Kitabı oku: «Narrow Escape», sayfa 2
We werden ongerust omdat het maar niet wilde stoppen en Else belde de dienstdoend huisarts. Gelukkig had onze eigen huisarts dienst en we konden meteen komen. Met m’n neus boven een emmertje met keukenpapier erin, bleef het bloed stromen en moest ik erg veel slikken.
In voorovergebogen houding bij de huisarts gearriveerd. Hij schrok een beetje van de heftigheid. Zweltampon erin gestopt. Tijdje aanzien… Hielp niet.
Na enige tijd werd de bloeddruk eens gemeten, omdat ik nogal wat bloed verloor.
Grote schrik! Was de meter soms niet goed?
Nog eens meten… Hij mompelde iets van olympische waarden… Hij wilde niet exact de waarden zeggen, maar gaf aan dat 130 mm kwikdruk onderwaarde een acute opname-indicatie was voor het ziekenhuis. Meteen werd er gebeld dat we onderweg waren naar de Spoed Eisende Hulp.
Nog even (tegen het advies van de huisarts in, want de internist zou al op ons zitten te wachten…) langs huis gegaan, waar Else in hoog tempo wat spullen voor een eventuele opname bij elkaar graaide.
Tako hielp ook mee en Niels deed z’n best om te begrijpen wat er aan de hand was en was op zijn manier ook hulpvaardig. Ze bleven samen thuis en Niels ging naar bed in de gedachte dat ik na behandeling weer gauw terug zou zijn.
In de tussentijd zat ik nog steeds voorovergebogen boven die emmer in de auto. Tijdens de rit naar het ziekenhuis vroeg Else of ik geschrokken was. “Nou nee, niet echt… Ik ben meer benieuwd wat er gaat gebeuren…,” zei ik.
Opname in het ziekenhuis
Geen wachttijd bij de Spoedeisende Hulp. De poortarts was er, maar die kon niet veel uitrichten. Zij was net veertien dagen in dienst en stond letterlijk met de armen omhoog geheven uit te roepen dat ze niet wist wat te doen…
De internist… was er niet…(!?)
Routinecontroles werden uitgevoerd door de eerstehulpverpleegkundige; infuusnaald er maar alvast in en de bloeddrukmeting maar alvast gedaan…
Wat deed die meetmanchet zeer zeg; het leek wel of die arm eraf geknepen werd. Bleek ook logisch!
De meetwaarden waren 275 over 160. Volgens Else is die onderwaarde zelfs nog op 175 geweest(!!!).
Met name die onderwaarde was zo gevaarlijk… Die manchet moest de druk van 275 mm kwik overwinnen. Nou, dat heb ik geweten! Deze druk is voor een mens zo gevaarlijk dat die zo snel mogelijk weer naar beneden dient te gaan, anders klap je uit elkaar door hersenbloedingen e.d. Het is welhaast vergelijkbaar met een afperstest voor een gas- of stoomtank. “Zo ver gaan dat-ie nog net niet uit elkaar klapt,” grapte ik nog…
De ernst van de situatie drong eigenlijk nog niet helemaal tot me door. Bij Else wel! Die was erg bezorgd. Zij is vroeger IC-verpleegkundige geweest en kende het klappen van de zweep.
Intussen bleef het bloeden maar doorgaan en kreeg ik alvast twee tabletjes Trandate om de ergste druk te laten dalen. In afwachting van de dienstdoende kno-arts.
Direct nadat hij gearriveerd was, ondernam hij een poging die bloeding een halt toe te roepen. Verdoving boven achter in m’n neus… Ai, wat deed dat scherp zeer en het smaakte erg vies. Toen werd er een vaselinetampon in gestouwd tot ver bovenin. Ondanks de verdoving deed dat erg veel pijn. Er werd via m’n keel gecontroleerd of de bloeding tot staan was gebracht. Als dat niet zo zou zijn, had hij nog iets onaangenamers voor me in petto; een afsluitballonnetje helemaal boven- en achterin de neus te laten opblazen.
Gelukkig, de bloeding kwam langzaam tot staan. Een tijdje bleef er nog wat achter in de keel lekken, zo kon ik proeven. Ik durfde dat niet te zeggen en dacht dat het zo wel zou stoppen. Gelukkig, dat gebeurde…
Goed, de neus was klaar. Toen was het ecg aan de beurt. M’n lichaam werd volgeplakt met elektrodestickers en om schenen en polsen gingen een soort klemmen. Niet gezien maar wel gevoeld. Het ecg werd gemaakt en daar bleek gelijk al uit dat m’n hart groter was dan volgens tekening de bedoeling is, waaruit opgemaakt kon worden dat de hoge bloeddruk er niet van vandaag op morgen was, maar al veel langer bestond. Gelukkig was die neusbloeding een soort verklikker voor deze foutieve situatie.
Intussen werd spoedvervoer per ambulance geregeld naar de CCU (Cardio Care Unit) in de andere locatie van het ziekenhuis. De ICU (Intensive Care Unit) op deze locatie lag al vol, dus daar was geen plaats…
De ambulance moest van een nabij gelegen plaats komen omdat de eigen auto al voor een andere klus op pad was. Ik hoorde het telefoongesprek. Of er ook haast bij was, werd er gevraagd. “Nou, dat steekt niet op een dag als je ’s nachts om halftwee belt…”, zei ik. Algemene hilariteit.
Nog even per brancard naar de röntgenkamer voor een thoraxfoto. Het te grote hart werd bevestigd! De foto moest staand worden gemaakt; ik voelde me al aardig gammel. Al met al is er ongeveer een liter bloed verloren gegaan; half in de emmer, de rest in m’n maag. Je zou je haast schuldig voelen naar de bloedtransfusiedienst voor al die verspilling.
Terug op de brancard naar de EHBO-kamer. Daar kwam de ontlading. Door alles wat er met me gebeurde raakte ik in de war en moest huilen. Else stond dapper aan mijn zijde en ondersteunde me.
Intussen waren de mensen van de ambulance gearriveerd. Plotseling kreeg ik aandrang om te plassen. Kreeg een urinaal en moest het op de brancard doen. Vreemd hoor, zo voor het eerst.
Dan overstappen op de ambulancebrancard. Helemaal ingepakt kon ik geen vin meer verroeren.
Ik had er inmiddels ook geen behoefte toe.
Het duwen naar de ambulance, de rit zelf naar de andere locatie en het duwen naar de CCU-afdeling deden vreemd aan, ondanks dat ik op voor mij min of meer bekend terrein was. Je kunt alleen naar boven kijken en bent totaal je oriëntatie kwijt. Wel aardige mensen.
Overstappen op het bed. Else was er met de eigen auto achteraan gekomen. Ik werd meteen aangesloten op de perfusor met Nipride via het infuus, de cardioscoop en de automatische bloeddrukmeter. Die laatste kneep elke vijf minuten zo ongeveer m’n arm eraf, totdat de druk wat gedaald was. Toen werd het draaglijker.
De tabletjes en het infuusmiddel begonnen te werken; de druk begon te dalen. In principe was er sprake van een structureel veel te hogebloeddruk, weliswaar wat lager dan de zojuist gemeten waarden, maar toch… Die hele hoge waarden werden op hun beurt weer veroorzaakt door de neusbloeding, die een soort van autonome stressreactie veroorzaakte als gevolg van het bloedverlies. En dat kwam er bovenop.
De rust was weergekeerd…
Nu moest er maar eens wat geslapen worden…
Else ging naar huis. Bezorgdheid stond op haar gezicht.
Dat werd dus maar een kwartiertje dat ik even onder zeil was. De rest van de inmiddels korte nacht werd er aanvankelijk om de vijf minuten bloeddruk gemeten omdat-ie naar beneden moest met behulp van de Nipride in de perfusorpomp, waarna de meting werd ingesteld op een kwartier interval. Lekker lang rust, zo’n kwartier…
Even kwam de druk onder de 70 mm onderwaarde. Dat leverde gelijk een klam en zweverig gevoel op. Het was nu dus even te laag. Het verschil met net was nu veel te groot. Dus werd de infuusvloeistofsnelheid even wat naar beneden bijgesteld. Zo moest er een geschikte waarde worden gevonden. Die neus zat me behoorlijk in de weg! Een gat was dicht en het andere liep steeds vol. En dat terwijl ik niet eens verkouden was. Ingepakt in een pleister lekte er toch steeds vocht langs. Erg hinderlijk!
