Kitabı oku: «In de gaten», sayfa 4

Yazı tipi:

HOOFDSTUK ZES

De volgende maandagochtend voelde Riley zich zwaar ongemakkelijk toen ze op haar stoel gleed voor haar geavanceerde psychologieles.

Het was tenslotte de eerste les waaraan ze deelnam sinds Rhea’s moord van vier dagen geleden.

Het was ook de les waarvoor ze had geprobeerd te studeren voordat zij en haar vriendinnen naar de Centaur’s Den waren gegaan.

Het werd vandaag schaars bezocht. Veel studenten hier bij Lanton voelden zich nog niet klaar om weer aan het studeren te gaan. Trudy was er ook, maar Riley wist dat haar kamergenoot zich ook ongemakkelijk voelde bij deze haast om weer ‘normaal’ te worden. De andere studenten waren allemaal ongewoon stil toen ze hun plaats innamen.

Het zien van professor Brant Hayman die de kamer binnenkwam, stelde Riley wat meer op haar gemak. Hij was jong en knap op een corduroy geklede academische manier. Ze herinnerde zich dat Trudy tegen Rhea zei...

‘Riley maakt graag indruk op professor Hayman. Ze heeft een oogje op hem.’

Riley kromp ineen bij de herinnering.

Ze wilde zeker niet denken dat ze een ‘oogje’ op hem had.

Het was alleen dat ze toen ze een eerstejaars student was ze voor het eerst bij hem had gestudeerd. Hij was toen nog geen professor geweest, alleen student-assistent. Ze vond toen al dat hij een geweldige leraar was. Informatief, enthousiast en soms vermakelijk.

Vandaag was de uitdrukking van Dr. Hayman ernstig toen hij zijn aktetas op zijn bureau zette en naar de studenten keek. Riley besefte dat hij meteen ter zake zou komen.

Hij zei: ‘Luister, er is een olifant in deze kamer. We weten allemaal wat het is. We moeten de lucht klaren. We moeten het openlijk bespreken.’

Riley hield haar adem in. Ze was ervan overtuigd dat ze wat er nu ging gebeuren niet leuk zou vinden.

Toen zei Hayman...

‘Kende iemand hier Rhea Thorson? Niet alleen als kennis, niet alleen als iemand die je soms op de campus tegenkomt. Echt goed kennen, bedoel ik. Als een vriendin.’

Riley stak voorzichtig haar hand op en Trudy ook. Niemand anders in de klas deed dat.

Hayman vroeg toen: ‘Wat voor soort gevoelens hebben jullie door moeten maken sinds ze vermoord werd?’

Riley kromp een beetje ineen.

Het was tenslotte dezelfde vraag die ze de verslaggevers vrijdag aan Cassie en Gina had horen stellen. Riley was erin geslaagd om de verslaggevers te ontwijken, maar moest ze die vraag nu wel beantwoorden?

Ze herinnerde zichzelf eraan dat dit een psychologieles was. Ze waren hier om dit soort vragen te behandelen.

En toch vroeg Riley zich af...

Waar moet ik beginnen?

Ze was opgelucht toen Trudy begon te praten.

‘Schuldig. Ik had het kunnen voorkomen. Ik was samen met haar in de Centaur’s Den voordat het gebeurde. Ik merkte het niet eens toen ze wegging. Als ik maar gewoon met haar mee naar huis was gelopen... ‘

Trudy’s stem stierf weg. Riley verzamelde de moed om te spreken.

‘Ik voel hetzelfde,’ zei ze. ‘Ik ben in mijn eentje gaan zitten toen we allemaal in de Den kwamen en ik heb geen aandacht aan Rhea besteed. Misschien als ik...’

Riley zweeg even en voegde eraan toe: ‘Dus ik voel me ook schuldig. En nog iets. Egoïstisch, denk ik. Omdat ik alleen wilde zijn.’

