Kitabı oku: «Eens Weg», sayfa 8

Yazı tipi:

Hoofdstuk 17

Riley vloekte binnensmonds terwijl ze het parkeerterrein naast een langwerpig gebouw met plat dak op reden. Buiten stonden drie mensen met FBI-jacks, samen met de plaatselijke politie.

“Dit kan niet goed zijn,” zei Riley. “Ik wou dat we hier al waren voordat de meute eropaf kwam.”

“Niet leuk,” gaf Bill toe.

Er was hun verteld dat er in de vroege ochtend een vrouw uit deze dorpse medische kliniek ontvoerd was.

“We zijn er tenminste dit keer eerder bij,” zei Bill. “Misschien hebben we een kans om haar levend terug te vinden.”

Riley was het stilletjes met hem eens. Bij de vorige zaken had niemand geweten wanneer of waar het slachtoffer ontvoerd was. De vrouwen waren gewoon verdwenen en later dood teruggevonden, voorzien van cryptische tekenen van de geest van de moordenaar. Misschien is het dit keer anders, dacht ze.

Ze was opgelucht dat iemand genoeg van de misdaad had gezien om het alarmnummer te bellen. De plaatselijke politie was op de hoogte van een seriemoordenaar en ontvoerder en ze hadden de FBI erbij geroepen. Ze waren er allemaal zeker van dat dit dezelfde idioot was.

“Hij is ons nog steeds een paar stappen voor,” zei Riley. “Als hij het echt is. Dit is niet het soort plek waarvan ik had verwacht dat onze dader iemand te pakken zou nemen.”

Ze had gedacht dat de moordenaar bij een parkeergarage of een afgelegen hardlooproute zou rondhangen. Misschien zelfs een slecht verlichte buurt. “Waarom een gemeentekliniek?” vroeg ze. “En waarom overdag? Waarom zou hij het risico nemen om een gebouw binnen te gaan?”

“Het lijkt beslist niet op een willekeurige keuze,” gaf Bill toe. “Laten we aan de slag gaan.”

Riley parkeerde zo dicht mogelijk bij het afgezette gebied. Terwijl zij en Bill uitstapten, herkende ze leidinggevende Special Agent Carl Walder.

“Dit is écht niet goed,” mompelde Riley tegen Bill toen ze naar het gebouw liepen.

Riley had geen hoge pet op van Walder; een man met een babyface vol sproeten en met koperkleurig haar. Zowel Riley als Bill had nooit persoonlijk onder zijn leiding aan een zaak gewerkt, maar hij had een slechte reputatie. Andere agenten zeiden dat hij een waardeloze baas was: iemand die geen idee had van waar hij mee bezig was en was daardoor alleen maar vastbeslotener om zijn stem te laten gelden en zijn autoriteit te demonstreren.

Om het nog erger voor Riley en Bill te maken, stond Walder boven hun eigen teamchef, Brent Meredith. Riley wist niet hoe oud Walder was, maar ze was er zeker van dat hij sneller was gepromoveerd dan goed voor hem was, en voor iedereen trouwens. Wat Riley betrof was het een klassiek voorbeeld van het Peterprincipe: Walder was succesvol naar het niveau van zijn incompetentie gestegen.

Walder kwam Riley en Bill tegemoet gelopen. “Agenten Paige en Jeffreys, ik ben blij dat jullie erbij kunnen zijn,” zei hij.

Zonder verdere formaliteiten stak Riley meteen van wal en vroeg Walder de vraag die aan haar knaagde: “Hoe weten we of dit dezelfde dader is die de andere drie vrouw gepakt heeft?”

“Hierom,” zei Walder en hij hield een zak omhoog waar een goedkope kleine stoffen roos in zat. “Lag binnen op de grond.”

“O, shit,” zei Riley.

Het Bureau had ervoor gezorgd dat dit detail van zijn werkwijze niet naar de pers kon lekken, over hoe hij rozen had neergelegd bij de lichamen. Dit was dus niet het werk van een imitator of van een heel nieuwe moordenaar.

“Wie was het dit keer?” vroeg Bill.

“Haar naam is Cindy MacKinnon,” zei Walder. “Ze is een verpleegkundige. Ze is ontvoerd toen ze hier vanochtend kwam om de kliniek voor te bereiden.”

Toen wees Walder naar de twee andere agenten, een jonge vrouw en een nog jongere man. “Misschien hebben jullie agenten Craig Huang en Emily Creighton al ontmoet. Zij zullen jullie bij deze zaak helpen.”

Bill mompelde hoorbaar: “Verd...”

Riley gaf Bill een por in zijn ribben om hem tot zwijgen te brengen.

“Huang en Creighton zijn al helemaal op de hoogte,” vervolgde Walder. “Ze weten net zoveel over deze moorden als jullie.”

Riley kookte vanbinnen. Ze wilde Walder vertellen dat Huang en Creighton níét net zoveel wisten als zij. Zelfs niet zoveel als Bill. Ze konden niet zoveel weten zonder zoveel tijd op de plaatsen delict te hebben doorgebracht, of zonder urenlang bezig te zijn geweest met het bestuderen van de bewijsstukken. Ze hadden niets wat leek op de professionele investering die zij en Bill al in deze zaak gestoken hadden. En ze wist zeker dat geen van deze broekies ooit het brein van een moordenaar was binnengegaan om een gevoel van zijn ervaring te krijgen.

Riley haalde diep adem om haar woede te onderdrukken. “Met alle respect, meneer,” zei ze. “Agent Jeffreys en ik hebben het behoorlijk goed onder controle en we moeten snel werken. Extra hulp... helpt niet.” Ze had bijna gezegd dat extra hulp ze alleen maar zou belemmeren, maar ze stopte op tijd. Het had geen zin om de jonkies te beledigen.

Riley bespeurde een grijns op zijn babyface.

“Met alle respect, agent Paige,” antwoordde hij. “Senator Newbrough is het daar niet mee eens.”

Rileys hart zonk. Ze dacht aan haar onaangename gesprek met de senator en aan iets wat hij tegen haar gezegd had. U weet het misschien niet, maar ik heb goede vrienden in de bovenste lagen van de FBI.

Natuurlijk was Walder een van deze ‘goede vrienden.’

Walder hief zijn kin en sprak met geleende autoriteit. “De senator zegt dat je moeite hebt om de omvang van deze zaak in te zien.”

“Ik ben bang dat de senator zijn emoties de overhand laat krijgen,” zei Riley. “Dat is begrijpelijk en ik voel met hem mee. Hij is in de war. Hij denkt dat de moord op zijn dochter politiek of persoonlijk of beide is. Dat is duidelijk niet het geval.”

Walder kneep zijn ogen sceptisch samen. “Hoe is dat duidelijk?” zei hij. “Het lijkt mij zo klaar als een klontje dat hij gelijk heeft.”

Riley kon nauwelijks geloven wat ze hoorde. “Meneer, de dochter van de senator was de derde van de inmiddels vier vrouwen die gepakt zijn,” zei ze. “Zijn tijdspanne is over ruim twee jaar verspreid. Het is puur toeval dat zijn dochter een van de slachtoffers is geworden.”

“Ik denk daar anders over,” zei Walder. “En agenten Huang en Creighton ook.”

En alsof ze een teken kreeg viel agent Emily Creighton in. “Gebeuren dit soort dingen niet af en toe?” zei ze. “Dat een crimineel zeg maar een andere moord ensceneert voordat hij zijn slachtoffer vermoord? Alleen om het serieel en niet persoonlijk te laten lijken?”

“Deze laatste ontvoering kon hetzelfde doel dienen,” voegde agent Craig Huang toe. “Een laatste afleiding.”

Het lukte Riley om niet met haar ogen te rollen over de naïviteit van de jongelui. “Dat is een oud, oud verhaal,” zei ze. “Een sprookje. Dat gebeurt niet in het echte leven.”

“Nou,” zei Walder op autoritaire toon, “het gebeurt nú.”

“We hebben hier geen tijd voor,” snauwde Riley. Haar geduld was op. “Hebben we getuigen?”

“Eentje,” zei Walder. “Greta Tedrow belde het alarmnummer, maar ze heeft eigenlijk niet veel gezien. Ze zit binnen. De receptionist is er ook, maar zij heeft niets gezien. Tegen de tijd dat zij om acht uur aankwam, was de politie er al.”

Door de glazen deuren van de kliniek zag Riley twee vrouwen in de wachtkamer zitten. De ene vrouw was slank en droeg sportkleding, en naast haar zat een cockerspaniël aan de riem. De andere vrouw was groot, van middelbare leeftijd en met een Latijns-Amerikaans uiterlijk.

“Hebben jullie mevrouw Tedrow ondervraagd?” vroeg Riley aan Walder.

“Ze is te overstuur om te praten,” zei Walder. “We nemen haar mee naar het Bureau.”

Dit keer rolde Riley wel met haar ogen. Waarom zou je een onschuldige getuige als een verdachte behandelen? Waarom zou je je als een pestkop gedragen? Alsof dat haar niet alleen nog maar meer overstuur zou maken.

Ze negeerde het protestgebaar van Walder, zwaaide de deur open en stapte naar binnen.

Bill liep achter haar aan, maar hij liet de ondervraging aan Riley over terwijl hij een aantal aangrenzende kantoren bekeek en toen in de wachtkamer rondsnuffelde.

De vrouw met de hond keek nerveus naar Riley. “Wat is er aan de hand?” vroeg Greta Tedrow. “Ik wil graag vragen beantwoorden. Maar niemand heeft me iets gevraagd. Waarom mag ik niet naar huis?”

Riley ging in een stoel naast haar zitten en klopte haar op haar hand. “U mag wel naar huis, mevrouw Tedrow. Al snel,” zei ze. “Ik ben agent Paige en ik ga u nu een paar vragen stellen.”

Greta Tedrow knikte beverig. De cockerspaniël lag op de vloer en keek Riley vriendelijk aan.

“Leuke hond,” zei Riley. “Erg braaf. Hoe oud is hij, of is het een zij?”

“Het is een hij. Zijn naam is Toby. Hij is vijf jaar.”

Riley bracht haar hand langzaam naar de hond. Met de zwijgende toestemming van de hond aaide ze zachtjes zijn kop. De vrouw knikte een onuitgesproken dankjewel.

Riley pakte haar potlood en notitieboekje. “Neem uw tijd, haast u niet,” zei Riley. “Vertel me eens in uw eigen woorden wat er gebeurde. Probeer u alles te herinneren wat u kan.”

De vrouw sprak langzaam, hortend en stotend. “Ik liet Toby uit.” Ze wees naar buiten. “We sloegen net de hoek om achter de struiken, aan die kant. De kliniek was net in zicht gekomen. Ik dacht dat ik iets hoorde. Ik keek. Er was een vrouw in de deuropening van de kliniek. Ze bonkte op het glas. Ik denk dat ze gekneveld was. Toen trok iemand haar naar achteren, uit het zicht.”

Riley klopte weer op de hand van de vrouw. “U doet het geweldig, mevrouw Tedrow,” zei ze. “Hebt u haar aanvaller gezien?”

De vrouw worstelde met haar geheugen. “Ik heb zijn gezicht niet gezien,” zei ze. “Ik kón zijn gezicht niet zien. Het licht in de kliniek was aan, maar...”

Riley zag een flits van herinnering in het gezicht van de vrouw.

“O,” zei de vrouw. “Hij droeg een donker skimasker.”

“Heel goed. Wat gebeurde er toen?”

De vrouw raakte wat geagiteerder. “Ik aarzelde geen moment. Ik pakte mijn mobiel en belde het alarmnummer. Het leek eeuwen te duren voordat ik een telefoniste te pakken kreeg. Ik sprak met de telefoniste toen er achter het gebouw een grote auto weg scheurde. De banden gierden terwijl hij van de parkeerplaats wegreed, en hij ging naar links.”

Riley maakte snel notities. Ze was zich ervan bewust dat Walder en zijn twee jonge favorieten de kamer binnengekomen waren en daar gewoon stonden, maar ze negeerde hen.