Dag 1, maandag 17 mei 1999
De eerste dag in het ziekenhuis brak voor mij aan. Vroeger als heel klein kind wel vaker in een ziekenhuis gelegen, maar dit maak je nu veel bewuster mee en dat is vreemd… Aardige verpleegkundigen! Je kon duidelijk merken dat Else in dit huis een bekend persoon was, want ze werkt er. Zelf ken ik vanuit die positie dan ook een aantal mensen en dat geeft een gemakkelijke en prettige praatomgeving; vandaar het ‘bekende terrein’.
Kwart over zes een lekker glas thee, gebracht door de verpleegkundige van de nacht. Ze zegt je gedag en je wordt overgedragen aan de vroege dienst. Dan wachten tot de verpleging van de dagdienst zich laat zien.
De routine van de dag wordt langzaamaan duidelijk.
Begonnen werd met het cardiogram (ecg). Je wordt volgeplakt met elektrodestickers en aangesloten op een mobiel apparaat. De meting wordt gestart. De aldus geschreven grafieken gaan in de statusmap.
De verpleegkundige komt aan het bed en de bloeddruk wordt nog eens gemeten met de cardioscoop. Daarop staan steeds de tendens en de gescoorde waarden van druk en hartritme. Het beeld van de cardioscoop is ook te volgen op een centrale desk, zodat men je continu (’s nachts dus ook) in de gaten kan houden. De frequentie van de drukmeting wordt nog eens bekeken en zo nodig bijgesteld. Nu met een kwartier interval.
Dan volgt het bloedprikken ter bepaling van allerlei daarin aanwezige stofjes die een indicatie kunnen zijn van eventuele afwijkingen. In mijn geval wordt gedacht aan een mogelijk infarctje. Blijkt later niet het geval. Wel is er sprake van een dikkere hartspier.
De tabletjes worden uitgereikt: Adalat Oros en een Bisoblock 5 mg. Later op de dag nog een Bisoblock 5. Samen met de immer aanwezige Nipride via het infuus moeten deze zorgen dat de druk gaat dalen tot een streefwaarde van ca. 100 mm kwik onderwaarde. Die Nipride is een paardenmiddel, dat enigszins moeilijk in te regelen is. Moet dus niet te lang… Je kunt het voelen instromen bij de start. Er is weliswaar een erg lage waarde ingesteld, maar toch…
M’n neus wordt weer even gerestyled met pleister om te voorkomen dat de tampon eruit komt. Er loopt nog steeds hinderlijk vocht langs.
De behandelend cardioloog komt visite lopen. Ik stel voor graag hier te willen blijven en niet naar de ‘eerste behandelaar’, de internist, te gaan. Dat wordt even besproken. Uiteindelijk is dit een bed dat toebehoort aan de maatschap cardiologie en de cardioloog heeft al een beleid bepaald.
De internist is het er uiteindelijk mee eens, zo laat ze weten, onder voorwaarde dat ze mee mag denken. Medicijnen worden afgesproken.
Dan ga ik me wassen.
Even losgekoppeld van het infuus kan ik me in de toiletruimte op m’n gemak wassen. Neus mag niet nat… Elektroden op de borst dienen ook droog te blijven.
Dan weer naar bed.
Intussen is de druk weer gestegen, zodat het infuus weer aan gaat. Na elke meting kijk ik even op de monitor of de druk al weer daalt. Niet erg dus… Rustig afwachten.
Deze exercitie was erg vermoeiend. Even ogen dicht…
Else komt, samen met Niels en Tako.
Naast wat lectuur, verse kleding en wat andere spullen een bakje met lekkere tumtummetjes. Niels raakt weer wat gerustgesteld. Even praten en kauwen op de dingen die zich hebben afgespeeld. De jongens waren erg geschrokken van het gebeurde. Vooral Niels had het er te kwaad mee. Hij doorzag in zekere gevoelsmatige zin het gevaar van de situatie… Hij was ook niet in staat naar school te gaan. Kon zich niet concentreren. Niels heeft z’n discman aan mij ter beschikking gesteld met een aantal van mijn favoriete cd’s.
Tako gaat de radio/tv/telefoon-chipkaart opladen, zodat ik die zaken kan gebruiken. Kan ik tenminste bellen of gebeld worden.
