Kitabı oku: «In de gaten», sayfa 15
HOOFDSTUK DERTIG
Hoewel Riley wist dat de fysieke aanval op komst was, voelde ze zich toch griezelig kalm.
Zelfs haar ademhaling was perfect onder controle.
Terwijl haar grotere aanvaller haar aanviel en haar linkerpols vastgreep, werden Riley’s eigen bewegingen griezelig dansachtig. De tijd leek te vertragen.
Is dit echt vechten? dacht ze.
Het leek meer op dromen.
Ze draaide haar eigen linkerhand in een kleine, sierlijke halve cirkel en draaide zijn hand van haar pols los. Toen pakte ze zijn hand met haar rechterhand vast en bewoog op een subtiele manier tegelijkertijd haar heupen, handen en voeten. Ze hief haar rechterhand op tot zijn elleboog en tilde die over zijn hoofd.
Zijn hele lichaam draaide zich naar voren alsof hij bij zijn middel omklapte. Hij viel op zijn knieën en zij hield zijn arm achter zijn nu hulpeloze lichaam omhoog.
Zowel Riley als haar aanvaller bevroren even in die positie.
Toen liet ze hem gaan en stond hij op en glimlachte naar haar; een beetje flirterig, dacht ze.
Niet dat ze het erg vond.
Ze vond hem charmant, knap en sympathiek.
Dit was de eerste keer dat Riley de Aikido-les in het gymnasium van de campus bijwoonde. Toen ze hier aankwam, was ze verrast om te ontdekken dat de gecertificeerde instructeur haar professor psychologie, Brant Hayman was.
Professor Hayman riep de klas toe: ‘Oké, iedereen wissel van uke en toris.’
Riley had genoeg Aikido terminologie geleerd om te weten dat hij alle partners in de kamer vertelde om van rol te wisselen. De uke was de aangewezen aanvaller en de tori was de aangewezen verdediger.
Nu was het Riley’s beurt om de uke te zijn.
Zij en haar partner hadden net zoveel tijd aan het leren aanvallen en vallen besteed als aan het leren van de verdedigingsmanoeuvre.
Op bevel van professor Hayman stak ze haar hand uit en greep ze de pols van haar partner vast en hij draaide zijn eigen hand precies zoals ze dat een moment eerder zelf had gedaan. Ze voelde haar greep loskomen en voelde toen zijn rechterhand naar haar elleboog komen. Haar hele lichaam werkte samen met het zijne terwijl hij haar elleboog over haar hoofd tilde en ze op haar knieën gleed.
Ze bevroren weer. Deze keer hield haar partner haar arm achter haar omhoog.
‘Heel goed,’ riep professor Hayman naar de klas. ‘Laten we nu wat meer ademhalingsoefeningen doen.’
Riley, haar partner en de andere tien mensen in de les gingen in rijen staan. Professor Hayman begon hen door een oefening van zachte armbewegingen vergezeld van diepe ademhaling te leiden. Hayman had eerder uitgelegd dat deze oefening helemaal over het vergroten van iemands Chi ging; een Aziatisch concept dat met energie en flow te maken heeft.
Terwijl Riley ademde en bewoog, vroeg ze zich af...
Geloof ik echt in al deze dingen?
Gedurende de hele les gebruikte Hayman woorden die volgens haar niets met vechten te maken hadden: harmonie, creativiteit, geest en zelfs vrede.
Ze vond het allemaal vreemd en onbekend.
De korte Krav Maga les die haar vader haar enkele dagen geleden had gegeven, ging helemaal over pure agressie, snel en wreed aanvallen. Er was niets wreeds aan wat ze nu aan het doen was.
Toch moest ze toegeven dat alles wat ze deed heel goed voelde. Het gaf haar een ontspannen en energiek gevoel.
Naarmate de les vorderde, leidde professor Hayman hen door nog meer manoeuvres afgewisseld met ademhalingsoefeningen. Uiteindelijk eindigde de les net zoals het was begonnen, met formele groepsbuigingen.
Toen de andere studenten de sportschool verlieten, liep Riley naar professor Hayman toe om met hem te praten.
Hij glimlachte en zei: ‘Hallo, Riley. Wat vind je van Aikido?’
‘Ik weet het niet zeker,’ gaf ze toe.
Haymans fronste met zijn voorhoofd.
‘Wat zit je dan dwars?’ vroeg hij.
Riley dacht even na en zei toen: ‘Nou, niet om lomp over te komen, maar... zal dit gedoe me echt helpen als ik fysiek aangevallen wordt?’
Hayman glimlachte opnieuw.
‘Dat is een goede vraag,’ zei hij.
‘Nou?’
Hayman keek nogal dromerig weg.
‘Vertel me eens, Riley,’ zei hij. ‘Als je bijvoorbeeld in een donker steegje aangevallen wordt, zou het dan niet goed zijn om de agressie van je aanvaller tegen hem zelf te kunnen keren? Om de confrontatie te beëindigen zonder te hoeven vechten?’
Riley kon het niet helpen om een beetje te grijnzen.
Ze zei: ‘Ik denk dat ik hem net zo snel tot moes zou slaan.’
Ze was opgelucht toen Hayman hartelijk lachte.
‘Nou, dat zou ook wel werken, denk ik,’ zei hij.
Zijn gelach stierf weg en hij voegde eraan toe: ‘Welke weg je kiest, is aan jou. Het ding is, Aikido is net zo goed een fílosofie als een zelfverdedigingssysteem. Je zou het zelfs een manier van leven kunnen noemen. Een leven waarin geweld en agressie, met elke ademhaling, in je handen verdampen.’
Riley wist niet hoe ze daarop moest antwoorden.
Uiteindelijk voegde professor Hayman eraan toe: ‘Probeer het een paar lessen. Kijk of je het wat gaat vinden. Of het nu wel of niet gebeurt, ik ben blij je in mijn les te hebben. Je bent altijd een plezier om te onderwijzen, Riley. ‘
Riley voelde zichzelf een beetje blozen. Ze herinnerde zich iets dat Trudy ooit over haar had gezegd...
‘Riley maakt graag indruk op professor Hayman. Ze heeft een oogje op hem.’
Terwijl ze naar haar knappe leraar stond te kijken, vroeg Riley zich af...
Heb ik een “oogje” op hem?
Als dat zo was, dan kon ze dat maar beter voor zichzelf houden. Professor Hayman leek niet het soort professor die een relatie met een studente zou beginnen. En als hij wel zo’n soort professor wás, dan wist Riley dat ze uit zijn buurt moest blijven.
Ze nam afscheid en liep de sportschool uit.
Ze zag dat er iemand in de gang op haar stond wachten; de jongen die tijdens de les haar sparringpartner was geweest.
Hij grijnsde verlegen naar haar en zei: ‘Ik denk niet dat we echt aan elkaar zijn voorgesteld. Ik ben Leon Heffernan.’
‘Ik ben Riley Sweeney,’ zei ze en stak haar hand uit om die van hem te schudden. ‘Ben je een student hier bij Lanton?’
‘Ja, ik heb filosofie als hoofdvak. En jij?’
‘Psychologie.’
Leon schuifelde zenuwachtig met zijn voeten en zei toen: ‘Luister, ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik het vraag... maar wil je misschien ergens een kopje koffie of zoiets gaan drinken?’
Riley besefte dat ze dat heel graag zou willen doen, maar helaas had ze met Gina afgesproken dat ze haar met de auto op zou halen. Ze moesten voor hun huisgenoten boodschappen doen.
‘Sorry, ik ben bang dat ik nu niet kan,’ zei ze.
Maar toen kwam er iets bij haar op.
Ze zei: ‘Mijn huisgenoten en ik plannen voor vanavond een groot feest. Vrijwel alles en iedereen is uitgenodigd. Heb je zin om ook te komen? Als je het niet te druk hebt, bedoel ik?’
Leon’s ogen twinkelden.
‘Bedankt, dat klinkt geweldig,’ zei hij.
Riley schreef het adres op een stuk papier en gaf het aan hem. Toen hoorde ze een auto buiten het gebouw toeteren.
‘Daar is mijn lift, dus ik moet gaan,’ zei ze. ‘Ik zie je vanavond.’
Ze haastte zich de deur uit en stapte in Gina’s auto.
Gina bromde: ‘Ik dacht dat je nooit naar buiten zou komen.’
‘Sorry, ik werd een beetje opgehouden,’ zei Riley.
Ze voegde er voor zichzelf aan toe...
Door twee knappe mannen, met wie ik er met één een date heb.
Het was bijna genoeg om haar te laten vergeten hoe vervelend het met Ryan was afgelopen.
‘We kunnen maar beter opschieten,’ zei Gina. ‘We moeten veel dingen voor het feest kopen en we hebben niet veel tijd.’
Toen Gina begon te rijden, voelde Riley plotseling een rare kilte.
Het was een tastbaar gevoel van de aanwezigheid van de moordenaar, alsof hij haar nu in de gaten hield.
Ze schrok. Ze had de laatste tijd niet zoiets gevoeld. Ze had gedaan wat ze kon om de moorden uit haar hoofd te zetten. Ze had de afgelopen dagen niet eens met agent Crivaro gesproken. De laatste keer dat ze hadden gesproken, had hij haar verzekerd dat hij en zijn team een tijdje langer in Lanton zouden blijven.
Riley was daar blij om.
Ze was ook blij dat ze iets over zelfverdediging leerde.
Diep in haar onderbuik voelde ze dat ze het zeker nodig zou hebben, misschien al heel snel.
HOOFDSTUK EENENDERTIG
Riley voelde zich gevangen en geïsoleerd.
Het huis dat ze met vier andere meisjes deelde, voelde altijd behoorlijk druk...
Maar niet zoals vanavond, dacht Riley.
Ze keek om zich heen naar de feestgangers, die beneden in de volgepakte woon-eetkamer zaten en vroeg zich af...
Heb ik al plezier?
Ze dacht van niet.
Toen zij en haar huisgenoten het hadden gepland, had een groot feest voor de examenweek zeker een goed idee geleken. Riley zelf was voldoende klaar voor de examens. Last minute studeren was nooit haar stijl. En een feestje zou een goede manier moeten zijn voor de studenten van Lanton om wat van de onrust weg te nemen die na twee moorden nog steeds op de campus hing.
Het leek voor zowat iedereen te werken, behalve voor Riley.
De muziek was oorverdovend.
Bier stroomde vrijelijk uit de twee vaten die zij en Gina met de andere feestartikelen mee naar huis hadden genomen en er hing een sterke geur van wiet in de lucht. Er werd veel gedanst, gekletst en gezoend en Riley’s vier huisgenoten mengden zich onder de gasten.
Riley stond daarentegen alleen in een hoekje bier uit een plastic beker te drinken. Ze voelde zich, ondanks het consumeren van behoorlijk wat bier, totaal niet aangeschoten. Wiet was normaal niet haar ding, maar ze dacht dat ze het misschien zou gaan proberen als ze zich niet snel een beetje losser ging voelen.
Ondertussen werd ze niet echt blij van dit feest en na een paar dagen in dit huis te zijn geweest was ze ook niet zo blij met haar nieuwe woonsituatie.
Zij, Gina en Cassie konden het prima met elkaar vinden, net zoals in het studentenhuis. Maar wat Riley betreft, was Aurora een oppervlakkige idioot die eindeloos over dingen sprak die haar dood verveelden, en Stephanie voldeed zeker aan wat Gina aan de telefoon over haar had gezegd...
‘Ze is een soort tiran, als je de waarheid wilt weten.’
Stephanie was een voorstander van regels en organisatie en ze had overal lijsten met klusjes en verplichtingen opgehangen. En nu liep ze zelfs rond om gasten te vertellen wat ze moesten doen...
Alsof ze een film regisseert of zoiets.
Riley herinnerde zichzelf eraan dat dit tijdelijk was. De examens begonnen volgende week en het afstuderen zou snel daarna komen.
Op het moment kon ze het niet helpen om zich af te vragen; zou alles beter lijken als Ryan Paige door de deur kwam lopen? Ze had geen contact meer met hem gehad sinds ze zijn appartement had verlaten en ze voelde het verlies meer dan ze had verwacht.
Ze wist dat het afstuderen aan de rechtenfaculteit eerder was dan voor bachelor studenten. Dus misschien was hij niet eens meer op school. Misschien was hij al klaar en vertrokken.
Zou ze hem ooit weer zien?
Het idee maakte haar echt bedroefd.
Toen schalde er een bekend liedje over de stereo.
Het was ‘Whiskey in the Jar’ van Metallica. Hetzelfde nummer dat ze in de nacht van de moord op Rhea in de Centaur’s Den had gehoord.
Riley huiverde diep vanbinnen en probeerde een stroom van gruwelijke herinneringen tegen te houden.
Moet ze naar de stereo gaan en van nummer veranderen?
Nee, iedereen leek van de muziek te genieten, dus het zou onbeleefd zijn om te doen.
Misschien moet ik hier maar weg, dacht Riley zuchtend.
Ze probeerde te beslissen waar ze anders heen zou kunnen gaan toen de voordeur openging en iemand die ze herkende binnenkwam.
Ze glimlachte. Het was Leon Heffernan, de jongen die in de Aikido-les haar sparringpartner was geweest.
Riley was bijna vergeten dat ze hem had uitgenodigd, maar hier was hij en op dit moment zag hij er net zo misplaatst uit als Riley zich voelde.
Riley baande zich een weg tussen de feestgangers naar hem toe.
Toen ze binnen gehoorsafstand kwam, sprak ze luid over de muziek: ‘Hé, Leon! Leuk dat je er bent!’
Hij glimlachte opgelucht om een bekend gezicht te zien.
‘Ik ben ook blij,’ zei hij luid terug.
‘Kom op, laten we wat bier voor je halen,’ zei Riley.
Ze trok hem bij de hand naar de vaten, waar hij zichzelf een plastic beker bier inschonk en Riley haar eigen beker vulde. Toen trokken ze zich terug in de hoek waar Riley eerder had gestaan.
Riley hield haar kopje omhoog en zei: ‘Op de examens.’
Hij tikte met zijn beker tegen de hare en zei: ‘Ja, op de examens.’
Ze dronken allebei van hun bier.
Toen keek Leon om zich heen en zei: ‘Wat een feestje, hè?’
Riley glimlachte om de knullige opmerking.
‘Dat zou je kunnen zeggen,’ antwoordde ze niet erg enthousiast.
Ze waren allebei even stil. De onhandigheid tussen hen verbaasde Riley niet, zij en Leon kenden elkaar tenslotte nauwelijks. Toch moest een van hen iets zeggen in plaats van daar gewoon te staan.
Wat zei hij dat zijn hoofdvak was?
Toen herinnerde ze het zich.
Ze zei: ‘Dus. Filosofie.’
Leon knikte en zei: ‘Ja.’
‘Klinkt als behoorlijk diepzinnig materiaal,’ zei Riley.
Leon’s ogen leken een beetje op te lichten.
‘Niet zo diep,’ zei hij. ‘En eigenlijk is er veel overlapping tussen filosofie en jouw hoofdvak... psychologie, toch?’
‘Ja, klopt.’
Leon zei: ‘Ik bedoel, denk aan kleuren. Wat zijn ze eigenlijk?’
Riley voelde een vreemde flits van déjà vu.
Heb ik dit gesprek eerder gehad? vroeg ze zich af.
‘Ik geef het op,’ zei ze. ‘Wat zíjn kleuren?’
Leon haalde zijn schouders op en zei: ‘Nou, wetenschappelijk gezien bestaat er niet zoiets als kleur. Er zijn alleen verschillende golflengten van licht. En toch... érvaren we altijd kleur. Rood, groen, blauw; alle kleuren van de regenboog lijken ons toch echt. Maar hoe ervaren we iets dat niet in de echte wereld bestaat? En wat zijn kleuren eigenlijk?’
Riley’s keel kneep zich een beetje samen toen ze zich herinnerde...
Trudy praatte soms over hetzelfde onderwerp als ze een paar drankjes te veel had gedronken. Ze was gefascineerd door de aard van kleur en hoe mensen het ervaren.
Leon nam nog een slok van zijn bier en voegde eraan toe: ‘Dus het lijkt me zeker dat die hele kwestie van kleur met zowel psychologie als filosofie te maken heeft.’
Riley dacht terug aan hoe zij en haar vriendinnen Trudy plaagden wanneer ze zo begon te praten.
Nu wenste ze echt dat ze dat niet hadden gedaan.
In feite leek het opeens een heel interessant onderwerp en ze wenste dat Trudy hier was om aan het gesprek deel te nemen.
De gedachte aan Trudy maakte haar verdrietig.
Leon zei luid: ‘Vind je het niet moeilijk om met zoveel lawaai een gesprek te voeren?’
Riley knikte instemmend.
Leon voegde eraan toe: ‘Waarom gaan we niet ergens heen waar het stiller is?’
Riley keek even naar zijn gezicht.
Is dat een versiertruc? vroeg ze zich af.
Als dat zo was, was dat dan goed of slecht?
Ze keek naar Leon en zag opnieuw hoe knap hij was; lang en gespierd met een knap gezicht. Maar hij leek helemaal niet ijdel.
En ook slim, dacht ze.
Misschien was wat ze vanavond nodig had een beetje opwinding.
Ze glimlachte naar hem en zei: ‘Kom, laten we naar mijn kamer gaan. Het zal daar stiller zijn.’
Ze leidde Leon met haar hand de trap op naar de tweede verdieping en vervolgens de smallere trap naar haar zolderkamer. Ze voelde zich opeens een beetje beschaamd over hoe bescheiden haar kamer was. Het plafond was aan weerszijden schuin, dus er was niet veel ruimte voor een lange kerel als Leon om zelfs maar rond te lopen. Zelfs met het raam open was het ook benauwd.
Er waren ook nauwelijks meubels, alleen een paar stoelen en een tafel en een uitklapbaar matras.
Het geluid van beneden was tenminste meer gedempt.
Riley zei: ‘Het spijt me dat deze plek zo...’
Voordat ze zich kon verontschuldigen, greep Leon haar vast en trok haar tegen zich aan en kuste haar.
Riley schrok, maar niet ontevreden.
Ze voelde een rauwe hitte in haar opstijgen, gevoelens die ze de laatste tijd onderdrukte uit onrust en angst.
Ze herinnerde zichzelf eraan...
Je kent hem niet echt.
Maar op de een of andere manier kon het haar niet schelen. Het was bijna alsof ze weer een roekeloze tiener was.
En dat gevoel vond ze prettig.
Terwijl de kus verder ging, begon Leon Riley naar het matras te manoeuvreren.
Ze begon zich ongemakkelijk te voelen.
Het gaat vreselijk snel, dacht ze.
Vage, woordeloze zorgen begonnen zich in haar gedachten te verzamelen.
Riley worstelde om haar gedachten samen te brengen...
Een knappe kerel...
... interessant gesprek...
Zo knap en interessant, dat ze het goed had gevonden om hem in haar kamer uit te nodigen.
Toen herinnerde ze zich met een schok dat ze zich had voorgesteld hoe de moordenaar met Trudy de studentenkamer binnen was gekomen, met allemaal charme en fascinerende praatjes.
Hij is het! dacht ze met afgrijzen.
Ze probeerde zich van hem weg te trekken, maar hij hield haar vast.
En hij was veel sterker dan zij.
HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG
Riley worstelde om zich los te maken, maar Leon was veel groter en sterker dan zij. Ze voelde hoe knopen losscheurden terwijl hij aan haar blouse trok. Toen klauwde hij aan haar beha.
‘Hou op!’ schreeuwde ze ademloos. ‘Stop!’
Maar in plaats van te stoppen, greep hij Riley in een houdgreep die haar armen langs haar zij vast zette. Hoe harder ze worstelde, hoe strakker hij haar vasthield. Het was bijna als een van die Chinese vingervallen; hoe harder je trok om je vinger los te krijgen, hoe strakker hij kwam te staan.
Hij probeerde haar opnieuw te kussen, maar ze draaide haar hoofd weg.
Naar lucht happend, schreeuwde ze zo hard als ze kon...
‘Iemand help me!’
Maar de muziek van het feest eronder trilde door het hele huis. Ze wist dat niemand daar beneden haar stem kon horen.
Manoeuvres die ze vandaag in de les had geleerd flitsten door haar hoofd. Maar ze waren dansachtig geweest, sierlijk aan de kant van de verdediger en zelfs aan die van de aanvaller. Ze had nog niet geleerd hoe die soepele acties haar nu konden helpen.
Er was niets gracieus aan wat er aan de hand was. Het was onhandig, lelijk en gevaarlijk.
En het stond op het punt om erger te worden.
Ze voelde dat Leon haar van haar voeten probeerde te tillen. Als hij haar op het matras gooide, dan zou ze echt hulpeloos zijn.
Er leek een harde stem in haar hoofd te rinkelen...
‘Pure agressie is het belangrijkste.’
Haar vader had haar gezegd om agressie met agressie te bestrijden; met Krav Maga. Ze moest agressiever dan haar aanvaller zijn.
Nu herinnerde ze zich duidelijk wat hij haar had geleerd over het afweren van een greep aan de voorkant.