“Wat voor grote auto?” vroeg ze.

De vrouw fronste. “Een Dodge Ram, denk ik. Ja, dat klopt. Behoorlijk oud, misschien eind jaren negentig. De auto was vrij smerig, maar ik denk dat hij een heel diepe donkerblauwe kleur had. En er zat wat op de laadbak. Een beetje als een camper, maar het was geen camper. Het was zo’n aluminium opzetstuk met ramen.”

Riley was blij en onder de indruk van het geheugen van de vrouw. “En een kenteken?” vroeg ze.

De vrouw keek een beetje geschrokken. “Ik... Dat heb ik niet gezien,” zei ze en ze klonk teleurgesteld over zichzelf.

“Ook geen enkele letter of een cijfer?” vroeg Riley.

“Het spijt me, maar dat heb ik niet gezien. Ik weet niet hoe ik dat gemist kan hebben.”

Walder bukte en fluisterde in Rileys oor. “We móéten haar mee naar het Bureau nemen,” zei hij. Hij stapte een beetje terug terwijl Riley opstond.

“Dank u, mevrouw Tedrow,” zei Riley. “Dat is alles voor nu. Heeft de politie al om uw contactgegevens gevraagd?”

De vrouw knikte.

“Ga dan naar huis en rust wat uit,” zei Riley. “We nemen snel weer contact op.”

De vrouw liep met haar hond de kliniek uit en ging naar huis.

Walder zag eruit alsof hij elk moment kon exploderen van woede en verontwaardiging. “Wat was dat, verdomme?” blafte hij. “Ik zei dat we haar naar het Bureau mee moesten nemen.”

Riley haalde haar schouders op. “Ik kan me niet voorstellen waarom,” zei ze. “We moeten door met deze zaak en zij heeft ons alles verteld wat ze wist.”

“Ik wil dat een van onze hypnotiseurs met haar gaat werken. Om haar het kenteken te helpen herinneren. Het moet ergens in haar geheugen zitten.”

“Agent Walder,” zei Riley en ze probeerde niet zo ongeduldig te klinken als ze zich voelde. “Greta Tedrow is een van de meest oplettende getuigen die ik in tijden heb ondervraagd. Ze heeft gezegd dat ze het kenteken niet heeft gezien, er niet ‘op gelet’ heeft. Zelfs niet eens één cijfer. Dat zat haar dwars. Ze wist niet hoe ze dat heeft kunnen missen. Komende van iemand met zo’n scherp geheugen, kan dat maar één ding betekenen.”

Ze zweeg, daagde Walder uit om te raden wat dat ‘ene ding’ kon betekenen. Ze zag aan zijn lege uitdrukking dat hij geen idee had. “Er wás geen kenteken om te zien,” zei ze ten slotte. “Of de aanvaller had het verwijderd, of het zat onder de modder en was onleesbaar geworden. Het enige wat zij gezien heeft was een lege plek waar de kentekenplaat had moeten zitten. Als er een leesbaar kenteken zat, dan had die vrouw er minstens een deel van gezien.”

Bill snoof uit stille bewondering. Riley wilde hem stoppen, maar bedacht dat dat de zaken alleen maar erger zou maken. Ze besloot om van onderwerp te veranderen. “Is er contact met de naaste familieleden van het slachtoffer opgenomen?” vroeg ze aan Walder.

Walder knikte. “Haar man. Hij was hier een paar minuten. Maar hij kon het niet aan. We hebben hem naar huis gestuurd. Hij woont maar een paar straten verderop. Ik zal agenten Huang en Creighton erheen sturen om hem te ondervragen.”

De twee jongere agenten stonden een stukje verderop enthousiast over iets te discussiëren. Op dat moment draaiden ze zich naar Riley, Bill en Walder om. Ze leken erg zelfingenomen.

“Emily... eh, agent Creighton en ik zijn eruit,” zei Huang. “Er was geen teken van inbraak, niets wat erop wijst dat er iets geforceerd is. Dat betekent dat de dader plaatselijke contacten heeft. Sterker nog, hij kent iemand die in deze kliniek werkt. Hij zou hier zelf wel kunnen werken.”

“Op een of andere manier is hij aan een sleutel gekomen,” viel Creighton in. “Misschien heeft hij die gestolen, of misschien heeft hij hem geleend en laten namaken, zoiets. En hij kende de alarmcode. Hij is erin en eruit gekomen zonder het alarm te laten afgaan. We zullen de medewerkers ondervragen met dat in ons achterhoofd.”

“En we weten precies wie we moeten hebben,” zei Huang. “Iemand met een wrok tegen senator Newbrough.”

Riley slikte haar woede in. Deze twee trokken ongegronde conclusies. Natuurlijk konden ze gelijk hebben. Maar wat hadden ze over het hoofd gezien? Ze keek de wachtkamer van de kliniek en de aangrenzende gang door en ze kreeg nog een andere mogelijkheid in haar hoofd. Ze wendde zich tot de Spaanse receptioniste.

“Perdóneme, señora,” zei ze tegen de vrouw. “Dónde está el cuarto de provisiones?”

“Allá,” zei de vrouw en ze wees naar de gangdeur.

Riley liep naar de deur en opende deze. Ze keek naar binnen, draaide zich naar Walder om en zei: “Ik kan je precies vertellen hoe hij het gebouw binnen is gekomen. Hij kwam hier doorheen.”

Walder keek geïrriteerd. Bill daarentegen keek allesbehalve geïrriteerd; eigenlijk erg opgetogen. Riley wist dat Bill net zo een hekel aan Walder had als zij. Hij keek er ongetwijfeld naar uit om Walder een goed lesje in speurwerk te geven.

De twee agenten staarden door de open deur en keerden zich naar Riley.

“Ik snap het niet,” klaagde Emily Creighton.

“Het is alleen maar een kast,” zei Craig Huang.

“Kijk naar die dozen achterin,” zei Riley. “Niets aanraken.”

Bill en Walder gingen bij de drom mensen staan die de grote voorraadkast in keken. Papieren artikelen en verbandmiddelen waren op brede planken opgeslagen. In één gedeelte lagen medische instrumenten opgestapeld. Maar er leken meerdere dozen niet op hun plek te staan. Hoewel al het andere in de kast keurig gerangschikt lag, stonden de dozen schots en scheef en zat er ruimte tussen.

“Dozen die van de achtermuur vandaan geduwd zijn,” merkte Bill op. “Iemand had hier gemakkelijk achter verstopt kunnen zitten.”

“Haal het forensisch team hierheen,” snauwde Walder tegen de jongere agenten. Toen vroeg hij aan Riley: “Wat is jouw theorie?”

Haar gedachten gingen hun eigen gang terwijl het scenario zich snel voor haar afspeelde. Ze begon het uit te leggen. “Hij kwam gisteren bij de kliniek,” zei ze. “Waarschijnlijk laat op de dag, op een bijzonder druk tijdstip. Midden in de drukte van patiënten heeft hij iets eenvoudigs aan de receptionist gevraagd. Misschien een bloeddruktest. En zíj had net zo goed de verpleegster kunnen zijn die de test heeft uitgevoerd: Cindy MacKinnon, de vrouw die hij gestalkt heeft, de vrouw die hij wilde ontvoeren. Hij zou ervan genoten hebben.”

“Dat kun je niet zeker weten,” zei Walder.

“Nee,” gaf Riley toe. “En hij heeft natuurlijk niet zijn echte naam opgegeven. Maar laat iemand de administratie van de kliniek nakijken voor diensten die geen van de andere werknemers herkent. Eigenlijk moeten we alle patiënten van gisteren nalopen.”

Ze wist dat het tijd in beslag zou nemen. Maar ze moesten zo snel als ze konden elke mogelijkheid nagaan. Deze man moest tegengehouden worden.

“Hij was hier,” zei Riley, “te midden van alle patiënten. Misschien herinnert iemand zich iets vreemds. En toen niemand keek, lukte het hem om in deze voorraadkamer te komen.”

“Het is geen opslagruimte voor medicijnen en ik zie niets anders wat waardevol genoeg is om te stelen,” voegde Bill eraan toe. “Dus het is waarschijnlijk niet goed in de gaten gehouden.”

“Hij perste zichzelf in een krappe ruimte, vlak onder de onderste plank en achter die dozen,” zei Riley. “De medewerkers hadden niet in de gaten dat hij daar zat. De kliniek ging op de normale tijd dicht en iedereen ging naar huis zonder hem gezien te hebben. Toen hij er zeker van was dat iedereen vertrokken was, duwde de dader de dozen opzij. Hij kroop eruit en maakte het zichzelf gemakkelijk. Hij heeft de hele nacht gewacht. Ik denk dat hij heel goed geslapen heeft.”

Het forensisch team kwam naar binnen en de agenten gingen opzij om hen te laten zoeken naar haren, vingerafdrukken of iets anders wat DNA bevatte of hun een aanwijzing zou geven.

“Je zou gelijk kunnen hebben,” mompelde Walder. “We moeten ook alles waar hij gedurende de nacht geweest zou kunnen zijn nalopen. Dat betekent overal.”

“Het is de simpelste oplossing,” zei Riley. “Dat is meestal de beste.” Ze trok haar plastic handschoenen aan en liep de gang door, terwijl ze bij iedere kamer naar binnen keek. Een ervan was een personeelskamer met een bank die er comfortabel uitzag. “Hier heeft hij de nacht doorgebracht,” zei ze met een zeker gevoel.

Walder keek naar binnen. “Niemand komt deze kamer in totdat het team het onderzocht heeft,” zei hij en hij deed zijn best om vakkundig te klinken.

Riley ging terug naar de wachtkamer. “Hij was hier al toen Cindy MacKinnon vanmorgen kwam opdagen, precies op tijd. Toen heeft hij haar gegrepen.” Riley wees naar het einde van de gang. “Daarna is hij via de achteruitgang met haar vertrokken. Zijn pick-up stond daar te wachten.”

Riley sloot even haar ogen. Ze kon hem bijna in gedachten zien, een schimmig beeld dat ze niet echt scherp kon krijgen. Als hij opviel, zou iemand hem zien. Dus hij was geen extreme verschijning. Niet dik, niet ongewoon lang of klein, geen raar kapsel, niet door vreemde tatoeages of kleuren gekenmerkt. Hij zou versleten kleren hebben gedragen, maar niet iets wat hem aan een specifiek beroep zou linken. Oude, normale kleren. Dat zou bij hem horen, dacht ze. Dat was hoe hij zich altijd kleedde.

“Wat is zijn connectie met deze vrouwen?” mompelde ze. “Waar komt zijn woede vandaan?”

“Daar komen we wel achter,” zei Bill beslist.

Walder was nu helemaal stil. Riley wist waarom. De vergezochte theorie over de ontvoerder van zijn leerlingen dat hij een contact van binnenuit had leek nu compleet belachelijk. Toen Riley weer sprak, was het op een toon die dicht bij betuttelen in de buurt kwam. “Agent Walder, ik waardeer de jeugdige energie van je twee agenten,” zei ze. “Ze zijn nog aan het leren. Op een dag zullen ze hier goed in worden. Dat geloof ik echt. Maar ik denk dat je het gesprek met de echtgenoot beter aan agent Jeffreys en mij kunt overlaten.”

Walder zuchtte en gaf haar een licht, nauwelijks zichtbaar knikje.

Zonder nog een woord te zeggen, gingen Riley en Bill bij de plek van de ontvoering weg. Ze had een paar belangrijke vragen te stellen aan de echtgenoot van het slachtoffer.

Metin, ses formatı mevcut
Yaş sınırı:
16+
Litres'teki yayın tarihi:
10 ekim 2019
Hacim:
271 s. 2 illüstrasyon
ISBN:
9781632919694
İndirme biçimi:
Metin
Ortalama puan 3,4, 10 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 5, 1 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 5, 1 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 2,5, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 3, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 4,5, 2 oylamaya göre
Metin
Ortalama puan 0, 0 oylamaya göre