Else kaart nog even definitief af met de cardioloog dat hij mijn behandelaar wordt. Voordat zij kwam had ze een groot aantal mensen telefonisch op de hoogte gebracht. Die waren allemaal geschrokken en hadden dat van mij niet verwacht. Zelf was ik er ook behoorlijk van geschrokken en was dat het laatste wat ik kon verwachten…
In 1992 was voor het laatst mijn bloeddruk gemeten en cholesterol bepaald tijdens een check-up. De uitslagen waren ‘om jaloers op te worden’ zo zei de huisarts toen. Ik neig in erfelijke zin meer naar de Engelse familiekant met allemaal ‘ouwe knarren’ zonder bloeddrukproblemen…
‘Mooi,’ dacht ik, ‘hoef ik me geen zorgen te maken…’ Nou, en dan ben je stomverbaasd dat zoiets als de ‘Silent Killer’ zo toe kan slaan…
Als ze weer weggaat druk ik haar op het hart zelf ook even te gaan slapen. Uitgeput doe ik zelf ook even de ogen dicht.
Het eten wordt gebracht: Schotse boerensoep. Spinazie, aardappelen, verse worst en als toetje sinaasappelvla. Dan pak ik even de krant. Ben moe na het lezen… Radio aan, koptelefoon op.
Een vriendin van de Jispgroep, Tanja, die hier op een andere afdeling werkt, komt even langs.
Doet goed. Even kletsen… Ze brengt een zak hartjes voor me mee; een gezamenlijke ‘liefhebberij’.
De Jispgroep is een vaste groep vrienden, ontstaan in 1973 uit allemaal verpleegkundigen in opleiding, later uitgebreid met de aanhang. De naam Jispgroep is ontleend aan het feit dat we al sinds 1978 twee keer per jaar met z’n allen, nu zestien in getal, kamperen op een eilandje in het waterrijke gebied nabij het plaatsje Jisp in Noord-Holland. We zijn in al die jaren zeer naar elkaar toe gegroeid, zodat wanneer iemand van de groep iets mankeert, hij of zij direct wordt ondersteund met aandacht en persoonlijke warmte.
Jeff, m’n broer, even aan de telefoon gehad. Allemaal geschrokken… M’n telefoon bleek het inmiddels niet meer voor inkomende gesprekken te doen. Mijn stiefmoeder had geprobeerd te bellen. Ze kreeg geen verbinding en werd ongerust. Heb ik maar even gebeld.
Aan het eind van de dag kwam de broodmaaltijd. Het zal vast allemaal zoutarm zijn. Tenminste niet zo erg als ‘-tig’ jaar geleden toen mijn vader een zoutloos dieet had… Even kwam die herinnering aan dat zoutloze brood weer boven. Dat was niet te eten. Dit viel mee en het bleek alleen het beleg te zijn dat zoutarm was. Kennelijk had men ingezien dat zoutloos brood niet te eten is…
Het cardiogram werd weer gemaakt. Mijn bloed werd weer geprikt. Ik krijg ontzag voor junks. Die prikken steeds en veel vaker dan bij mij werd gedaan in hetzelfde gebied.
Ik vind het na drie keer wel weer leuk geweest. Niets in te brengen dus…
Else kwam weer en bracht nog wat zaken mee. Toen ze weer ging waren we allebei moe. Voor haar is het ook zwaar want er moet van alles worden geregeld en toch moet het allemaal thuis ook een beetje doordraaien.
Half elf slapen op een slaapcapsule.
Dag 2, dinsdag 18 mei 1999
Naar omstandigheden goed geslapen! Vanaf 23.00 uur tot 04.30 uur echt weggeweest. Niets gemerkt van de halfuurlijkse ‘knijpmeting’ van de bloeddruk. Kennelijk raak je eraan gewend.
De bloeddruk wilde aanvankelijk wel zakken, maar bij het ontwaken schoot-ie weer omhoog.
’s Nachts nog even te laag geweest. De verpleging heeft de pomp daarom even gestopt. Geen last van gehad …
Ochtendroutine afgewerkt. Nieuwe medicijnen afgesproken met de cardioloog. Er kwam er weer eentje bij: Acupril 10 mg. Kijken hoe daarop gereageerd wordt…
Vanmorgen een nier-echo om 09.30 uur. Nuchter blijven dus. Maar nu eerst even poedelen op bed. Hoog tijd om even te scheren. Dat is ook een toer hoor, om dat een beetje behoorlijk te doen. Het heeft wel iets van kamperen… Met een bak water tussen je benen, een spiegeltje in de linker- en het scheermes in de rechterhand. Al die snoeren, slangen en kabels zitten in de weg…
Dan naar het onderzoek. De monitoraansluitingen werden vervangen door een telemetriezender. Zo kon men me blijven volgen tijdens de gehele exercitie. Het ging in een rolstoel, waarbij ik de infuusstandaard, ook met wieltjes, met de perfusor in de accu-mode, voor me uit duwde. Op de echo waren voorshands geen verdachte zaken te vinden. Ik werd weer opgehaald en in bed geïnstalleerd.
De manager van de unit van m’n werk gebeld en verteld van het gebeurde. Iedereen riep goede wensen door de telefoon. Doet je goed…
Else kwam.
Ik had nu erg veel last van niet onderdrukbare emotionele uitingen. Lekker uithuilen in de armen van Else. Pas nu begon het enigszins tot me door te dringen dat het een ‘Narrow Escape’ was.
Gisteren grapte ik nog “Someone pressed the auto-explode button.” Maar nu vloog het me aan. Steeds weer opnieuw. Niet te stuiten.
Later, toen Tanja aan het begin van de middag weer langskwam, gebeurde het potdorie weer… Ook nog wanneer de gedachten even afdwaalden… Al met al een behoorlijk emotionele dag dus.
’s Middags lekker in een stoel naast het bed gezeten, nog steeds met alles verbonden. Lekker krantje gelezen. De druk daalde gestaag onder invloed van de Acupril… Gaat dus goed.
De avondbroodmaaltijd kwam en voor de volgende avond en verder heb ik een wijziging doorgegeven. Ik probeer de passie op een hartafdeling te breken door te vragen naar roomboter, ha ha! Zien of dat lukt. Mijn cholesterol is toch immers in orde…
Else en de jongens kwamen; het was weer bezoektijd. Dat was fijn. Spontaan welden wat tranen op… Lekker wat zitten kletsen over de rijles van Tako, school en andere zaken.
Else bracht m’n notebook mee… Kon ik dit stuk op schrijven met als ondertitel: Schrijf het van je af! Else heeft mijn neusverband weer eens goed gemaakt. Ziet er niet uit maar is wel effectief.
Toen ze weggingen belde Henk, m’n stiefbroer. Je vertelt natuurlijk het verhaal honderd keer, maar ja, dat hoort er nou eenmaal bij.
Notebook gepakt en begonnen met schrijven.
Cardiogram werd even gemaakt.
Verder ging het weer met schrijven, want voor je het weet lopen details door elkaar en dat mag niet.
Geschreven tot 23.00 uur, afgewisseld met lekker gezellig wat praten met de zuster en mijn buurman.
Dan klaarmaken om te slapen. Slaappil ingenomen. Licht uit, ogen dicht.
Even later komt de nachtzuster nog even wat instellen op het infuus en praten we zachtjes de dag even door. Lekker zo’n luisterend oor. En nu echt slapen.
Dag 3, woensdag 19 mei 1999
Lekker geslapen! Vanaf 23.00 tot 06.15 uur. Tussendoor even wat aan de oppervlakte geweest.
De drukmetingen waren om 04.30 uur stilgezet. Het ging wel mooi zo…
Glas thee gekregen. Bij het ontwaken schoot de druk weer omhoog. Meteen werden infuus plus drukmeting gestart.
Else en Niels gebeld. Niels vindt het goed als-ie me even gehoord heeft. Ik heb hem even een hart onder de riem gestoken, want hij voelde zich niet lekker en wil eigenlijk nog niet naar school… Hij moet werk op school tonen aan zijn mentor, een niet zo geliefde docent. En dan druk ik me voorzichtig uit…
Cardiogramtijd! Even plat; de stickers worden weer geplakt en aangesloten. Daarna pak ik m’n notebook en met m’n ongewassen kop begin ik maar weer te schrijven tot de dokter komt.
Medicijnen worden uitgebreid: 1 x Adalat Oros; 2 x Bisoblock 5 mg en 2 x Acupril 10 mg, dus verdubbeld en infuus op minimaal als ondersteuning en op de achterhand.
