dat mama over haar benen droeg.
En hij hield een pistool vast.
Hij begon tegen mama te schreeuwen...
‘Je tas! Geef me je tas!’
Zijn stem klonk net zo bang als dat Riley zich voelde.
Riley keek op naar mama en verwachtte dat ze zou doen wat de man zei.
Maar mama was bleek geworden en stond te beven. Ze leek niet te begrijpen wat er aan de hand was.
‘Geef me je tas!’ schreeuwde de man weer.
Mama stond daar maar met haar tas in haar handen geklemd.
Riley wilde tegen mama zeggen...
‘Doe wat de man zegt, mama. Geef hem je tas.’
Maar om de een of andere reden kwamen er geen woorden uit haar mond.
Mama wankelde een beetje, alsof ze wilde gaan rennen, maar haar benen niet in beweging kon krijgen.
Toen was er een flits en een luid, vreselijk geluid...
... en mama viel op de grond en landde op haar zij.
Er spoot dieprood uit haar borst en de kleur doorweekte haar blouse en spreidde zich uit in een plas op de vloer...
Riley werd door het geluid van naderende sirenes terug naar het heden getrokken. De plaatselijke politie arriveerde.
Ze voelde opluchting dat de autoriteiten er waren en het over konden nemen... wat het ook was dat er gedaan moest worden.
Ze zag dat jongens die op de tweede verdieping woonden naar beneden kwamen en de meisjes vroegen wat er aan de hand was. Ze bevonden zich ook in verschillende stadia van aankleden; shirts en jeans, pyjama’s en badjassen.
Harry Rampling, de football speler die Riley bij het café benaderd had, begaf zich naar de plek waar ze tegen de gesloten deur stond. Hij duwde zich langs de meisjes die daar nog steeds rondhingen en staarde haar even aan.
‘Wat denk je dat jé aan het doen bent?’ snauwde hij.
Riley zei niets. Ze zag het nut er niet van om het uit te leggen. Niet met de politie die nu elk moment zou verschijnen.
Harry grijnsde een beetje en deed een dreigende stap in de richting van Riley. Er was hem duidelijk over het dode meisje in de kamer verteld.
‘Ga uit de weg,’ zei hij. ‘Ik wil het zien.’
Riley stond nog standvastiger dan eerst.
‘Je kunt daar niet naar binnen,’ zei ze.
Harry zei: ‘Waarom niet, kleine meid?’
Riley’s ogen schoten vuur, maar vroeg ze zich af...
Wat denk ik in godsnaam dat ik aan het doen ben?
Dacht ze echt dat ze kon voorkomen dat een mannelijke atleet daar naar binnen kon gaan als hij besloot om dat wel te doen?
Vreemd genoeg had ze het gevoel dat ze dat waarschijnlijk wel kon.
Als het zover kwam dan zou ze zich zeker zwaar verzetten.
Gelukkig hoorde ze het gekletter van voetstappen de hal binnenkomen, en vervolgens een mannenstem roepen...
‘Ophouden! Laat ons erdoor.’
De groep studenten is uit elkaar.’
Iemand zei: ‘Daarheen’ en drie geüniformeerde agenten begaven zich naar Riley.
Ze herkende ze allemaal. Het waren in Lanton bekende gezichten. Twee van hen waren mannen, agenten Steele en White. De andere was een vrouw, agent Frisbie. Een aantal mensen van de campuspolitie liepen ook mee.
Steele had overgewicht en zijn roodachtige gezicht deed Riley vermoeden dat hij te veel dronk. White was een lange kerel die constant slungelend liep en wiens mond altijd open leek te hangen. Riley vond niet dat hij bijzonder slim leek. Agent Frisbie was een lange, stevige vrouw waarvan Riley altijd dacht dat ze vriendelijk en goedaardig was.
‘We hebben een telefoontje gekregen,’ zei agent Steele. Hij snoof naar Riley. ‘Wat is hier in vredesnaam aan de hand?’
Riley stapte weg van de deur en wees ernaar.
‘Het is Rhea Thorson,’ zei Riley. ‘Ze is…’
Riley ontdekte dat ze de zin niet af kon maken. Ze probeerde nog steeds te beseffen dat Rhea dood was.
Ze stapte gewoon opzij.
Agent Steele opende de deur en sloop langs haar de kamer in.
Toen kwam er een luide zucht toen hij...
‘Oh mijn God!’ riep.
Agenten Frisbie en White haastten zich naar binnen.
Toen verscheen Steele opnieuw en riep naar de toeschouwers: ‘Ik moet weten wat er is gebeurd. Nu.’
Er was een algemeen gemompel van gealarmeerde verwarring.
Toen vuurde Steele een aantal vragen af. ‘Wat weet je hiervan? Was dit meisje de hele avond in haar kamer? Wie was er nog meer?’
Er volgde meer verwarring, met een aantal meisjes die zeiden dat Rhea de campus niet verlaten had, anderen zeiden dat ze naar de bibliotheek was geweest, anderen dat ze op een date was geweest en natuurlijk een paar die zeiden dat ze uit drinken was gegaan. Niemand had hier iemand anders gezien. Niet totdat ze Heather hoorden schreeuwen.
Riley haalde diep adem en maakte zich klaar om de anderen tot stilte te roepen en te vertellen wat ze wist. Maar voordat ze iets kon zeggen, wees Harry Rampling naar Riley en zei...
‘Dit meisje gedraagt zich raar. Ze stond daar toen ik hier aankwam. Alsof ze misschien uit die deur kwam.’
Steele stapte in de richting van Riley en gromde...
‘Klopt dat? Je hebt wat uit te leggen. Begin maar met praten.’
Het leek alsof hij zijn handboeien ging pakken. Voor het eerst begon Riley een vleugje paniek te voelen.
Gaat deze gast me arresteren? vroeg ze zich af.
Ze had geen idee wat er zou gebeuren als hij dat deed.
Maar de vrouwelijke agent zei scherp tegen agent Steele: ‘Laat haar met rust, Nat. Zie je niet wat ze aan het doen was? Ze bewaakte de kamer en zorgde ervoor dat er niemand anders naar binnen ging. We moeten haar bedanken dat de plaats delict niet hopeloos is aangetast.’
Agent Steele deinsde achteruit en zag er verontwaardigd uit.
De vrouw riep naar de toeschouwers: ‘Ik wil dat iedereen precies blijft waar die nu is. Niemand beweegt, horen jullie me? En beperk het praten tot een minimum.’
Er kwam instemmend geknik en gemompel van de groep.
Toen greep de vrouw Riley bij de arm en begon haar van de anderen weg te leiden.
‘Kom met me mee,’ fluisterde ze scherp tegen Riley. ‘Jij en ik gaan even praten.’
Riley slikte angstig, terwijl agent Frisbie haar wegleidde.
Zit ik echt in de problemen? vroeg ze zich af.
HOOFDSTUK DRIE
Agent Frisbie hield de hele weg door de gang Riley’s arm stevig vast. Ze gingen door een paar dubbele deuren en kwamen onderaan de trap terecht. Eindelijk liet de vrouw haar los.
Riley wreef over haar arm waar het een beetje pijn deed.
Agent Frisbie zei: ‘Sorry dat ik daar wat ruw deed. We hebben nogal haast. Allereerst, hoe heet je?’
‘Riley Sweeney.’
‘Ik heb je in de stad gezien. In welk jaar zit je op de universiteit?’
‘Laatstejaars.’
De strenge uitdrukking van de vrouw verzachtte een beetje.
‘Nou, allereerst wil ik me verontschuldigen voor hoe agent Steele zojuist met je heeft gesproken. De arme kerel, hij kan er echt niets aan doen. Het is alleen dat hij... wat is het woord dat mijn dochter zou gebruiken? Oh ja. Een lul is.’
Riley was te geschrokken om te lachen. Hoe dan ook, agent Frisbie glimlachte niet.
Ze zei: ‘Ik ben er trots op dat ik een behoorlijk betrouwbare intuïtie heb, in ieder geval beter dan die van de ‘goede oude jongens’ waar ik aan vast zit om mee te werken. En op dit moment zegt mijn gevoel dat jij degene bent die me hier misschien precies kan vertellen wat ik moet weten.’
Riley voelde weer een paniekgolf toen de vrouw zonder glimlach een notitieblok tevoorschijn haalde en zich klaarmaakte om te schrijven.
Ze zei: ‘Agent Frisbie, ik heb echt geen idee -’
De vrouw onderbrak haar.
‘Je zult misschien verrast zijn. Ga je gang, vertel me eens hoe je nacht is verlopen.’
Riley was in de war.
Hoe mijn nacht is verlopen?
Wat had dat ermee te maken?
‘Vanaf het begin,’ zei Frisbie.
Riley antwoordde langzaam: ‘Nou, ik zat in mijn kamer te studeren, omdat ik morgenochtend een les heb, maar mijn kamergenoot, Trudy en mijn vriendin Rhea...’
Riley viel plotseling stil.
Mijn vriendin Rhea.
Ze herinnerde zich dat ze op haar bed zat, terwijl Trudy en Rhea aan de andere kant van de kamer hun nagels aan het doen waren en te hard Gloria Estefan draaiden en dat ze behoorlijke lastposten waren die probeerden dat Riley met ze mee uit zou gaan. Rhea was zo levendig geweest, lachend en ondeugend.
Nu niet meer.
Ze zou Rhea’s lach nooit meer horen of haar glimlach ooit nog zien.
Voor het eerst sinds dit vreselijke ding was gebeurd, voelde Riley dat ze bijna in tranen was. Ze zakte tegen de muur.
Niet nu, hield ze zichzelf streng voor.
Ze ging rechtop staan, haalde diep adem en ging verder.
‘Trudy en Rhea hebben me overgehaald om naar de Centaur’s Den te gaan.’
Agent Frisbie knikte Riley bemoedigend toe en zei: ‘Hoe laat was dit?’
‘Rond half tien, denk ik.’
‘En gingen jullie alleen met z’n drieën uit?’
‘Nee,’ zei Riley. ‘Trudy en Rhea hadden nog een paar meisjes overgehaald om mee te gaan. We waren in totaal met z’n zessen.’
Agent Frisbie noteerde nu snel aantekeningen.
‘Vertel me hun namen,’ zei ze.
Riley hoefde niet te stoppen om na te denken.
‘Ik was er… en Trudy Lanier en Rhea natuurlijk. En Cassie DeBord, Gina Formaro en Rhea’s kamergenoot Heather Glover.’
Ze stond daar even te zwijgen.
Er moet meer zijn, dacht ze. Ze kon zich vast nog meer herinneren om de politie te vertellen. Maar haar hersenen leken aan haar directe groep vast te zitten en aan het beeld van haar vriendin, dood in die kamer.
Riley wilde net uitleggen dat ze niet veel tijd met de anderen in de Centaur’s Den had doorgebracht. Maar voordat ze nog iets anders kon zeggen, stopte agent Frisbie abrupt haar potlood en notitieboekje terug in haar zak.
‘Goed gedaan,’ zei ze, heel zakelijk klinkend. ‘Dat is precies wat ik moest weten. Kom op.’
Terwijl agent Frisbie haar terug de gang in leidde, vroeg Riley zich af...
‘Goed gedaan?’
Wat heb ik dan gedaan?
De situatie in de hal was hetzelfde als daarvoor, met een kleine menigte van verbijsterde en geschokte studenten die rondhingen, terwijl agent White toekeek. Maar er waren twee nieuwkomers.
Een daarvan was rector Angus Trusler, een kieskeurige en gemakkelijk geagiteerde man die zich onder de studenten mengde en sommigen van hen ertoe probeerde te brengen om hem te vertellen wat er aan de hand was, ondanks het bevel om niet te praten.
De andere nieuwkomer was een lange, krachtig ogende oudere man in uniform. Riley herkende hem meteen. Hij was de politiechef van Lanton, Allan Hintz. Riley merkte op dat agent Frisbie er niet verbaasd uitzag om hem te zien, maar ze zag er ook helemaal niet tevreden uit.
Met de armen in de zij, zei hij tegen Frisbie: ‘Zou je ons willen vertellen waarom je ons laat wachten, Frisbie?’
Agent Frisbie wierp hem een blik van nauwelijks vermomde minachting toe. Het was Riley duidelijk dat hun werkrelatie op zijn best gezien gespannen was.
‘Ik ben blij te zien dat iemand u uit bed heeft gehaald, meneer,’ zei agent Frisbie.
Chef Hintz fronste.
Rector Trusler deed zijn best om er net zo gezaghebbend als de politiechef uit te zien, stapte naar voren en sprak scherp met Hintz.
‘Allan, ik ben het niet eens met de manier waarop jij en je mensen hiermee omgaan. Deze arme kinderen zijn genoeg geterroriseerd zonder dat ze gecommandeerd worden. Waar gaat dit allemaal over? Hen te vertellen om te blijven staan en stil te blijven, zonder uitleg te geven? Een aantal wil gewoon terug naar hun kamer en proberen om wat te slapen. Sommigen willen helemaal uit Lanton weg en een tijdje naar hun familie gaan en wie kan hen dat kwalijk nemen? Sommigen vragen zich zelfs af of ze een advocaat in moeten huren. Het is tijd dat je ze vertelt wat je van ze wilt. Ongetwijfeld zijn geen van onze studenten verdachten.’
Terwijl de rector tekeerging, vroeg Riley zich af hoe hij er zo zeker van kon zijn dat de moordenaar hier niet in de gang was. Ze kon zich moeilijk voorstellen dat een van de meisjes zo’n vreselijke misdaad zou begaan. Maar hoe zat het met de jongens? Hoe zat het met een grote stoere spierbal zoals Harry Rampling? Hij of een van de andere jongens zagen er niet uit alsof ze net de keel van een meisje hadden doorgesneden. Maar misschien na een douche en een snelle wissel van kleding ...?
Rustig aan zei Riley tegen zichzelf. Laat je verbeelding niet met je op de loop gaan.
Maar als het geen student was, wie had er dan in Rhea’s kamer kunnen zijn?
Ze worstelde opnieuw om zich te herinneren of ze in de Centaur’s Den iemand anders met Rhea had gezien. Had Rhea met een jongen gedanst? Wat met iemand gedronken? Maar Riley kon nog steeds niets bedenken.
Hoe dan ook, zulke vragen leken er niet toe te doen. Chef Hintz hoorde geen woord van wat rector Trusler zei. Agent Frisbie fluisterde tegen hem en liet hem de aantekeningen zien die ze tijdens het gesprek met Riley had gemaakt.
Toen ze klaar was, zei Hintz tegen de groep: ‘Oké, luister goed. Ik wil dat vijf van jullie naar de gemeenschappelijke ruimte komen.’
Hij ratelde de namen op die Riley aan agent Frisbie had gegeven, inclusief die van haar.
Toen zei hij: ‘De rest van jullie, ga naar je kamer. Jongens, dat betekent, ga terug naar je eigen verdieping. Iedereen blijft vannacht hier. Ga niet buiten dit gebouw totdat je wat anders te horen krijgt. En maak geen plannen om binnenkort de campus te verlaten. Voor velen van jullie hebben we waarschijnlijk nog vragen.’
Hij wendde zich tot de rector en zei: ‘Zorg ervoor dat alle studenten in het gebouw dezelfde boodschap krijgen.’
De mond van de rector hing nu open van ongenoegen, maar hij slaagde erin om instemmend te knikken. De hal was gevuld met gemompel van verwarde ontevredenheid toen de meisjes gehoorzaam naar hun kamers gingen en de jongens terug naar boven liepen.
Chef Hintz en agenten Frisbie en White leidden Riley en haar vier vrienden door de gang. Onderweg kon Riley het niet helpen om een blik in Rhea’s kamer te werpen. Ze zag een glimp van agent Steele die binnen aan het rond kruipen was. Ze kon het bed waar ze Rhea had gevonden niet zien, maar ze was er zeker van dat het lichaam er nog was.
Op de een of andere manier voelde dat niet goed.
Hoe lang gaat het duren tot ze haar meenemen? vroeg ze zich af. Ze hoopte dat ze haar tenminste bedekt hadden, zodat de vreselijke doorgesneden keel en open ogen aan het oog onttrokken zouden worden. Maar ze veronderstelde dat de onderzoekers belangrijkere dingen hadden om zich mee bezig te houden. En misschien waren ze toch allemaal aan zulke beelden gewend.
Ze was ervan overtuigd dat ze de aanblik van een dode Rhea en die plas bloed op de vloer nooit zou vergeten.
Riley en de anderen gingen gehoorzaam de goed ingerichte gemeenschappelijke ruimte in en gingen op verschillende stoelen en banken zitten.
Chef Hintz zei: ‘Agent Frisbie en ik gaan met elk van jullie individueel praten. Terwijl we dat doen, wil ik niet dat de rest van jullie met elkaar praten. Nog geen woord. Hebben jullie me gehoord?’
Zonder zelfs maar naar elkaar te kijken, knikten de meisjes nerveus.
‘En voor nu, gebruik zelfs je telefoons niet,’ voegde Hintz eraan toe.
Weer knikten ze allemaal en zaten toen gewoon naar hun handen, naar de vloer of de ruimte in te staren.
Hintz en Frisbie leidden Heather naar de aangrenzende studentenkeuken, terwijl agent White met zijn slappe houding waakzaam bij Riley, Trudy, Cassie en Gina bleef staan.
Na enkele ogenblikken verbrak Trudy de stilte. ‘Riley, wat in hemelsnaam -?’
White onderbrak haar: ‘Wees stil. Bevel van de chef.’
De stilte viel weer in, maar Riley zag dat Trudy, Cassie en Gina allemaal naar haar staarden. Ze keek weg.
Ze denken dat het mijn schuld is dat ze hier zijn, besefte ze.
Toen dacht ze: misschien was het waar, misschien had ze hun namen niet moeten noemen. Maar wat had ze dan moeten doen, tegen een politieagent liegen? Toch haatte Riley de wantrouwende vibes die ze van haar vriendinnen kreeg. En ze kon het ze niet echt kwalijk nemen dat ze die gevoelens naar haar hadden.
In wat voor problemen zitten we eigenlijk? vroeg ze zich af. Alleen omdat we samen uit zijn geweest?
Ze maakte zich vooral zorgen om Heather, die nog in de keuken was om vragen te beantwoorden. Het arme meisje was heel hecht met haar kamergenoot Rhea geweest. Natuurlijk was dit voor iedereen een nachtmerrie, maar Riley kon zich niet voorstellen hoe moeilijk het voor Heather moest zijn.
Al snel hoorden ze de stem van de rector ongemakkelijk over het PA-systeem van de campus stamelen.
‘Dit is rector Trusler. Ik.. ik weet zeker dat jullie inmiddels wel weten dat er net iets vreselijks op de verdieping van de meisjes is gebeurd. Jullie hebben het bevel van politiechef Hintz om vannacht in jullie kamer te blijven en de campus niet te verlaten. Een politieagent of een campusambtenaar kan langs je kamer komen om met je te praten. Zorg ervoor dat je alle vragen beantwoordt. Voor nu mogen jullie de campus morgen ook niet verlaten. Jullie krijgen binnenkort allemaal een aanvullende mededeling.’
Riley herinnerde zich nog iets wat de chef had gezegd...
‘Voor velen van jullie hebben we waarschijnlijk nog vragen.’
Hij begon nu met Riley en de andere vier meisjes.
Het begon haar allemaal duidelijk te worden. Ze waren tenslotte kort voordat ze werd vermoord met Rhea samen geweest. Maar wat dacht Hintz dat de meisjes misschien zouden weten?
Wat denkt hij dat ík weet? vroeg ze zich af.
Riley kon het zich niet voorstellen.
Eindelijk kwam Heather uit de keuken, vergezeld door agent Frisbie. Heather zag er bleek en ziek uit, alsof ze elk moment weer over kon gaan geven. Riley vroeg zich af: waar zou Heather de nacht doorbrengen? Ze kon niet terug naar de kamer die ze met Rhea had gedeeld.
Alsof ze Riley’s gedachten kon horen, zei agent Frisbie: ‘Heather gaat de rest van de nacht in de kamer van de RA doorbrengen.’
Heather liep beverig de gemeenschappelijke ruimte uit. Riley was blij te zien dat de bewoners assistent haar bij de deuropening ontmoette.
Agent Frisbie riep Gina op om naar de keuken te komen, waar Hintz nog steeds wachtte. Gina stond stijfjes op en volgde de vrouw door de zwaaiende deur, Riley, Trudy en Cassie bleven in een ongemakkelijke stilte achter. Tijdens het wachten leek het voor Riley alsof de tijd was vertraagd.
Eindelijk kwam Gina weer terug. Zonder iets tegen de anderen te zeggen, liep ze door de gemeenschappelijke ruimte en de andere deur uit. Toen vroeg agent Frisbie naar Cassie, die vervolgens de keuken in ging.
Nu waren alleen Riley en Trudy nog over die tegenover elkaar in een stoel zaten. Terwijl ze wachtten, bleef Trudy Riley boze en verwijtende blikken werpen. Riley wenste dat ze uit kon leggen wat ze tijdens haar korte gesprek met agent Frisbie had gezegd. Ze had alleen een eenvoudige vraag beantwoord. Ze had niemand ervan beschuldigd iets slechts gedaan te hebben.
Maar agent White hing nog steeds om hen heen en Riley kon geen enkel woord zeggen.
Eindelijk kwam Cassie de keuken uit en ging terug naar haar kamer en daarna werd Trudy naar de keuken geroepen.
Riley was nu alleen met agent White en voelde zich geïsoleerd en bang.
Met niets om haar af te leiden, bleef ze terug denken aan het lichaam van de arme Rhea, haar wijd open ogen en de plas met bloed. Nu werden die beelden vermengd met de herinneringen aan haar eigen moeder die dood lag, zo lang geleden, maar nog steeds zo vreselijk levendig in haar geest.
Hoe kon zoiets hier en nu in een studentenkamer gebeuren?
Dit kan niet echt zijn, dacht ze.
Natuurlijk zat ze hier niet echt om zich schrap te zetten om vragen te beantwoorden waarop ze onmogelijk de antwoorden kon weten.
Natuurlijk was niet een van haar beste vriendinnen net op brute wijze vermoord.
Ze had zichzelf bijna van de onwerkelijkheid van het moment overtuigd toen agent Frisbie Trudy de keuken uit leidde. Met een sombere uitdrukking verliet Trudy de gemeenschappelijke ruimte zonder nog een blik op Riley te werpen.
Agent Frisbie knikte naar Riley, die opstond en haar gehoorzaam naar de keuken volgde.
Dit kan niet echt gebeuren, zei ze tegen zichzelf.