Kitabı oku: «Narrow Escape», sayfa 3
Ik ga dit schrijven en daarna rusten. Lekkere kamer geheel voor mezelf. Eindelijk wat privacy…
De man van de ROVOZ, de ziekenhuisomroep, komt langs. Of ik nog verzoekplaatjes wil aanvragen. “Nee, dank je.” Ik heb geen belangstelling voor zulk soort radio. Ik ga toch zeker niet de groeten aan mezelf zitten doen?
Na de rust om ca. 14.15 uur wordt handmatig de bloeddruk gemeten en die bedraagt 160/110 mmHg. Verder wat kennisgemaakt met de voor mij nieuwe verpleegkundige en wat verteld over mijn geschiedenis, nadat zij het medisch verslag had gelezen.
Lekker twee door Else (denkt ook aan alles) meegebrachte kiwi’s gegeten.
Een collega van Else van een andere afdeling komt langs. Ze was gisteren op de CCU al geweest, maar toen sliep ik. Gisteren had Else aangewezen waar ze werkt en zou ik daar even langs kunnen gaan.
Dat kon ik niet meer rondkrijgen; beetje te moe.
Een fractie later komt Tanja even aanwaaien. We praatten wat met z’n drietjes…
Dan komt mijn huisarts langs. De meiden gaan weer. We praatten wat over hoe het allemaal gegaan was nadat we bij hem waren vertrokken. Vooral ook over hoe het zomaar heeft kunnen gebeuren. Signalen vooraf. Aanleiding(?!). Waarom heeft hij bij de consultatie met die hoofdpijn nooit m’n bloeddruk gemeten? Na een kwartiertje ging hij weer.
Weer even verder met de krant…
Klop… Nog een collega van Else. Net toen ze binnenkwam was er een telefoontje op een ander toestel. Zou worden doorverbonden door de broeder vanaf het zusterstation. Lukte niet… Zou-ie het nou weer niet doen?
Het brood kwam. Lekker gegeten. Effe in de achteruit…
Telefoontje… M’n unitmanager. Over van alles gepraat en een beeld gegeven van hoe ‘narrow de escape’ was… Over het werk mocht ik niet praten, zei hij, dus hebben we daarna de koetjes en kalfjes bij de hoorns gepakt. Wenst me aan het eind prettige pinksterdagen. Hij weet ook wel dat dat in het ziekenhuis geen onderscheid geeft met gewone dagen… Dit wordt dus Pinksteren in het ziekenhuis. Nog even gewoon blijven liggen…
Hé, ik voel wat gerommel in de ingewanden; even op het toilet kijken of er wat in gang gezet kan worden… En ja hoor, met kracht komt er een lading ontlasting, zwart/groen van kleur van al het ingeslikte bloed. Voor alle duidelijkheid, dit is de eerste ontlasting sinds zondagavond. Stinkt bijzonder smerig…
Ik loop even naar het raam, dat uitzicht geeft op de komende en gaande mensen, want het is al bezoektijd. Else en de jongens komen dan ook zo. Plotseling nog eens sterke aandrang. Ik moet rennen. Nog een flinke hoeveelheid geproduceerd met heftige gasontladingen tussendoor.
Het lijkt of er rust komt… Nee, nog een keer. Mijn handen en tenen worden koud en wit en ik word klam.
De telefoon gaat; laat maar gaan. Even niet lekker geworden, ga ik op bed liggen; even uitrusten. Telefoon gaat weer; Lida, een lieve vriendin van de Jispgroep. Kort lief gesprekje. Ze komt dinsdag en belt Else morgen. Het valt op dat in het wereldje van plegen er meelevende en relevante vragen worden gesteld; hoef je niet telkens zoveel uit te leggen…
Daar zijn Else en de jongens. Telefoontje beëindigen. Ik ben blij ze weer te zien. Ik voel me inmiddels weer wat beter. Ze hebben een mooi groot boeket meegebracht met daarin zonnebloemen en guldenroede, compleet met vaas. Dat staat heel feestelijk. Lief hè, al die aandacht en warmte; het doet me erg goed. Toen ze binnenkwamen kon ik enige nattigheid weer niet onderdrukken. Mijn stem slaat over. Ze hebben er alle begrip voor. Komt door mijn labiliteit…
Het gesprek komt op ‘bij welke situatie gaat mijn bloeddruk aan de haal’ en ik vertel wat ik net voelde op het toilet.