Eerst mezelf zwaarder maken...
Ze liet zich vanaf haar knieën slap worden en gebruikte haar gewicht om ze allebei een beetje naar beneden te trekken. Dat maakte een lichte scheiding tussen hun twee lichamen, maar haar bovenarmen werden nog steeds stevig vastgehouden.
Ze draaide haar beide handen in vuisten en sloeg ze samen in zijn kruis.
Leon slaakte een luide zucht van pijn.
Maar Riley wist dat ze nog niet klaar was. Hij hield haar nog steeds vast, nog steeds vastbesloten om haar tegen de grond te werken. En ze wist dat hem pijn doen hem gevaarlijker kon maken.
Ze trapte haar rechterknie twee keer in zijn kruis, wat elke keer een scherpe kreun produceerde en vervolgens trapte ze de zijkant van haar voet in zijn wreef.
Dit deed hem wankelen en bijna vallen, maar niet helemaal.
Ze hoorde weer de stem van haar vader...
‘Het is meestal gewoon keihard straatvechten.’
Speel het vies, zei ze tegen zichzelf.
Ze beet gewelddadig in de zijkant van de nek van haar aanvaller.
Leon slaakte een kreet van shock en pijn en deinsde achteruit.
Hij raakte zijn nek aan en besefte dat ze hem had laten bloeden.
‘Je hebt me verdomme gebeten, teef!’ gromde hij.
Terwijl hij opstond om haar weer aan te vallen, zocht Riley naar het dichtstbijzijnde fysieke object; een lamp bovenop een dressoir. Terwijl Leon aanviel, zwaaide ze de lamp in zijn gezicht. De goedkope plastic kap verfrommelde en viel eraf en de gloeilamp verbrijzelde tegen zijn gezicht.
Hij greep nu wankelend zijn bloedende gezicht vast.
Met een schreeuw van woede snelde Riley naar hem toe en schopte zo hard als ze kon tegen zijn scheen. Hij zakte op zijn knieën en ze schopte hem opnieuw in de borst. Hij viel achterover, plat op zijn rug.
Nu kon Riley létterlijk Leon’s bloed op haar tong proeven van het moment dat ze hem had gebeten.
Het smaakte goed.
Ze herinnerde zich nog iets wat haar vader had gezegd...
‘Als iemand je echt wil vermoorden, dan kun je hem beter eerst vermoorden en er klaar mee zijn. Het is geen spel.’
Ze voelde een wrede grijns op haar gezicht verschijnen.
Hem vermoorden leek een goed idee.
Ze hurkte over hem heen en plantte haar knie op zijn borst. Toen bracht ze haar vuist omhoog, om hem te gebruiken om zijn luchtpijp te verpletteren. Hij zou met vreselijke pijn stikken.
Maar een bekende stem hield haar tegen.
Riley keek op en zag dat Gina bovenaan de zoldertrap stond, met verschillende feestgangers achter haar.
Riley haalde met tegenzin haar knie van Leon’s borst en stond op. Hij bleef op de grond liggen.
Gina en de anderen staarden naar haar en naar haar gescheurde blouse.
‘Hij viel me aan,’ hijgde ze. ‘Bel de politie.’
Gina liep terug de trap af. Drie jongens snelden naar Leon en hielden hem op de vloer.
Leon keek naar de jongens alsof hij om sympathie vroeg.
‘Dit gekke wijf probeerde me gewoon te vermoorden!’ zei hij.
De jongens lachten alleen maar.
‘Ik denk dat je geluk hebt gehad,’ zei iemand.
Leon’s bloedende gezicht schoot vuur van woede en even leek het erop dat hij zou proberen om op te springen en opnieuw te vechten. Maar toen verzachtte zijn gezicht alsof hij zich bedacht. Hij kon op geen enkele manier van alle drie de grote jongens, die hem tegen hielden, winnen.
Riley stond met haar armen over elkaar en probeerde niet eens om de glimlach van diepe voldoening te verbergen.
Maar toen zag ze een glimp van iets glimmends dat uit zijn broekzak stak. Ze stapte naar hem toe en reikte ernaar.
Leon schreeuwde met een schelle stem: ‘Raak me niet aan, teef!’
‘Relax’ zei Riley met een spottend, vriendelijke stem. ‘Dit zal geen pijn doen.’
Ze haalde het glimmende ding uit zijn zak.
Ze hapte naar adem toen ze zag wat het was.
Een groot, gevouwen zakmes.
Haar handen begonnen zo te trillen dat ze het bijna liet vallen.
Dit is het, dacht ze.
Dit is het mes dat hij heeft gebruikt om Rhea en Trudy te vermoorden.
En als ik hem niet had tegengehouden...
Ze stak het mes in haar eigen zak en huiverde bij de gedachte dat ze zeker zijn volgende slachtoffer zou zijn geweest. De jongens hielden Leon nog steeds op de grond, dus deed ze een stap achteruit en ging op haar matras zitten. Ze hoorde de andere studenten tegen elkaar mompelen, maar probeerde niet eens te begrijpen wat ze zeiden.
Riley was dankbaar toen ze het geluid van naderende sirenes hoorde. Iedereen in de kamer was nu stil en wachtte tot de politie het overnam.
Al snel kwam er het luide gestamp van voeten die de trap op kwamen en toen duwden verschillende agenten zich langs iedereen heen. Riley was niet blij om agent Steele te zien, die de kamer binnenstormde en eiste te weten wat er aan de hand was. Ze was blij te zien dat hij door de vrouwelijke agent, agent Frisbie, werd gevolgd. Toen kwam agent White en was het kamertje compleet met mensen gevuld.
Het duurde even voordat Riley merkte dat agent Crivaro in de deuropening stond. Ze wilde hem alles uitleggen, zelfs over de zee van mensen tussen hen in. Maar er kwamen geen woorden.
Riley besefte dat ze met stomheid geslagen was. Ze wist gewoon niet wat ze moest zeggen. Gelukkig legde Gina uit dat een aantal feestgangers een gevecht op zolder hadden gehoord. Ze waren naar boven gegaan en hadden ontdekt dat Riley de man waarvan ze beweerde dat die haar had aangevallen, al had overmeesterd.
Toen blafte Steele: ‘Ik wil dat iedereen hier weggaat.’
De studenten gingen gehoorzaam terug naar beneden. Terwijl agent White Leon in de boeien sloeg, las agent Steele hem zijn rechten voor. Leon bleef maar protesteren dat hij niets verkeerd had gedaan, dat Riley hem vanuit het niets had aangevallen.
Zelfs Steele leek dat niet waarschijnlijk te vinden. Hij en White leidden Leon in hechtenis weg.
Riley slaakte een diepe zucht van opluchting. De enige mensen die daar achterbleven, waren agent Frisbie en agent Crivaro. Frisbie ging naast haar zitten en pakte een potlood en een notitieblok. Crivaro zat in een stoel in de buurt.
‘Vertel me wat er is gebeurd,’ zei Frisbie met een vriendelijke stem tegen Riley.
Riley verzamelde haar gedachten en vertelde Frisbie alles, ze begon met hoe Leon op het feest was aangekomen en eindigde met het feit dat de feestgasten de kamer binnen waren gekomen om haar geknield op de borst van Leon te vinden.
Terwijl ze haar verhaal vertelde, begon ze zich zorgen te maken...
Was dit niet een klassieke situatie van, ‘hij zegt, zij zegt’?
Leon vertelde zeker een andere versie van het verhaal aan de mannelijke agenten die hem hadden gearresteerd.
Wie zouden ze eerder geloven; Riley of Leon?
Toen ze klaar was met haar verhaal, zei Riley tegen Frisbie...
‘Je moet me geloven. Ik vertel de waarheid.’
Frisbie grinnikte toen ze haar schrift en potlood in haar zak stopte.
‘Oh, ik denk dat je verhaal wel geloofwaardig overkomt,’ zei ze. ‘Het alternatief is om te geloven dat je een onschuldige man naar je kamer hebt gelokt met als enige doel om hem verrot te slaan. Hoe geloofwaardig is dat?’
Riley lachte zelf een beetje.
‘Niet erg,’ stemde ze in.
Toen herinnerde Riley zich het zakmes van Leon.
Ze haalde het uit haar zak en zei: ‘Agent Frisbie, ik heb dit in Leon’s zak gevonden.’
Frisbie pakte het mes, opende het en keek met scherpe belangstelling naar het mes.
Agent Crivaro stond op uit zijn stoel en zei tegen agent Frisbie: ‘Ik zou dat mes graag zien.’
Agent Frisbie gaf het hem en hij stapte weg om het aandachtig te bestuderen.
Riley zei tegen agent Frisbie: ‘Hij is de moordenaar, nietwaar? Leon heeft Rhea en Trudy vermoord.’
Frisbie hield haar hoofd schuin en zei: ‘Het lijkt niet onwaarschijnlijk.’
Ze klopte Riley op de schouder en zei: ‘Je hebt het goed gedaan, jongedame. ‘Je hebt het echt heel goed gedaan. Misschien hebben we later meer vragen voor je, maar maak je daar geen zorgen over. ‘
Toen stond Frisbie op van het matras en haalde een camera uit haar tas.
Ze zei: ‘Je blouse is gescheurd en je hebt behoorlijk wat kneuzingen. Daar moet ik allemaal foto’s van maken.’
Riley stond op en liet agent Frisbie foto’s maken.
Toen ze klaar was, zei Crivaro: ‘Agent Frisbie, ik wil graag alleen met het meisje praten, als ik mag.’
Agent Frisbie wierp hem een vragende blik toe, maar toen knikte ze en verliet de zolder. Crivaro liep heen en weer voor Riley en bekeek het mes.
Door zijn stilte maakte Riley zich zorgen. Ze wenste dat hij iets zou zeggen.
Uiteindelijk vroeg ze: ‘Het is voorbij, toch? We hebben de moordenaar gepakt. Hij zal nooit meer iemand vermoorden.’
Crivaro schudde langzaam zijn hoofd.
Hij zei: ‘Riley...’
‘Wat?’
‘Hij was het niet. Die jongen heeft in zijn leven nog nooit iemand vermoord.’
Riley’s mond viel open van ongeloof.
‘Hoe weet je dat?’ vroeg ze.
Crivaro haalde zijn schouders een beetje op.
‘Ik ken meer dan genoeg moordenaars. Ik kan het zien. Om te beginnen heeft hij duidelijk geprobeerd je séksueel aan te randen. Er was geen enkel seksueel component bij een van de andere moorden, helemaal niks. En...’
Hij voelde aan het mes.
‘Dit mes is nooit als moordwapen gebruikt. Het is te klein en te bot voor dat soort dingen. De wonden van de slachtoffers moeten door een veel groter, scherper wapen zijn gemaakt.’
Riley voelde een vlaag van woede.
Ze zei: ‘Probeer je me te vertellen dat het gewoon toeval is dat de man die me aanviel toevallig een mes bij zich had?’
‘Dat is precies wat ik je zeg,’ zei Crivaro.
Riley begon te beven.
‘Ik geloof niet in toeval,’ zei ze.
‘Nou, je kunt er maar beter in gaan geloven,’ zei hij, zelf een beetje boos klinkend. ‘In mijn werk zijn toevalligheden een onderdeel van het leven. Net als een klein ding genaamd ‘bevestigend vooroordeel’. Dan interpreteer je alles wat je ziet als bewijs voor wat je wilt geloven.’
Riley was nu echt geschokt.
Betuttelt hij me? dacht ze.
‘Hij is het,’ zei ze. ‘Leon is de moordenaar.’
Crivaro zuchtte bitter.
‘Je moet een beslissing nemen, Riley. Leon is absoluut een seksueel roofdier en als hij nu niet gestopt wordt, dan zal hij meer jonge vrouwen aanvallen. Ben je bereid een aanklacht voor poging tot verkrachting tegen hem in te dienen? Hij zal vijf jaar tot levenslang krijgen. En hij heeft het verdomme zeker verdiend.’
‘Het was een poging tot moord,’ zei Riley. ‘Dat weet ik zeker.’
Crivaro vouwde het mes op en zei: ‘Ja, en de lokale politie gaat hetzelfde denken. Ze zullen hem inderdaad van moord beschuldigen. Maar ze zullen het verkeerd hebben. En jij zal het ook fout hebben.’
Riley voelde haar gezicht rood worden van woede. Ze was te boos om zelfs maar te spreken.
Uiteindelijk zei Crivaro: ‘Ik ga nu naar het bureau. Wat je ook besluit te doen, ik ga die klootzak de stuipen op het lijf jagen. Je hebt Frisbie een goed en degelijk rapport gegeven van wat hij probeerde om je aan te doen. Ik zal hem op z’n minst laten weten dat als hij ooit zoiets opnieuw probeert, dat dit incident tegen hem gebruikt zal worden.’