Dr. Hayman knikte. Met een sympathieke glimlach zei hij: ‘Dus geen van beiden is met Rhea mee naar huis gelopen.’

Na een pauze voegde hij eraan toe: ‘Een zonde van verzuim.’

Riley schrok een beetje van de uitspraak.

Het leek vreemd genoeg ongeschikt voor wat Riley en Trudy hadden verzuimd om te doen. Het klonk te goedaardig, lang niet dringend genoeg, nauwelijks een kwestie van leven en dood.

Maar het was natuurlijk waar; voor hoe het was geëindigd.

Hayman keek naar de rest van de klas.

‘Hoe zit het met de rest van jullie? Heb je ooit hetzelfde gedaan of niet gedaan in een vergelijkbare situatie? Heb je ooit, zullen we zeggen, een vriendin ‘s nachts ergens alleen heen laten lopen terwijl je eigenlijk met haar mee naar huis had moeten lopen? Of misschien heb je gewoon iets verwaarloosd om te doen dat misschien belangrijk voor de veiligheid van iemand anders was geweest? Iemands autosleutels niet afgepakt als ze te veel gedronken hadden? Een situatie genegeerd die tot letsel of zelfs de dood heeft geleid?’

Een verward gemompel kwam bij de studenten vandaan.

Riley besefte dat het echt een moeilijke vraag was.

Als Rhea niet vermoord was, dan zouden Riley en Trudy namelijk nooit meer aan hun ‘zonde van verzuim’ hebben gedacht.

Dat zouden ze helemaal vergeten.

Het was nauwelijks een verrassing dat ten minste een aantal studenten het moeilijk vonden om het zich op welke manier dan ook te herinneren. En de waarheid was dat Riley het ook niet met zekerheid over zichzelf kon herinneren. Waren er andere keren geweest dat ze had verzuimd om op iemands veiligheid te letten?

Was ze misschien verantwoordelijk geweest voor de dood van anderen of was het gewoon dom geluk geweest?

Na enkele ogenblikken gingen er verschillende terughoudende handen omhoog.

Toen zei Hayman: ‘En de rest van jullie? Hoeveel van jullie kunnen het zich gewoon niet met zekerheid herinneren?’

Bijna alle andere studenten staken hun hand op.

Hayman knikte en zei: ‘Oké dan. De meesten van jullie hebben misschien ooit dezelfde fout gemaakt. Dus hoeveel van de mensen hier voelen zich schuldig voor de manier waarop ze gehandeld hebben of voor wat ze waarschijnlijk hadden moeten doen, maar niet gedaan hebben?’

Er was meer verward gemompel en zelfs een paar die naar adem snakten.

‘Wat?’ vroeg Hayman. ‘Niemand? Waarom niet?’

Een meisje stak haar hand op en stamelde: ‘Nou... het was anders, omdat... ik denk, omdat... er niemand vermoord is, denk ik.’

Er was een algemeen gemompel van instemming.

Riley zag dat er een andere man het klaslokaal binnen was gestapt. Het was Dr. Dexter Zimmerman, de voorzitter van de Psychologie afdeling. Zimmerman leek net buiten de deur naar de discussie te hebben staan luisteren.

Ze had het vorige semester een vak bij hem gehad - sociale psychologie. Hij was een oudere, verfomfaaide, vriendelijk ogende man. Riley wist dat dr. Hayman tegen hem opkeek als naar een mentor. Eigenlijk aanbad hij hem bijna. Veel studenten deden dat ook.

Riley’s gevoelens over professor Zimmerman waren meer een mengeling. Hij was een inspirerende leraar geweest, maar op de een of andere manier had ze geen band met hem zoals de meeste anderen. Ze wist niet precies waarom niet.

Hayman legde de klas uit: ‘Ik heb Dr. Zimmerman gevraagd om vandaag langs te komen en aan de discussie deel te nemen. Hij zou ons echt moeten kunnen helpen. Hij is zo ongeveer de meest inzichtelijke man die ik ooit in mijn leven heb ontmoet.’