Verder vanaf 09.30 uur nuchter blijven voor het renogram. Dat is een nucleaire foto van de nier-activiteit. Een half uur van tevoren wordt een licht radioactief preparaat ingespoten in de bloedbaan. Een paar glazen water later en een keer plassen, wordt de activiteit met een nucleaire scancamera vastgelegd. Ik ben dan het stralend middelpunt. Het geheel start om 14.00 uur en is geschat anderhalf uur later klaar. Kijken of er wat duidelijk wordt.
Op het moment zit ik dit te schrijven met een koptelefoon op, luisterend naar Radio Noord-Holland, de regionale zender. Blijf ik op de hoogte van de mogelijke kabinetscrisis in wording.
Het ontbijt is gearriveerd. Hiervan eet ik twee sneetjes brood; één met vleeswaar en één met pindakaas. Verder nog een crackertje met veel kaas. Twee glazen halfvolle melk. Tilly, de keukenprinses, is bereid speciaal voor mij alvast koffie te maken. Na 09.30 uur mag ik immers niets meer. Komt ze netjes om 09.25 uur met koffie. De anderen worden een kwartier later bediend.
Else is er. Lekker. Is altijd een goed gevoel.
We praten even door over wat sinds het laatste contact is gepasseerd. Er is sprake van dat ik straks naar de gewone afdeling kan. Ik ben echter klasse verzekerd… Else gaat even kijken naar de mogelijkheden. Blijkt er geen kamer voor mij beschikbaar. Zelfs niet voor mijn buurman.
Nadat hij voorbereiding voor zijn move had getroffen, kon hij helemaal niet verhuizen.
Dus ik ook niet… Op mijn verzekeringsplaatje zijn ze vergeten de klasse-verzekering aan te geven, dus is dat niet in de administratie doorgedrongen. Else regelt een eenpersoonskamer op een andere afdeling.
Als die vrijkomt is-ie voor mij.
Als ik op 100 mm kwik diastolisch (onderwaarde) kom, mag het infuus eraf en kan ik mobiel zijn. Het lijkt niet hard te gaan… Dan zie je de werking van de Acupril beginnen. Daar reageerde ik gisteren ook zo goed op. Opmerkelijk is dat nu die druk daalt, maar ook daalt nu het hartritme naar 63. Die moet natuurlijk niet te laag worden…
12.00 uur, ik heb het gehaald; de druk is 101, maar we roepen gewoon 100 en dan wordt-ie het wel…
Los van het infuus. Kan ik me lekker eens gewoon wassen. Nog niet douchen omdat m’n infuusnaald (je-weet-maar-nooit) er nog in zit en vanwege m’n neusverband.
Lekker opgefrist loop ik nu even de gang op, maar merk meteen dat er nog sprake is van een behoorlijke gammelheid. Else was nog even weg voor wat werkzaamheden.
De internist loopt binnen. We praten over de situatie van de afgelopen tijd en hoe het nou kwam en zo… Dan zou ze me graag op de andere locatie willen hebben, omdat dit bed zo snel mogelijk vrij moet komen. Met wat non-verbale blikwisseling tussen mij en de zuster werd haar daarna duidelijk gemaakt dat er nog andere kandidaten zijn die eerst vertrekken, zodat ik niet direct hoef. De internist is een aardig mens, maar een beetje chaotisch. Ze heeft nog steeds niet met de cardioloog gepraat… Probeert hem straks te bellen. Ze vond het erg fijn dat er voor mij hier op de CCU een plek gevonden was voor de bewaking. Op die grond hoefde ik niet op de ICU. Dus was ik op de CCU precies op de goede plaats. Morgen ga ik dan lekker naar m’n kamer op de andere afdeling. Op deze afdeling ben ik meer dan prima verzorgd en bewaakt!
Het is 13.30 uur: water drinken. Minimaal drie glazen. Het worden er 4½ met ijs.
Om 14.00 uur naar het nucleaire lab voor het renogram. Eerst even plassen. Dan op de tafel en gaan liggen. Erg stil! Ik krijg een intraveneuze injectie met de radioactieve vloeistof. Meteen zie ik op de monitor mijn nieren zich aftekenen… Allemaal ‘sterretjes’. Kan je nagaan hoe snel dat door je bloedbaan scheurt…
Ik lig zo stil dat ik in slaap val. Half uurtje later was het klaar. Uit de metingen wordt nu een aantal grafieken berekend met een speciaal computerprogramma, waaruit de nierspecifieke grootheden duidelijk worden. Dat hoor ik morgen dus wel.