“Heb je op de knop gedrukt?” vragen ze alle drie welhaast in koor.
“Eh… nee…,” beken ik met enige schroom.
Else ging de ‘avondpleeg’ halen om de bloeddruk te meten: 150/120 mmHg.
“De volgende keer dat je ook maar iets voelt, wat het ook is, meteen op de knop drukken!”
Ik beloofde gehoorzaamheid… Ze heeft gelijk; ik moet niet zo stom doen!
We drinken gezamenlijk koffie. Plotseling komt Sjoerd, een van onze andere vrienden, binnen benen. Hij is op de motor gekomen en heeft z’n hele outfit nog aan; begroet me van achter z’n helm als ‘bloedbroeder van de stam van de Hogedrukkers’. Hij heeft zelf ook een verhoogde bloeddruk…
De jongens zijn erg druk. Vermoeiend! Niels zit er nog duidelijk mee en Tako is nog steeds stijf van een kou op een partij rugspieren. Niels had zich voorgenomen morgen weer thuis te blijven. Hij kan dit niet hebben op school! Else heeft de fut niet meer er tegenin te gaan. “Hij staat morgenochtend om kwart over zes toch weer aan m’n bed met dezelfde ‘smoes’.” Ze heeft gelijk. Als dit hem schaadt, heeft hij het zelf gedaan. Het houdt een keer op.
Ik doe ze uitgeleide. “Tot morgen!”
Boven aangekomen zwaai ik ze uit en ga even op bed liggen kijken naar een tv-programma. Gaat over resistent wordende bacteriestammen en virussen. Er zijn opnamen te zien die ten tijde van de veteranenziekte-uitbraak in Bovenkarspel zijn gemaakt in dit ziekenhuis. De avondzuster komt langs en ik maak haar erop attent; ze kijkt even mee en vertelt het verder.
Ik krijg een tabletje Acupril 20 mg. Met haar afgesproken dat ze me vlak voor de overdracht voor 23.00 uur nog even meet. Kan het nog mee in het rapport.
Ze informeert of ik alles zelf kan doen met betrekking tot het klaarmaken voor de nacht… De meting gaf 180/120 mmHg aan. Ik vraag een slaappil voor de nacht. Dat moet eerst aan de dokter worden gevraagd en die is er niet. Moeten we hem bellen… Laat maar; ik probeer het wel zonder. Als het niet lukt dan mag ik bellen en dan regelen ze wat voor me.
Ik kon maar moeilijk in slaap komen. Andere kamer; andere geluiden; je-kent-dat-wel.
Dag 5, vrijdag 21 mei 1999
Slecht geslapen. Het open raam gaf dan wel wat frisheid in de kamer, maar ik had het koud en lag een beetje te malen over van alles en nog wat…
Om vijf uur was ik het zat. Ik had het nog steeds koud en moest nog plassen ook.
Even naar het toilet. Inmiddels al bijna gewoonte: klap op de lichtknop. Oei, dat was niet de lichtknop maar de verpleeg-roepknop… De nachtzuster kwam en schrok zich rot, want ze had niemand bij het toilet verwacht. Als je de verpleging roept doe je dat fatsoenlijk middels de knop bij je bed en niet anders. Ik lichtte het toe en zei het koud te hebben, zodat een extra dekentje welkom was.
Daarna de slaap gevat tot 07.10 uur. Iedereen laat de deur van het personeelsfietsenhok dichtklappen; dat geeft een hoop herrie.
Om 07.30 uur kwam de dagzuster. Ze is een nog jongerejaars leerling. Ze wilde aanvankelijk alleen tempen en polstellen.
“Denk je ook even aan m’n bloeddruk?” Dus werd ook de tensiemeter gehaald en de bloeddruk gemeten.
Het unithoofd, kwam binnen. Even een praatje gemaakt. Even later bracht hij me de medicijnen. Foutje! Van alles één tablet was niet goed. Ik moest 4 x Bisoblock 5, 2 x Norvasc 5 en 2 x Acupril 10 hebben. Dat werd meteen gecorrigeerd. Je moet goed opletten of je de juiste dosering medicijnen krijgt en of het ook het juiste is. De kritische patiënt in actie dus…
Monique, de keukenprinses, brengt het ontbijt. Ze merkt de zonnebloemen op en ik ben het met haar eens dat dat lekker zonnig staat. Vrolijk voegt ze eraan toe dat ze altijd als zonnestraaltje binnenhuppelt. Lachend gaat ze verder. Altijd prettig als iemand zo binnenkomt…
Na het ontbijt nog even wachten op de visiteronde van de arts. Het unithoofd komt even later melden dat de betreffende arts vrij heeft en dat voor mij een andere cardioloog later op de dag komt en eventueel nog de internist. Dus eerst maar even wassen. Lekker scheren. Ik spreek af dat als de deur dicht is, men niet binnen moet komen… Ik sta daar dan in m’n blootje.
Klop, meteen deur open… de zuster komt wat vragen. Ik geneer me niet want ook dat beeld hoort normaal bij verpleging. Toch wijs ik haar er even op dat ik aan het wassen ben.
Telefoontje van m’n werk; een collega van een andere afdeling. Leuk!
Het is kennelijk het hele bedrijf rond gegaan. Er zijn heel wat kaarten met goede en lieve wensen binnengekomen: van het managementteam, m’n eigen afdeling, secretariaat en verder van allerlei vrienden, familie en kennissen. Ik kom haast ruimte tekort om ze allemaal op te hangen.
De koffie wordt geschonken. Even in alle rust op bed gedronken. Het wassen was nog best inspannend…
Dan wil ik net beginnen met schrijven als de zuster binnenkomt. Ze wil het verslag met mij opmaken. Maar dan komt er ook nog een collega van Else even langs voor een praatje. Dat verslag komt later wel. Ze vroeg of ik al aan het werk was, doelend op die notebookcomputer. “Nee, natuurlijk niet!” Een computer is voor mij ook ontspanning en in dit geval schrijf ik alles lekker van me af!
Gelukkig is Else er weer. Gaan we straks lekker samen naar buiten. Even een pijp roken…
Ze had tabak en pijp meegenomen, maar niet aan een aansteker en de pijpstamper gedacht. Is niet erg, want daar zijn oplossingen voor.
Op mijn verzoek had ze, dacht ze, de modem voor de computer meegenomen. Maar dat was niet de modem maar de diskdrive. Ik wil kijken of ik m’n e-mail kan downloaden via de telefoonaansluiting op deze kamer.
We kunnen nog niet naar buiten, want eerst moet de dokter langskomen. Even later is-ie er…
Er komt weer een tabletje bij om die vermaledijde druk nog verder naar beneden te krijgen. Een anti-diureticum, ofwel een plaspil. Hydrochloorthiazide 25 mg, Esidrex; hallo wat een namen zeg…
Uit de voorlichtingsfolder van de Hartstichting over hoge bloeddruk begreep ik dat die pil natrium uit het lichaam afvoert. In samenhang met een natriumarm dieet moet dat dus wat opleveren…
Dan gaan we nog even tien minuutjes naar buiten, want het eten komt er haast alweer aan.
Nog heel even samen op het bankje voor het ziekenhuis in de zon. Lekker weer. Het eerste beetje buitenlucht sinds zondag.
Nu weer naar boven om te eten. We doen dat nog wel met de lift, want met de trap kan ik nog niet… Vis met worteltjes en gebakken krielaardappeltjes met ravigotesaus, want het is vrijdag.
We zitten immers in een gebied met een grote katholieke dichtheid.
Lekker pistachetoetje met een dotje slagroom. Dat ziet er altijd wel gezellig uit…
Dan is het tijd om te rusten.
Neen, kan nog niet! Er moet nog altijd een echo van m’n hart worden gemaakt…
Dat gaat gebeuren tijdens het rustuur. Dan hoor ik weer dat de laborante er nog niet is, dus ga ik maar wél rusten. Else gaat weer naar huis. Ik ga slapen.
Ben ik net tien minuten ‘weg’, gaat de deur open. De zuster: “Ga je mee naar de hartecho?”
Slaperig stem ik in, kom snel weer terug op de aarde en samen lopen we er naartoe. De laborante is niet te vinden en de zuster is in de war. Vraagt ze het per ongeluk aan een wachtende patiënt… Kan je zien dat ze nog leerling is. Ik wacht rustig tot de kwestie opgelost is.
Daar is de specialistisch laborante en ik kan meteen mee.
Ik moet met ontbloot bovenlichaam op m’n zij op tafel. Ze plakt ecg-stickers en sluit ze aan.
Zij gaat over mij heen hangen om met de opnemer op de juiste plaats bij m’n hart te komen. Ik kijk mee op een grote monitor. Het is leuk om je eigen hart te zien werken.
Ze legt een aantal dingen uit. Waar ze op let, wat ze meet enz. Je ziet je eigen hartkleppen werken van de linkerkamer/-boezem. Je ziet de aorta en met doppler wordt ook het stromende bloed zichtbaar gemaakt met kleurtjes. Geel is stroming van de opnemer af; blauw is stroming naar de opnemer toe. Wat een kolkende massa. Je kunt ook zien dat er een beetje bloed door werveling bij het sluiten van de hartklep retour gaat. Ook maakt ze geluidsopnamen van een van tevoren gemarkeerd gedeelte van de bloedstroom. Je kunt ook precies zien op welk punt van het PQRS-complex, het plaatje van je hartslag, er gemeten wordt, want die is voortdurend in beeld… Met deze techniek kun je lekkages opsporen. Dan gaat het naar het bovenaanzicht van de aorta. Ze wijst op de drie kleppen die, als ze dicht zijn, een Mercedesster vormen. Goed te zien. Ze meet de dikte van de hartspier: 1,3 cm. Hoog normaal heet dat. Negentig graden verder gedraaid meet ze 1,54 cm. Is oké.
Door mijn interesse wil ze ook nog de aortaboog laten zien, net onder m’n keel…
Klaar! Plakkers eraf. Oh wacht, stop! We hebben nog iets vergeten. Ik ga weer liggen.
“Er moet nog iets gemeten worden, waarvan eigenlijk bekend is dat dat wat overdreven is,” zegt ze.
Nou, dan meten we dat toch even… Nu echt klaar. Ik maak me schoon. Die echo-gel moet van m’n borst. Ze brengt me lopend terug naar de afdeling.
Aan de zuster daar meld ik te gaan slapen en dat daartoe de deur dichtgaat. Ik zal zelf de deur weer open doen als ik er weer ben. Ze zal dat tegen iedereen zeggen…
Slaap je net lekker, komt ineens de cardioloog binnen en begint meteen tegen me te praten. Half wakker begrijp ik uiteindelijk waar hij het over heeft.
De uitslag van het renogram is binnen en alles is oké. Ik maak hem erop attent dat de uitslag van de echo er inmiddels ook al is. Verbaasd! Hij stond nota bene in het kamertje toen die laborante mij terugbracht… Beende weg…
Hij kwam even later terug met de mededeling dat de echo ook in orde was en hanteerde ook de kreet ’hoog normaal’.
Ik deed de deuren open…
Weer een andere collega van Else kwam even langs. Lief hè, al die aandacht? Effe kletsen…
Nog even wat schrijven…
Het unithoofd kwam melden dat hij het pinksterweekend vrij was en kwam even gedag zeggen. De zuster zou wel even de MIEB komen uitleggen. En inderdaad, ze kwam even later langs met een medicijndoos en een kaart. MIEB betekent Medicijnen In Eigen Beheer. Ik mag de medicijnen innemen die daarin zitten volgens het met mij door de dokter afgesproken tijdschema zonder tussenkomst van de verpleging. ’s Nachts wordt de doos weer gevuld. Er zit een kaart bij waarop de medicijnen staan gespecificeerd.
Tanja, ook inmiddels langsgekomen, vertelt dat dat systeem op haar afdeling is ontsprongen. Het werkt goed maar alleen met gedisciplineerde patiënten. Voor mij geen moeite…
Tanja heeft in haar werk van alles te maken met COPD-patiënten. COPD staat voor Chronisch Obstructief Pulmonaal Defect, voorheen CARA genoemd.
Alleen ziet zij natuurlijk de ernstige patiënten. Zelf heb ik het ook, maar in lichte mate. Bij haar gebruiken patiënten ook een heel scala aan tabletten in alle kleuren soorten en maten. Bij mij gebeurt dat nu ook voor mijn kwaal. Zij noemde dat een handje kippenvoer. Grappig! Maar wel terecht…
Tako kwam nog even langs voor hij naar het Pinkpop-weekend gaat. Hij gaat er al voor de vierde keer heen. Dit keer met een vriend.
Gezellig met hem buiten even een ijsje eten. Hij voelt zich ietwat schuldig omdat hij tot nu toe niks gegeven heeft. “Geeft toch niet joh! Je bent er toch… En dat is waar het om draait!”
Hij begeleidt me naar de lift en we nemen afscheid van elkaar. “Fijne dagen en ik hoor wel telefonisch van je.”
Ik ga naar boven. Het eten komt eraan… Dit is niet bepaald een natriumarm dieet. Eerder het omgekeerde, zo met een plakje ontbijtspek en erg zoute worst. Even met Anja bespreken.
Tako had nu wel het modem plus de bijbehorende attributen meegenomen. Kan ik even m’n e-mail bekijken als het lukt. Op bed gezeten probeer ik de aansluiting te realiseren. Volgens de ‘wet van behoud van ellende’ blijken de connectors uitgerekend van een niet standaard type, waardoor de eerste poging mislukt. Maar… als je het kabeltje van die telefoon gebruikt lukt het misschien wel… Nee dus; geen kiestoon. Mogelijk klopt de kabelcodering niet op de connector. Einde oefening dus… Helaas, Else kan de spullen weer mee terugnemen naar huis.
Daar komen ze net weer aan. Else en Niels.
We praten de dag door vanaf het moment dat ze in het begin van de middag weggingen. We kijken naar het nieuws op tv met het volume op de hoogste stand, zodat het geluid uit de koptelefoon, nu als kleine speaker functionerend, is te verstaan. We drinken samen koffie. Niels ging de hospitelkaart weer opladen. Later kocht hij beneden bij het winkeltje een ijsje. Else leest nog even m’n dagboek (dit dus, tenminste tot op deze alinea). Ze vindt het leuk. Niels zit nog even een stukje van een programma op tv te kijken. Het is een jeugdserie. Eerder gaf hij nog even een toelichting op zijn thuisblijven van vandaag en het niet hebben kunnen eten van gisteravond; knoop in z’n maag van de stress. ‘t Is een beetje te veel voor hem zo samen met de eisen voor z’n school op het moment…
Om kwart voor negen gaan ze weer naar huis. Ik breng ze tot de lift, want dan kan ik meteen even door naar de CCU om een zak drop af te geven. Als ik ook nog mee naar beneden zou zijn gegaan, werd dat te veel voor me.
Op de CCU tref ik de zuster die mij destijds heeft opgenomen. Even een praatje maken. Ze vindt dat het bij mij maar langzaam gaat. Ze heeft nu maar één patiënt op de afdeling. Ik loop langzaam terug naar m’n kamer.
Jeff belt vanuit België, vanaf z’n kampeerplek bij Houffalize aan de Ourthe. Hij is daar samen met familie. Zij doen altijd met Pinksteren samen iets in die sfeer.
Ik kijk nog even wat tv.
Zuster Anja komt even later m’n bloeddruk meten… Beetje veel te hoog! 200/140 mmHg. Ze gaat de dienstdoende specialist bellen. Het wordt een arts-assistent, die weer ruggespraak heeft met een echte arts. Ondertussen vul ik alweer een nieuw lijstje met maaltijdwensen in en geef dat haar.
Drie kwartier later komt ze nog eens meten: 150/120, en brengt een Adalat Oros 30 mg mee.
Deze werkt langzamer door z’n constructie. Kijken wat die gaat doen…
Het is nu 22.50 uur. Oh ja, ik heb een Normison inslaapcapsuultje gekregen. Kan ik wat lekkerder inslapen en beter tot rust komen. Straks naar bed; het wordt al wat rustiger in de conversatieruimte. Deze ligt naast mijn kamer. Zelf stel ik niet zo prijs op omgang met andere patiënten en prijs me gelukkig op deze kamer lekker in m’n eentje te liggen. Deze kamer heeft ook een dubbele deur en is lekker ruim met een aardig uitzicht. Wat wil een ziekenhuispatiënt nog meer?
Dag 6, zaterdag 22 mei 1999
Een rare nacht!
Denk je lekker te kunnen inslapen, word je weer beziggehouden met een bonkend en gonzend hoofd. Bovendien was m’n hartfrequentie erg laag. Volgens mij komt dat door al die rotzooi die tegelijk mijn lijf binnen rent.
Om 23.10 uur het licht uitgedaan, bed plat en de luiken dicht. Bonk, klodzj, bonk, klodzj, draai… Uiteindelijk, een uur later, weggezakt.
Om 02.00 uur werd ik wakker. Flinke activiteit van het hart. Druk zal wel hoog zijn, want verder lig ik stil. Om nou te zeggen: Tjonge, wat ben jij actief!, nee…; ik lig stil in bed. Er is dus geen reden voor deze activiteit. Het zal dus weer die vermaledijde bloeddruk zijn. Ik moet ook plassen. Toen ik er weer in lag, besloten de zuster te bellen. Ze mat de druk en die was 180/120 mmHg. Te hoog… Even met de arts bellen, want dit moet lager. Komt ze even later terug met weer iets anders: Prometazine 25 mg. Word je rustiger van en dan daalt je druk. Kennelijk was die Normison-capsule te licht voor mij. En dan werkt het niet goed. Weer gaan slapen.
Om 07.30 word ik wakker gebeld door Else. Ik moet van heel ver komen… Komt vast door dat laatste tabletje. Ik kan niet echt goed reageren en blijf een beetje te duf. Ik vertel wat er was gebeurd. Else zat thuis aan tafel met de jongens die naar Pinkpop gaan en ze gaat straks nog weer even naar bed terug… Gesprek beëindigd.
Een paar minuten later loopt Tanja binnen. Ze was net op haar afdeling begonnen en gebeld door een zich zorgen makende Else… Arme ziel. Die loopt ook op de tenen, denk ik. Straks komt ze en dan gaan we lekker even buiten zitten. Ze is zo zorgzaam. Ik prijs me gelukkig met zo’n back-up!
Else heeft net thuis Tako en zijn vriend de deur uit geholpen naar Pinkpop. Die vriend was enthousiast-nerveus en daardoor enigszins warrig. Kennelijk heeft hij zoiets nog niet eerder meegemaakt en Tako blijft dan opmerkelijk kalm. Leuk om dat te horen. Het komt wel goed met Tako…
De dagdienstzuster gaat meten: 160/100 mmHg bij 56 slagen/min. Laag hè, die frequentie?
Komt door de bètablokkers (Bisoblock) in mijn lijf. Overigens, de temperatuur wordt ook steeds gemeten: 36,9°C stabiel.
Gisteren ben ik ook weer gewogen: 91,7 kg. Dat is nu belangrijk geworden in verband met de plaspil…
M’n ontbijt is er. Wel decadent hoor, die roomboter. Ik ben nu van m’n dwaling teruggekomen; morgen zal de nieuwe menusamenstelling van start gaan op basis van margarine. Daar drink ik dan vanaf nu karnemelk bij in plaats van die stomme halfvolle melk. Pekelvlees, kaas. Het lijkt mij bepaald niet natriumarm. Zal het ook wel niet zijn… Het nieuwe zal dat wel zijn, tenminste vertrouwend op de werking van die briefjes. We zullen wel zien of het te ‘pruimen’ is…
De cardioloog is langs geweest. Hij gaf aan dat er niet zo veel echt wil aanslaan bij mij. Dat Bisoblock heb ik nu al in een hoge dosering, dus wil hij dat eigenlijk vervangen door iets anders.
Hij stelt voor Trandate. Hé, een oude bekende. Hiermee begon ik toen die crisis er was.
We beginnen met een lage dosis; bijvoorbeeld 100 mg. Hij verwacht dat we op termijn wel zullen uitkomen op een hoge dosis, waarbij al het andere dan successievelijk komt te vervallen. Maar ja…, in hoeverre dit nu weer een paardenmiddel is weet ik niet.
Daar is Else. Ze is meegereden met vrienden, die ondertussen even naar de markt gaan.
We praten wat. Eigenlijk gaat dat niet zo goed, want ik ben nog zo duf. Een wollen kop lijkt me een goede omschrijving voor het gevoel dat heerst. Ook wil m’n motoriek niet wat het behoort te doen. Komt door de werking van die Prometazine, een soort Phenergan. Dat zorgt dat je rustig blijft en heeft vanuit dat perspectief een positieve invloed op drukverlaging. Maar dat wollige duffe gevoel is niet prettig… Dat tabletje had ik om 03.00 uur vanmorgen ingenomen en is dus nog volop werkzaam.
Else zei dat ik toch maar moest gaan slapen. Ben op bed gaan liggen met een lekkere cd op de koptelefoon. Beetje suffen… Toen de cd afgelopen was, kwam ik overeind. Nog wel duf gevoel, maar iets minder dan net. Straks komt het eten alweer. Ik heb het gevoel dat het ontbijt nog niet geheel verwerkt is…
Tabletje Trandate 100 mg. om 11.00 uur. Nog eentje om 12.00 uur. Er komt een kaartje binnen. Leuk, van een collega.
Nu ga ik eten. Else krijgt een soepje. Blijkt dat mijn maaltijd wel degelijk natriumarm is, want Else heeft lekkere spekjes erin en dat maakt het wat smaakvoller.
Else wordt door de zuster gewaarschuwd dat de cardioloog klaar is met de visiteronde. Ze wil hem even over mij spreken, zonder dat ik erbij ben. “Ik ben geen klein kind hoor!” protesteerde ik. Hielp niet; weg was ze. Toen ze terugkwam hoorde ik eigenlijk hetzelfde als wat hij mij had aangegeven. We gaan wedden op de Trandate.
Na het eten ga ik weer op bed liggen, om te gaan slapen… Het is een rotdag vandaag!
Else belt de vrienden voor haar vervoertje, dat ze weer naar huis wil. Ze komen wel even naar boven en willen mij ook even zien. Ze brengen een mooi bosje bloemen mee.
De zuster brengt de wijzigingen aan op de MIEB-medicijnkaart. Dan worden vannacht de juiste medicijnen in de juiste doseringen in het doosje gedaan.
Als de rust weergekeerd is en ik alleen ben, word ik overmand door de emotie en komt er een huilbuitje voorbij. Dat lucht op… Gisteren was ik nog zo sterk, vandaag duidelijk niet.
Een zuster komt zachtjes op m’n kamer om wat verse handdoeken in de kast te doen. Ze ziet dat ik niet slaap en komt even bij me zitten. We kletsen wat over het verschijnsel herinneren en geheugen en over bossen, zeilen, de waterscouts, waar zij een leidinggevende functie heeft.
Om 13.15 uur gaat ze weg, want ik moet slapen, zei ze. Zo gebeurde het ook.
Om 14.15 word ik weer wakker. Er wordt een lekker glas thee binnengebracht. Toch nog steeds dat wollige gevoel in m’n motoriek.
Een flink aantal jaren geleden heb ik tijdens een COPD-aanval ook eens van die Phenergan-tabletjes van de huisarts gehad om de hoest stil te leggen. Dat leverde ook het identieke duffe gevoel op en ik had me toen voorgenomen nooit meer die troep in m’n lijf toe te laten. Maar daar denk je toch niet aan als ze Prometazine roepen?
14.30 uur: drukmeting 140/90 mmHg. Kijk, dat lijkt er weer een beetje op! Morgen gaan we weddenschapjes leggen op mijn bloeddruk…
De zuster brengt alvast een Normison-capsule voor vanavond en meldt dat het voorlopig regulier is gemaakt en schrijft het op de kaart.
Ik ga weer wat schrijven…
16.00 uur: genoeg geschreven maar weer. Effe nu een krantje lezen op bed…
Een voor mij nieuwe zuster is mijn verpleegkundige voor de avond. Zij komt even kennismaken en we praten wat over de problematiek. Ze raadt me aan dat Normison inslaapmiddel ook echt als inslaapmiddel te gebruiken. Dat wil dus zeggen eerst lekker gaan slapen en als ik voor 02.00 uur wakker word om welke reden dan ook en ik zou niet meer zo gemakkelijk de slaap kunnen hervatten, dan kan die capsule door…
Mijn broodmaaltijd komt eraan. Het lijkt wel een natriumrijk dieet. Zoute vleeswaren, niet te kort. Ik meld het aan de verpleging en ze gaan op zoek naar natriumarm spul. Smaakt naar niks!
Gisteravond had ik een nieuwe samenstelling opgemaakt, maar dit lijkt er in de verste verte niet op.
Telefoontje van de zoon van m’n broer. Hij was erg geschrokken… Het hele verhaal maar weer even verteld. We spraken daarna over zijn militaire training op Woensdrecht. Hij krijgt straks z’n stage en dan de opleiding met een eigen hond. Leuk dat hij zijn doel uiteindelijk volledig heeft zien uitkomen.
Daar komt Else al aan. Deze keer zonder Niels. We drinken samen koffie. We spelen een spelletje patiënt, eh… patience. Ik weet niet wat ervan moet komen, want we maken allebei fouten. Wellicht te lang niet gespeeld… Het spel neemt enige tijd en na zo lang daar te hebben gezeten voel ik me een beetje iebelig en ga op bed zit-liggen. Else komt naast me op bed en we kijken samen naar het nieuws met de koptelefoon weer als speaker.
Tijd om de Acupril 20 mg in te nemen.
Dan gaan we even naar het balkonnetje. Else om te roken en ik om buiten te zijn. We drinken samen nog een bakkie koffie op het balkon. Ik voel me nu wel goed. Na een half uurtje gaan we weer naar binnen.
De zuster komt mijn bloeddruk meten. Ik denk dat het deze keer goed zit. De meting zal het uitwijzen: 140/90 mmHg. Nou, wat zei ik? Zou het nu beter gaan? Het voorlopige begin lijkt er te zijn… Ze geeft mij nu ook nog een Trandate 200 mg. Vandaag was het een probeersel, morgen gaan we de Trandate beter inpassen in de tijd qua doses en ik denk dat dan de Bisoblock eruit gaat.
Else gaat weer naar huis. We nemen afscheid. Ik ben weer beter gemotiveerd om achter te blijven. Dat was vanmorgen wel anders.
Vandaag zijn er wel wat bijverschijnselen geweest van die Phenergan. Om eens wat te noemen: er waren nalichteffecten, net zoals wanneer je in een fel licht hebt gekeken en je sluit daarna je ogen, en wat toegenomen tremoren van de handen. Voorlopig wil ik die troep niet meer in m’n lijf… Het lijkt wel iets van drugs. Een stelling die waarschijnlijk niet ver naast de waarheid zit!
Ik zit met een half oog naar de tv te kijken terwijl ik dit schrijf…
De zuster vraagt of ik wat wil drinken en of ze m’n MIEB-doos mag. Ik geef hem haar plus de bijbehorende kaart en ze brengt me een glas jus d’orange.
Ze gaat er even bij zitten en vraagt naar m’n gevoel van nu. Ik geef aan dat ik me eigenlijk nu na die Prometazine-affaire best wel goed en rustig voel. Ik verwacht een rustige nacht… Uiteindelijk is de druk wat gezakt, dus waarom niet nog verder? Verder ging het verblijf op het balkon en het roken ook erg relaxed en had ik nergens last van. Alle lichten dus op groen! Ze wenst me welterusten en gaat verder naar de andere patiënten.
Opeens schiet me te binnen dat ik de zo moeilijk bevochten slaappil nog in het doosje heb laten zitten. Stom! Even terughalen. Ik zie op de gang een andere zuster en vraag het haar. Mogelijk heb ik hem niet eens nodig… Ik ga zo slapen. Ik zie wel hoe de nacht verloopt en dan kabbelen we netjes naar de volgende dag. Else zal zo nog wel bellen… Welterusten.
Dag 7, zondag 23 mei 1999, 1e pinksterdag
Goeiemorgen allemaal!
Een goeie nacht gehad. Niet eens die Temazepam ofwel Normison-capsule nodig gehad. Leuk hè, al die ingewikkelde namen. De commerciële naam is haast net zo complex als de stofnaam.
Het is wel interessant om eens te kijken of die namen elkaar dekken.
Maar goed, een goeie nacht dus.
Ik ben gaan slapen met een cd met ‘hypnotiserende muziek’. Valt wat tegen. Er zitten z.g. alfa- en thèta-frequenties in, die een zekere rust veroorzaken in de hersenen. Dat zal best waar zijn, maar ik kan me voorstellen dat er in muzikaal opzicht wat beters mee te doen moet zijn dan wat er nu met deze cd gedaan is…
Natuurlijk af en toe wel even wakker. Het is in het ziekenhuis wel behoorlijk droog zeg.
Thuis heb ik ’s nachts vaak een droge mond, als gevolg van het gebruik van de Pulmicort (nee, laat maar, nu even geen stofnaam; ik heb even geen zin om uit bed te gaan), hier heb ik een kurkdroge mond met een tong als een leren lap. Het water hier uit de kraan is niet koud en als je het een aantal uren laat staan, is het ronduit vies. Nee, neem dan het dubbel gefilterde water van thuis. Dat blijft fris. Hopelijk neemt Else straks wat mee…
Om 08.15 uur echt ontwaakt, toen de ‘keukenprinses’ het ontbijt kwam brengen.
De temperatuur werd opgenomen en de bloeddruk en pols gemeten: 150/105 mmHg en 60 slagen/min.
De nieuwe medicijnen arriveren.
De Trandate zat er nog niet regulier in, omdat het gisteren proefdoses waren en vandaag gekeken wordt of 3 x daags 200 mg gaat werken. Alles gaat met het ontbijt mee naar binnen. Je kunt er nog net je brood niet mee beleggen.
Ücretsiz ön izlemeyi tamamladınız.