Zimmerman bloosde en grinnikte een beetje.

Hayman vroeg hem: ‘Dus wat denkt u van wat u net van mijn studenten heeft gehoord?’

Zimmerman hield zijn hoofd schuin en dacht even na.

Toen zei hij: ‘Wel, ten minste sommige van uw studenten lijken te denken dat er hier een soort moreel verschil aan het werk is. Als je verzuimt om iemand te helpen en zij raken gewond of worden vermoord, dan is het verkeerd, maar als er geen nare gevolgen zijn dan het is goed. Maar ik zie het onderscheid niet. Het gedrag is identiek. Verschillende consequenties veranderen niet echt of ze goed of fout zijn.’

Er viel een stilte over het klaslokaal toen het punt van Zimmerman door begon te dringen.

Hayman vroeg Zimmerman: ‘Betekent dit dat íedereen hier zichzelf samen met Riley en Trudy met schuldgevoelens moet teisteren?’

Zimmerman haalde zijn schouders op.

‘Misschien juist het tegenovergestelde. Helpt het iemand om je schuldig te voelen? Gaat het de jonge vrouw terugbrengen? Misschien zijn er nu meer gepaste dingen die we allemaal zouden moeten voelen.’

Zimmerman ging voor het bureau staan en maakte oogcontact met de studenten.

‘Vertel eens, diegenen onder jullie die niet heel dicht bij Rhea stonden. Wat zijn jullie gevoelens nu tegenover Riley en Trudy deze twee vriendinnen van haar?’

Het klaslokaal was even stil.

Toen was Riley verbaasd om een paar snikken in de klas uit te horen breken.

Een meisje zei met een verstikte stem: ‘Oh, ik vind het gewoon zo vreselijk voor ze.’

Een ander zei: ‘Riley en Trudy, ik zou willen dat jullie je niet schuldig voelde. Dat zouden jullie niet moeten doen. Wat er met Rhea is gebeurd, is verschrikkelijk genoeg. Ik kan me de pijn die jullie voelen gewoon niet voorstellen.’

Andere studenten bevestigde hun instemming.

Zimmerman glimlachte begripvol naar de klas.

Hij zei: ‘Ik denk dat de meesten van jullie weten dat mijn specialiteit criminele pathologie is. Mijn levenswerk gaat over het proberen om de geest van een crimineel te begrijpen. En de afgelopen drie dagen heb ik moeite gedaan om deze misdaad te begrijpen. Tot nu toe ben ik maar van één ding echt zeker. Dit was persoonlijk. De moordenaar kende Rhea en wilde haar dood hebben.’

En weer worstelde Riley om het onbegrijpelijke te begrijpen...

Iemand haatte Rhea genoeg om haar te vermoorden?

Toen voegde Zimmerman eraan toe: ‘Hoe verschrikkelijk dat ook klinkt, ik kan jullie één ding verzekeren. Hij zal niet nog een keer doden. Rhea was zijn doelwit, niemand anders. En ik ben ervan overtuigd dat de politie hem snel zal vinden.’

Hij leunde tegen de rand van het bureau en zei: ‘Ik kan jullie nog iets vertellen, waar de moordenaar nu ook is, wat hij ook doet, hij voelt niet wat jullie allemaal lijken te voelen. Hij is niet in staat om sympathie te hebben voor het lijden van een ander, laat staan de werkelijke émpathie te hebben die ik in deze kamer voel.’

Hij schreef de woorden ‘sympathie’ en ‘empathie’ op het grote whiteboard.

Hij vroeg: ‘Zou iemand me kunnen herinneren aan het verschil tussen deze twee woorden?’

Riley was een beetje verrast dat Trudy haar hand ophief.

Trudy zei: ‘Sympathie is wanneer je geeft om wat iemand anders voelt. Empathie is wanneer je daadwerkelijk de gevoelens van iemand anders déélt.’

Zimmerman knikte en noteerde Trudy’s definities.

‘Precies,’ zei hij. ‘Dus ik stel voor dat we allemaal ons schuldgevoel opzij zetten. Focus in plaats daarvan op ons vermogen tot empathie. Dat is het verschil tussen ons en ‘s werelds meest verschrikkelijke monsters. Het is kostbaar, vooral op een moment zoals nu.’

Hayman leek tevreden te zijn met de waarnemingen van Zimmerman.

Hij zei: ‘Als iedereen het goed vindt, dan denk ik dat we de les van vandaag moeten beëindigen. Het was behoorlijk intens, maar ik hoop dat het nuttig was. Bedenk dat jullie nu allemaal behoorlijk krachtige gevoelens moeten verwerken. Zelfs degenen onder jullie die geen band met Rhea hadden. Verwacht niet dat het verdriet, de shock en het afgrijzen snel zullen verdwijnen. Laat ze op hun beloop gaan. Ze zijn een onderdeel van het genezingsproces. En wees niet bang om de hulpverleners van de school om hulp te vragen. Of aan elkaar. Of aan mij en Dr. Zimmerman.’

Toen de studenten van hun bureau opstonden om te vertrekken, riep Zimmerman...

‘Geef Riley en Trudy een knuffel op weg naar buiten. Ze kunnen het gebruiken.’

Voor het eerst tijdens de les voelde Riley zich geïrriteerd.

Waarom denkt hij dat ik een knuffel nodig heb?

De waarheid was dat een knuffel het laatste was dat ze nu wilde hebben.

Plots herinnerde ze het zich; dit was dat wat haar een afkeer had gegeven aan Dr. Zimmerman toen ze een les bij hem had gevolgd. Hij was veel te knuffelig voor haar smaak, hij was met heel veel dingen handtastelijk, en hij vertelde studenten graag om elkaar te knuffelen.

Dat leek een beetje raar voor een psycholoog die zich in criminele pathologie specialiseerde.

Het leek ook vreemd voor een man die zoveel empathie had.

Hoe wist hij tenslotte of zij en Trudy wel of niet geknuffeld wilden worden? Hij had niet eens de moeite genomen om het te vragen.

Hoe empathisch was dat?

Riley kon het niet helpen dat die vent diep van binnen nep was.

Niettemin stond ze daar stoïcijns terwijl de ene student na de andere haar een sympathieke knuffel gaf. Sommigen van hen huilden. En ze zag dat Trudy deze aandacht helemaal niet erg vond. Trudy bleef bij elke knuffel door haar eigen tranen glimlachen.

Misschien ligt het aan mij, dacht Riley.

Was er iets mis met haar?

Misschien had ze niet dezelfde gevoelens als andere mensen.

Al snel was het knuffelen voorbij en hadden de meeste studenten de ruimte verlaten, inclusief Trudy. Dat gold ook voor Dr. Zimmerman.

Riley was blij dat ze een moment alleen met Dr. Hayman had. Ze liep naar hem toe en zei: ‘Bedankt voor het gesprek over schuld en verantwoordelijkheid. Ik moest dat echt even horen.’

Hij glimlachte naar haar en zei: ‘Ik ben blij dat ik kon helpen. Ik weet dat dit heel moeilijk voor je moet zijn.’

Riley liet haar hoofd even zakken en verzamelde haar moed om iets te zeggen wat ze echt wilde zeggen.

Uiteindelijk zei ze: ‘Dr. Hayman, u herinnert het zich waarschijnlijk niet meer, maar ik zat in uw eerste jaar in uw cursus Intro in Psych.’

‘Ik herinner het me,’ zei hij.

Riley slikte haar nervositeit weg en zei: ‘Nou, ik heb u altijd willen vertellen... u heeft me echt geïnspireerd om psychologie als hoofdvak te nemen.’

Hayman zag er nu een beetje geschrokken uit.

‘Wauw,’ zei hij. ‘Dat is echt leuk om te horen. Dank je wel!’

Ze stonden elkaar een ongemakkelijk moment aan te kijken. Riley hoopte dat ze zichzelf niet voor gek had gezet.

Uiteindelijk zei Hayman: ‘Luister, ik heb in de klas op je gelet. De opstellen die je schrijft, de vragen die je stelt, de ideeën die je met iedereen deelt. Je hebt een goed stel hersens. En ik heb het gevoel... je hebt vragen over wat er met je vriendin is gebeurd waar de meeste andere studenten niet aan denken, misschien zelfs niet aan wíllen denken.’

Riley slikte opnieuw. Hij had natuurlijk gelijk, bijna griezelig gelijk.

Dit is empathie, dacht ze.

Ze flitste terug naar de nacht van de moord, toen ze buiten Rhea’s kamer had gestaan met de wens dat ze naar binnen kon gaan, met het gevoel dat ze iets belangrijks zou leren als ze alleen op dat moment door die deur kon lopen.

Maar dat moment was voorbij. Toen Riley eindelijk naar binnen kon, was de kamer helemaal opgeruimd, alsof er nooit iets was gebeurd.

Langzaam zei ze...

‘Ik wil echt begrijpen... wáárom. Ik wil heel graag weten... ‘

Haar stem vervaagde. Durfde ze tegen Hayman of iemand anders de waarheid te vertellen?

Dat ze de geest wilde begrijpen van de man die haar vriendin vermoord had?

Dat ze zich bijna in hem wilde ínleven?

Ze was opgelucht toen Hayman knikte en het leek te begrijpen.

‘Ik snap hoe je je voelt,’ zei hij. ‘Vroeger voelde ik hetzelfde.’

Hij opende een bureaula, haalde er een boek uit en gaf het aan haar.

‘Je kunt dit lenen,’ zei hij. ‘Het is een geweldige plek om te beginnen.’

De titel van het boek was Donkere Geesten: De Moordlustige Persoonlijkheid Onthuld.

Riley was verrast toen ze zag dat de auteur Dr. Dexter Zimmerman zelf was.

Hayman zei: ‘De man is een genie. Je kunt je niet voorstellen welke inzichten hij in dit boek onthult. Je moet het gewoon lezen. Het kan je leven veranderen. Het heeft de mijne zeker veranderd.’

Riley voelde zich door Haymans gebaar overweldigd.

‘Dank u wel,’ zei ze zachtmoedig.

‘Geen dank,’ zei Hayman glimlachend.

Riley verliet het klaslokaal en liep in een draf toen ze het gebouw uit ging naar de bibliotheek, ongeduldig om met het boek te gaan zitten.

Tegelijkertijd voelde ze een zweem van angst.

‘Het kan je leven veranderen,’ had Hayman haar gezegd.

Zou dat goed of slecht zijn?

HOOFDSTUK ZEVEN

In de universiteitsbibliotheek ging Riley achter een bureau zitten die in een kleine ruimte stond. Ze legde het boek op het bureau en zat naar de titel te staren; Donkere Geesten: De Moordlustige Persoonlijkheid Onthuld, door Dr. Dexter Zimmerman.

Ze wist niet precies waarom, maar ze was blij dat ze ervoor gekozen had om het boek hier te gaan lezen in plaats van in haar studentenkamer. Misschien wilde ze gewoon niet gestoord worden of de vraag krijgen wat ze aan het lezen was en waarom.

Of misschien was het iets anders.

Ze raakte de kaft aan en voelde een vreemde tinteling...

Angst?

Nee, dat kon het niet zijn.

Waarom zou ze bang zijn voor een boek?

Toch voelde ze zich ongerust, alsof ze op het punt stond om iets te doen dat verboden was.

Ze opende het boek en haar ogen vielen op de eerste zin...

Lang voordat een moord wordt gepleegd, heeft de moordenaar het potentieel om die moord te plegen.

Terwijl ze de verklaringen van de auteur voor die stelling las, voelde ze zichzelf in een donkere en vreselijke wereld glijden. Een onbekende wereld, maar een wereld die op mysterieuze wijze voor haar voorbestemd voelde om te onderzoeken en te proberen te begrijpen.

De pagina’s omslaand, werd ze aan het ene moorddadige monster na het andere voorgesteld.

Ze leerde Ted Kaczynski kennen, bijgenaamd de ‘Unabomber’, die explosieven gebruikte om drie mensen te doden en drieëntwintig anderen te verwonden.

En dan was er John Wayne Gacy, die zich graag als clown verkleedde en kinderen op feesten en liefdadigheidsevenementen vermaakte. Hij was in zijn gemeenschap geliefd en gerespecteerd, zelfs op het moment dat hij in het geheim drieëndertig jongens en jonge mannen seksueel misbruikte en vermoordde, waarvan hij veel lichamen in de kruipruimte van zijn huis verborg.

Riley was vooral door Ted Bundy gefascineerd, die uiteindelijk tot dertig moorden bekende, hoewel er misschien nog veel meer waren geweest. Knap en charismatisch, had hij zijn vrouwelijke slachtoffers op openbare plaatsen benaderd en gemakkelijk hun vertrouwen gewonnen. Hij beschreef zichzelf als ‘de meest hartelijke klootzak die je ooit zult ontmoeten.’ Maar de vrouwen die hij vermoord had, hadden zijn wreedheid nooit herkend totdat het te laat was.

Het boek stond vol met informatie over dergelijke moordenaars. Bundy en Gacy waren opmerkelijk intelligent geweest en Kaczynski was een wonderkind. Zowel Bundy als Gacy waren door wrede, gewelddadige mannen opgevoed en ze hadden onder wreed seksueel misbruik geleden toen ze jong waren.

Maar Riley vroeg zich af: wat had hen tot moordenaars gemaakt? Veel mensen waren in hun jeugd getraumatiseerd zonder zich tot moord te wenden.

Ze bestudeerde de tekst van Dr. Zimmerman op zoek naar antwoorden.

Volgens zijn beoordeling wisten moorddadige criminelen het verschil tussen goed en kwaad en ze waren zich ook bewust van de mogelijke gevolgen voor hun acties. Maar ze waren op een unieke manier in staat om dat bewustzijn af te sluiten om hun misdaden te plegen.

Zimmerman schreef ook wat hij in de klas had gezegd, dat moordenaars geen empathisch vermogen hadden. Maar het waren uitstekende bedriegers die empathie en andere gewone gevoelens konden veinzen, waardoor ze moeilijk te herkennen waren en vaak sympathiek en charmant leken.

Toch waren er soms zichtbare waarschuwingssignalen. Een psychopaat was bijvoorbeeld vaak iemand die van macht en controle hield. Hij verwachtte zonder veel moeite grandioze, onrealistische doelen te bereiken, alsof succes gewoon aan hem toekwam. Hij zou alle middelen gebruiken om die doelen te bereiken, niets viel buiten die grenzen, hoe crimineel en wreed ook. Meestal gaf hij anderen de schuld voor zijn falen en hij loog gemakkelijk en vaak...

Riley’s geest verbijsterde zich over de rijkdom aan informatie en inzichten van Zimmerman.

Maar terwijl ze las, bleef ze aan de eerste zin in het boek denken...

Lang voordat een moord wordt gepleegd, heeft de moordenaar het potentieel om die moord te plegen.

Hoewel moordenaars in veel opzichten verschillend waren, leek Zimmerman te zeggen dat er een bepaald soort persoon was die was voorbestemd om te moorden.

Riley vroeg zich af: waarom werden zulke mensen niet gezien en gestopt voordat ze zelfs maar konden beginnen?

Riley wilde graag blijven lezen en ontdekken of Zimmerman op die vraag antwoorden had. Maar ze wierp een blik op haar horloge en besefte dat er sinds ze in de ban van het boek was geraakt veel tijd verstreken was. Ze moest nu gaan, anders zou ze te laat zijn voor haar volgende les.

