Kitabı oku: «Franse Toestanden», sayfa 3

Yazı tipi:

Er is geen afgrijselijker aanblik dan die volkstoorn, die om bloed vraagt en zijn weerloze slachtoffers wurgt. Dan stroomt er door de straten een donkere mensenzee, met daarin arbeiders in hemdsmouwen als witte golfkopjes. Alles giert en bruist, genadeloos, heidens, daemonisch. In de RUE ST DENIS hoorde ik de oude kreet "Ŕ LA LANTERNE" en woedend vertelden enkele stemmen mij dat ze een gifmenger aan het verhangen waren. Sommigen zeiden dat het een koningsgezinde was ze hadden naar het schijnt een BREVET DU LYS in zijn tas gevonden, een soort vrijgeleide met het leliesymbool; anderen beweerden dat het een priester was, en die zijn tot alles in staat. Aan de RUE VAUGIRARD werden twee mensen vermoord, omdat ze een wit poeder op zak hadden. Ik zag één van die ongelukkigen, toen hij nog een beetje rochelde. Oude vrouwen zelfs deden hun klompen uit en sloegen hem daarmee zolang op de kop tot hij dood was. Hij was helemaal naakt, tot een bloedklomp geslagen en gekwetst; niet alleen waren hem de kleren afgerukt, ook de haren, de schaamdelen, de lippen en de neus. Een woesteling deed het lijk een strik om de voeten en sleepte het door de straat. Hij riep daarbij aan één stuk: "VOILŔ LE CHOLÉRA-MORBUS!" Een wondermooi witwoedend vrouwmens, met ontblote borsten, haar handen helemaal met bloed bedekt, stond erbij, en toen het lijk haar voorbij kwam gaf ze het een trap met de voet. Ze lachte, en ze vroeg mij of ik voor dat zachtmoedige werkje niet een paar franken over had; dan zou ze een zwart rouwkleed kunnen kopen, want haar moeder was een paar uur daarvoor gestorven, aan gif.

III. Flanel

's Anderendaags bleek uit de kranten dat de ongelukkige mensen, die men zo gruwelijk vermoord had, helemaal onschuldig geweest waren; het verdachte poeder dat op hen gevonden was zou kamfer geweest zijn, of chloruur, of een van die andere middeltjes tegen de cholera en al die zogenaamd vergiftigden waren, op de meest natuurlijke manier, aan de heersende plaag bezweken. Het volk hier, zoals het volk overal, ontsteekt rap in woede, en kan dan tot gruweldaden verleid worden; maar als datzelfde volk bezadigde stemmen hoort, dan wordt het even snel milder gestemd, en het berouwt hartsgrondig zijn ondaden. Met dat soort stem hebben de kranten hier direct de dag daarop het volk weten in te tomen en zachter te stemmen. Het mag een triomf van de pers genoemd worden, dat ze in staat bleek het onheil zo snel in te perken onheil dat de politie met haar COMMUNIQUÉ had aangericht. […] Sindsdien is alles hier rustig; "L'ORDRE RČGNE Ŕ PARIS", zou onze minister van buitenlandse zaken, Horatius Sebastiani, zeggen. Een doodse stilte heerst in gans Parijs. Een stenen ernst ligt op alle gezichten. Vele avonden lang zag men zelfs op de BOULEVARDS weinig mensen, en dan nog dezen ijlden elkaar snel voorbij, met de hand voor de mond, of een doek. De theaters waren uitgestorven. Als ik een SALON binnenkom, dan zijn de lui verwonderd mij nog in Parijs te zien want dringende besognes heb ik hier toch niet? De meeste buitenlanders namelijk mijn landgenoten zijn onmiddellijk afgereisd. Gehoorzame ouders hadden van hun kinderen het bevel gekregen ten spoedigste naar huis te komen. Godvrezende zonen vervulden zonder dralen het zoete verzoek van de ouders, die hun terugkeer naar de HEIMAT wensten. Eert uw vader en moeder, en gij zult lang leven op aarde! Bij anderen ontwaakte plotseling een oneindige SEHNSUCHT naar het dierbare vaderland, naar de romantische gouwen aan de ontzagwekkende Rijn, naar de geliefde bergen, naar het gelukzalige Schwaben: het land van de hoofse liefde en de vrouwentrouw, van de lustige liederen en de gezonde lucht. In het HÔTEL DE VILLE zijn er al meer dan 120.000 reispassen afgegeven, hoor ik.