Terug op de afdeling wordt alsnog voor mij een warme maaltijd geregeld. Else gaat naar huis; komt vanavond weer.
Maaltijden mogen uit hygiënische overwegingen niet meer op de afdeling worden bewaard. Dus moest er iets speciaal voor mij uit de keuken komen. Saffraanrijst met kip en sperzieboontjes. Lekker. Ik heb het niet helemaal opgegeten, want niet zo veel later komt de avondmaaltijd weer.
Moe van alle activiteiten knap ik een uiltje tot ongeveer half vijf. Je hoort van alles…
De buurman leest de krant: ritsel, ritsel.
Hij krijgt bezoek van de fysiotherapeut met een harde stem.
Als hij weggaat val ik in het gat; even weg…
De buurman krijgt bezoek van z’n zoon.
Daar word je dan weer wakker van…
Nu schrijf ik weer verder onder het genot van wat hartjes. Ik kan er niet van afblijven.
Het kabinet is, zo hoor ik, om kwart voor vier gevallen.
Tijdens het avondbezoek komen Else, en een echtpaar, goede bekenden. Gezellig.
Else heeft een gebakje voor me meegenomen…
Met toestemming van de verpleging doe ik ze uitgeleide tot de deur.
“Maar wel met de lift gaan hè?” riep de zuster.
Toen ik weer teruggeschuifeld was, was ik behoorlijk moe. Ben dus nog niks waard.
Nu ik een tijdje van het infuus losgekoppeld ben, is het interessant te zien hoe de bloeddruk zich houdt:
De avondmetingen zien er als volgt uit:
18.30 uur: 171/106
20.30 uur: 159/100
22.00 uur: 173/104
We blijven lekker in de buurt…
Dag 4, donderdag 20 mei 1999
Vannacht niet zo goed geslapen.
Het omgekeerde geval doet zich nu voor. Je realiseert je vreemd genoeg voortdurend dat je niet meer aan de apparatuur vastzit, terwijl die wel hoorbaar is…
Van 23.45 uur tot 03.00 uur geslapen. Het inslapen was al moeilijk, want mijn buurman snurkt verschrikkelijk hard.
Ik had flink last van m’n neus en een kurkdroge mond. Even eruit naar het toilet en een glas water pakken.
De buurman draait zich af en toe schoksgewijs om. Lijkt wel een wild dier dat tekeergaat in een kooi.
Daarna snurkt hij weer… luid…
Gelukkig ga ik vandaag naar de andere kamer, die Else geregeld heeft.
Om ongeveer 05.00 uur hervatte ik de slaap weer, nadat ik m’n bed wat hoger had gezet. Beter voor m’n nog vrije neusgat. Loopt dan niet meer dicht.
07.00 uur, de vroege-dienst-zuster Eline is er. Altijd een lief woord. Lekker een glas thee.
Er wordt weer druk gemeten: 166/112 mmHg (mmHg betekent millimeters kwikkolom overdruk).
Kon beter… Maar ja, er moeten straks weer nieuwe tabletjes komen.
Eline zei dat ik had moeten bellen dat ik niet kon slapen. Ik zou dan een slaaptabletje krijgen.
Ik vond dat niet zo’n goed idee, lichtte ik toe, want dan ben je om zeven uur nog onder zeil.
Ze wenst me een spoedig herstel, want ik zal haar niet meer tegenkomen op de andere afdeling.
De monitorplakkers gaan eraf. Au… Lijkt wel een ontharings-activiteit.
Misschien mag straks m’n infuusnaald eruit. Kan ik lekker even douchen.
Nu wachten op ontbijt en de dokter. Aan de dokter ga ik vragen of hij, ondanks dat ik buiten zijn ‘wijk’ ga zitten, me wil blijven volgen. Anders krijg ik weer een andere arts en zoals het nu gaat ben ik dik tevreden.
Else belt. “De jongens,” zo vertelt zij, “hebben een beetje een soort van terugslag van het gebeurde.” Niels heeft last van stress en blijft weer thuis. Hij moet maar wat extra werk gaan doen. Tako heeft kou gevat op een spier tijdens zijn fitnessoefening eerder deze week. Heeft natuurlijk met spanning in z’n lijf gesport. Else vroeg hem er gisteravond naar en hij reageerde als een gebeten hond… “Jij met je gefilosofeer altijd!” Zit je midden in de roos… Tako praat er nooit over en vertaalt dat zo. Dat breekt hem nu op want hij moet in orde zijn om dit weekend naar Pinkpop te gaan.
Overigens, zelf zou ik dit weekend met Niels weer zo’n zestig kilometer van het Pieterpad lopen. Gaat dus nu niet door. Jammer. Maar als alles weer in orde is, denk ik toch flink winst te hebben geboekt. Beter uithoudingsvermogen en waarschijnlijk geen hoofdpijn meer. Dat is me heel wat waard! Die hoofdpijn heb ik al veel te lang gehad. Daar moet gauw een einde aan komen…
De laborante van de bloedanalyse komt langs met haar karretje.
“Wil je bij mij wat prikken?”
“Ja…,” antwoordt ze en noemt meteen een hele trits op.
“Volgens mij is er iets fout, want gisteren ben ik niet geprikt.”
Grote verwarring… Namen en geboortedata worden geverifieerd.
De dagdienstzuster bevestigt mijn stelling dat de ‘serie’ niet doorgaat omdat er gisteren niets geweest was…
Een tweede, nu nauwkeuriger blik op de lijst gaf aan dat ze alleen natrium-kalium moest prikken.
Dat stond niet in mijn status. Weer een nieuw gat in mijn arm…
Een collega van Else kwam langs. Ze zag het kaartje met m’n achternaam bij de deur en vroeg of het familie van Else was. Ja dus… Het hele verhaal verteld.
De dokter is geweest. Hij wil me blijven volgen op de polikliniek. Op de afdeling word ik nu behandeld door een andere cardioloog. Ik moet me geen illusies maken; mag pas uit het ziekenhuis bij een onderwaarde van 80 mmHg. Het medicijnbeeld is weer wat bijgesteld. “Het is net koken…,” zei deze dokter. “Beetje van dit en beetje van dat…” Vanmorgen was het helemaal bont: 4 x Bisoblock 5 mg; 2 x Norvasc 5 mg; 2 x Acupril 10 mg. Acht tabletjes maar liefst! Vanavond nog 2 x Acupril 10 mg voor een evenwichtige spreiding over het etmaal. Ik kan er nog net m’n brood niet mee beleggen.
Nog even gevraagd naar de eventuele consequenties van een vergroot hart. Niets aan de hand. Ik kan gerust straks gewoon weer een berg bestijgen (gewoon bergwandelen) en alles doen.
Infuusnaald gaat eruit. Even een gaasje erop. Nu kan ik lekker even douchen en mezelf weer wat toonbaar maken. Else neemt elke dag verse kleding mee. Wel lekker want soms wordt het wat zweterig.
Een kaart gekregen van collega’s van Else. Lieve woorden…
Ik word geroepen om naar de kno-arts te gaan om de tampon uit mijn neus te laten halen.
Het vervoer van en naar van alles in het ziekenhuis gaat heel comfortabel per geduwde rolstoel…
Jeetje…, daar moet je van tranen zeg! Maar het levert gelukkig weer lucht op.
Een vriend, Kees van de Jispgroep, en Else hadden even gebeld toen ik weg was. Even terugbellen. Verteld dat ik bij de kno-arts was. Ook meteen maar even naar het werk gebeld. Else wilde weten of ik nog op m’n oude ‘adres’ woonde. Nog wel… Ze komt straks samen met Jeff.
Op het moment dat ze binnenkwamen, begonnen de voorbereidingen voor m’n verhuizing.
Een andere collega van Elses afdeling komt ook even kijken. Was erg geschrokken en of het nou druk was of niet, ze kwam even. Leuk hè?
Het nieuwe bed dat op mijn plaats wil, wordt gebracht door de mensen van de afdeling waar ik nu naartoe ga. Alles wordt op m’n bed gestapeld. Else doet dat allemaal voor me. Ik word zittend op het bed tussen mijn spullen voortgeduwd. Ik zeg mijn buurman gedag en wens hem een spoedig herstel en bedank tot slot de keukenprinses Tilly. Else duwt m’n kastje en Jeff neemt de bloemen mee. Een maffe optocht…
De zuster neemt m’n warme maaltijd mee naar beneden. Ik zeg haar beneden op de nieuwe kamer gedag en bedank voor de goede zorg. Even installeren en dan gaan eten.
Even later vertrekken Else en Jeff weer.