Ze verliet de bibliotheek en liep de campus over, terwijl ze het boek van Dr. Zimmerman vastklampte terwijl ze liep. Ongeveer halverwege haar klas, kon ze de aantrekkingskracht van het boek niet weerstaan, ze klapte het open en gleed snel over delen van de tekst terwijl ze liep.

Toen hoorde ze een mannenstem zeggen...

‘Hé, kijk uit!’

Riley stond plots stil en keek op van haar boek.

Ryan Paige stond recht voor haar op de stoep en grijnsde naar haar.

Hij leek erg geamuseerd door Riley’s afgeleide gemoedstoestand.

Hij zei: ‘Wauw, dat moet een geweldig boek zijn dat je leest. Je had me daar bijna omver gelopen. Mag ik eens kijken?’

Vol schaamte gaf Riley hem het boek.

‘Ik ben onder de indruk,’ zei Ryan en bladerde langs een paar pagina’s. ‘Dexter Zimmerman is gewoon een genie. Het strafrecht is niet mijn focus, maar ik heb een paar lessen bij hem als student gevolgd, hij heeft me echt verrast. Ik heb een paar van zijn boeken gelezen, maar deze niet. Is het zo goed als dat ik denk dat het moet zijn?’

Riley knikte alleen maar.

Ryan’s glimlach vervaagde.

Hij zei: ‘Vreselijk iets, wat er donderdagavond met dat meisje is gebeurd. Heb je haar toevallig gekend?’

Riley knikte weer en zei: ‘Rhea en ik zaten in hetzelfde studentenhuis; Gettier Hall.’

Ryan keek geschokt.

‘Wauw, het spijt me zo. Het moet vreselijk voor je zijn geweest.’

Even flitste Riley terug naar de schreeuw die haar in die vreselijke nacht wakker had gemaakt, de aanblik van Heather ingestort en ziek in de gang, het bloed op de vloer van de slaapkamer, Rhea’s wijd open ogen en doorgesneden keel...

Ze huiverde en dacht...

Hij heeft geen idee.

Ryan schudde zijn hoofd en zei: ‘De hele campus staat op scherp vanaf het moment dat het gebeurd is. De politie kwam die avond zelfs bij mij thuis, ze maakte me wakker, stelde me allerlei vragen. Niet te geloven, toch?’

Riley kromp een beetje ineen.

Natuurlijk kon ze het geloven. Zij was tenslotte degene die Ryan’s naam aan de politie had gegeven.

Moest ze het toegeven? Moest ze zich verontschuldigen?

Terwijl ze probeerde om dat te beslissen, haalde Ryan zijn schouders op en zei: ‘Nou, ik denk dat ze met veel jongens hebben gesproken. Ik heb gehoord dat ze die avond in de Centaur’s Den was en daar was ik natuurlijk ook. Ze deden hun werk. Ik begrijp het. En ik hoop echt dat ze de klootzak pakken die dit gedaan heeft. Hoe dan ook, wat mij is overkomen is niet erg, het is niets vergeleken met hoe dit voor jou moet zijn. Zoals ik al zei, het spijt me echt heel erg.’

‘Dank je,’ zei Riley terwijl ze op haar horloge keek.

Ze haatte het om onbeleefd te zijn. Ze had eigenlijk al gehoopt om deze knappe kerel weer tegen het lijf te lopen. Maar nu zou ze te laat voor de les komen en bovendien was ze op de een of andere manier niet in de stemming om zelfs van Ryan’s gezelschap te genieten.

Ryan gaf haar het boek terug, alsof hij het begreep. Toen scheurde hij een klein stukje papier uit een notitieboekje en schreef iets op.

Een beetje verlegen zei hij: ‘Luister, ik hoop dat dit niet te brutaal is, maar... Ik dacht laat ik je mijn telefoonnummer maar geven. Misschien wil je gewoon een keer praten. Of misschien niet. Dat is aan jou.’

Hij gaf haar het stukje papier en voegde eraan toe: ‘Ik heb mijn naam ook opgeschreven. Voor het geval je het vergeten bent.’

‘Ryan Paige,’ zei Riley. ‘Ik ben het niet vergeten.’

Ze citeerde haar eigen telefoonnummer voor hem. Ze was bang dat het nogal bot van haar was dat ze hem haar nummer op stond te zeggen in plaats van het voor hem op te schrijven. De waarheid was dat ze blij was om te denken dat ze hem misschien weer zou zien. Ze had gewoon moeite om zich nu vriendelijk te gedragen tegenover iedereen die nieuw was.

‘Bedankt,’ zei ze, terwijl ze het papier in haar zak stopte. ‘Tot later.’

Riley liep vlak langs Ryan heen en liep naar haar klas.

Ze hoorde Ryan achter haar aanroepen: ‘Ik hoop het.’

*

Terwijl de rest van de schooldag voorbijging, las Riley wanneer ze de kans kreeg flarden uit het boek van Zimmerman. Ze vroeg zich de hele dag af of de moordenaar van Rhea als Ted Bundy zou kunnen zijn, een charmante man die erin geslaagd was om Rhea’s vertrouwen te winnen?

Ze herinnerde zich wat Dr. Zimmerman die ochtend in de les gezegd had...

‘De moordenaar kende Rhea en wilde haar dood hebben.’

En in tegenstelling tot Bundy, was de moordenaar van Rhea nu klaar. Hij zou geen andere slachtoffers zoeken.

Althans volgens Dr. Zimmerman.

Hij leek zo positief, dacht Riley.

Ze vroeg zich af hoe hij er zo zeker van kon zijn.

Later die avond waren Riley en Trudy in hun studentenkamer rustig aan het studeren. Beetje bij beetje begon Riley zich rusteloos en ongeduldig te voelen. Ze wist niet zeker waarom.

Uiteindelijk stond ze op van haar bureau, trok haar jas aan en liep naar de deur.

Trudy keek op van haar huiswerk en vroeg: ‘Waar ga je heen?’

‘Ik weet het niet,’ zei Riley. ‘Gewoon er even uit.’

‘Alleen?’ vroeg Trudy.

‘Ja.’

Trudy deed haar boek dicht en keek Riley angstig aan.

‘Weet je zeker dat dat een goed idee is?’ vroeg ze. ‘Misschien moet ik met je mee gaan. Of misschien moet je de begeleidingsdienst van de campus bellen.’

Riley voelde een verrassende uitbarsting van ongeduld.

‘Trudy, dat is belachelijk,’ zei ze. ‘Het enige wat ik wil doen is even een korte wandeling maken. We kunnen niet zo leven, altijd bang zijn dat er iets vreselijks zou kunnen gebeuren. Het leven moet verder gaan.’

Riley schrok van de scherpte van haar eigen woorden. En ze kon aan Trudy’s uitdrukking zien dat ze haar gekwetst had.

Riley probeerde zich wat voorzichtiger uit te drukken en zei: ‘Het is in elk geval niet laat. En ik zal niet lang weg blijven. Ik zal veilig zijn. Ik beloof het.’

Trudy gaf geen antwoord. Ze opende zwijgend haar boek en ging weer verder met lezen.

Riley zuchtte en liep de gang in. Ze bleef even staan en vroeg zich af...

Waar wil ik heen?

Wat wil ik gaan doen?

Langzaam kwam er een vaag besef...

Ik wil teruggaan.

Ze wilde weten wat er tijdens Rhea’s dood was gebeurd.

Yaş sınırı:
0+
Litres'teki yayın tarihi:
15 nisan 2020
Hacim:
271 s. 3 illüstrasyon
ISBN:
9781094304588
İndirme biçimi:

Bu kitabı okuyanlar şunları da okudu