En, alhoewel de cholera het zichtbaar gemunt had op de armere klassen, tóch waren het de rijken die op slag de benen namen. Sommige PARVENUS kan men het niet kwalijk nemen dat ze er vandoor gingen; die dachten waarschijnlijk: de cholera, die komt van zo ver, uit Azië, en die wéét dus niet dat wij de laatste tijd veel geld verdiend hebben op de beurs die houdt ons misschien nog voor arme drommels, en laat ons toch nog in het gras bijten. Alexandre Aguado, markies DE LA MARISMAS DEL GUADALQUIVIR, een der rijkste bankiers hier, en ridder in het Erelegioen, was de veldmaarschalk van deze grote terugtocht. Waanzinnig van angst zat de ridder, naar het schijnt, gedurig achterom te kijken door het raampje van zijn koets, en hij hield zijn blauwe bediende, die achterop stond, voor de waarachtige dood zelf, de CHOLÉRA-MORBUS. Het volk morde bitter toen het zag hoe de rijken bepakt met artsen en apothekers zich in gezondere oorden kon redden. De armen zagen met wrevel, dat geld nu ook een beschutting tegen de dood was. Het grootste deel van de JUSTE-MILIEU-regering en de HAUTE- FINANCE is sindsdien ook verdwenen, en leeft nu in zijn kastelen. De éigenlijke vertegenwoordigers van de rijkdom, de heren von Rothschild, dié zijn evenwel in Parijs gebleven, en geven daarmee te kennen dat ze niet alleen in geldzaken groots en dapper zijn. Ook premier Casimir Périer toonde zich groots en dapper, want hij ging bij het uitbreken van de cholera het HÔTEL-DIEU bezoeken; ik geloof dat zelfs zijn tegenstanders het betreuren dat hij als gevolg daarvan met zijn bekende gevoeligheid zelf door de cholera getroffen werd. Hij is er nochtans niet aan bezweken, want hijzelf is een nog kwaaiere ziekte?. Ook de jonge kroonprins, de hertog van Orléans, die samen met Périer het hospitaal bezocht, verdient erkentelijkheid. De hele koninklijke familie, trouwens, heeft in deze troosteloze tijd met glans haar mannetje gestaan. Bij het uitbreken van de cholera verzamelde de goede koningin haar vrienden en dienaars en verdeelde onder hen flanellen zwachtels, die ze goeddeels zelf vervaardigd had! De zeden van het oude ridderdom zijn nog niet verzwonden: alleen zijn ze overgegaan in burgerlijke deugden. Hoge Dames voorzien haar kamp tegenwoordig van minder poëtische maar veel gezondere sjaaltjes. Tenslotte leven wij niet langer in de helm- en harnastijden van de krijgshaftige CHEVALLERIE, maar in de vredevolle burgertijd van de borstrokken en het warme ondergoed. Wij leven niet meer in het ijzeren tijdperk, maar in het tijdperk van flanel. Flanel is werkelijk ons beste pantser tegen de aanvallen van onze ergste vijand, tegen de cholera. "Vandaag zou Venus", zegt Figaro, "een gordel van flanel dragen". Ikzelf steek ook voor de helft in het flanel, en daarom beschouw ik mij als cholera- vast. Ook de koning draagt tenslotte ondergoed van het beste burgerflanel.

Yaş sınırı:
0+
Litres'teki yayın tarihi:
09 nisan 2019
Hacim:
17 s. 1 illüstrasyon
Telif hakkı:
Public Domain
İndirme biçimi:
Metin
Ortalama puan 3, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 3, 1 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 4,9, 7 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 5, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 3, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 4,5, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre