Kitabı oku: «In de gaten», sayfa 7

Yazı tipi:

HOOFDSTUK TWAALF

Het werd donker tegen de tijd dat Trudy vanuit de bibliotheek richting huis ging. Ze had daar niet echt iets aan haar studie gedaan, maar dat was ook niet het punt geweest.

Ze was trots op zichzelf voor wat ze had gedaan. Ze had een tijdje een selectie van nieuw aangeschafte boeken op een plank bekeken. Toen was ze gaan zitten en had ze door een paar van haar klas notities gebladerd.

En nu had ze zelfs het goede gevoel om geamuseerd te zijn door haar eigen trots op het uitvoeren van die minuscule taken. Ze wist dat plezier een goed teken was.

Op dat moment voelde Trudy zich een beetje beter over zichzelf.

Dit eenvoudige uitje was het idee van haar begeleider geweest. In de avond naar de bibliotheek gaan moest voor Trudy een manier zijn om zichzelf te testen, om te proberen haar angsten te overwinnen.

‘Bábystapjes,’ had de begeleider van Trudy steeds gezegd.

Maar nu leek dit niet veel op een babystapje.

Meer als een ‘gigantische sprong’, dacht ze.

Toch probeerde Trudy zichzelf ervan te overtuigen dat het nodig was. Ze bleef denken aan wat Riley niet lang na de moord op Rhea had gezegd...

‘We kunnen niet zo leven, altijd bang te zijn dat er iets vreselijks zou kunnen gebeuren.’

Het was natuurlijk waar. Trudy wist dat ze moest ontsnappen aan de chronische angst die tegenwoordig haar leven leek te regeren.

Dus had ze een paar babystapjes gezet, of die eerste gigantische sprong gemaakt, hoe je het ook maar wou bekijken.

Toch realiseerde ze zich dat ze vrij snel over de verlichte campus paden liep, in een veel sneller tempo dan normaal. Zelfs het zien van andere studenten die niet ver weg liepen, was niet zo geruststellend als ze had gedacht. Elke lichte schaduw tussen gebouwen of een donkere plek achter een struik leek bedreigend.

Ze zei tegen zichzelf dat er nu echt geen moordlustig monster in de buurt op de loer lag, niet nu er nog redelijk wat activiteit op de campus was.

Trudy besefte dat ze het beetje gevoel van zelfgenoegzaamheid dat ze net in de bibliotheek had ervaren aan het verliezen was. Maar op de een of andere manier kon ze zichzelf niet beter laten voelen.

Wat als de andere studenten die ze zag zouden verdwijnen? Wat als iedereen plotseling zou verdwijnen en haar alleen in het doolhof van paden zou laten, een perfect doelwit voor een moordlustig monster?

Ze wist dat haar gedachten irrationeel waren, maar ze had nu de controle over ze verloren.

Tegen de tijd dat ze ongeveer halverwege het studentenhuis was, bonsde Trudy’s hart en was ze bijna aan het hyperventileren. Ze vroeg zich nu af wat het voor zin had gehad om zichzelf zo te testen?

Ze had gedacht dat haar begeleider verstandig was om aan te bevelen dat ze naar buiten ging. Ze was trots geweest op haar inspanningen. Maar het enige dat ze nu kon doen, was zichzelf doodsbang maken.

Ik kan het net zo goed opgeven, dacht ze. Ik moet gewoon binnen blijven,

Natuurlijk leek het wegkruipen in een studentenkamer niet echt op een leven. Maar ze herinnerde zichzelf eraan dat er nog ongeveer twee maanden waren voordat ze zou afstuderen. Als ze het tot dan vol kon houden, haar examens kon halen en afstuderen, dan kon ze terug naar huis gaan en daar blijven tot ze het gevoel had dat het veilig was om naar buiten te gaan.

Toen Trudy bij de ingang van het studentenhuis kwam, liet ze zichzelf binnen en bleef net binnen de deur naar adem staan happen.

Eindelijk had ze het gevoel dat ze weer kon ademen.

Terwijl ze naar de kamer liep die ze met Riley deelde, keek ze verder door de gang naar de kamer waar het lichaam van Rhea gevonden was. Ze had het vermeden om door dat deel van de gang te lopen. Ze zag op tegen het idee om gewoon langs die kamer te lopen.

Maar ze herinnerde zichzelf aan het motto van haar begeleider...

‘Bábystapjes.’

Misschien zou ze hier binnen tenminste wat babystapjes kunnen zetten. Misschien was dit een angst die ze nu kon overwinnen. Er waren op dit moment geen andere studenten in de gang die het konden zien als ze faalde.

Trudy liep langs haar eigen kamer en liep door de gang. De gang leek langer te worden terwijl ze verder liep, en de kamer die haar bang maakte, leek zich steeds verder terug te trekken. In plaats van haar tempo te versnellen zoals ze dat had gedaan toen ze van uit de bibliotheek naar huis ging, merkte Trudy dat ze langzamer bewoog.

Ze vroeg zich bijna af...

Misschien kom ik daar nooit.

Maar uiteindelijk stond ze voor de deur die nu twee weken gesloten was. Het leek raar groot en dreigend, als een soort enorme grafsteen. Ze voelde zich klein en angstig door die deur.

Ze wist dat er nu niemand meer in de kamer woonde. Heather was niet naar school teruggekeerd. Ze had haar vrienden, inclusief Trudy, gemaild dat ze een jaar vrijaf van de universiteit ging nemen en zich misschien in de herfst ergens anders aan zou melden. En natuurlijk wilde niemand daarheen verhuizen, althans nog niet.

Trudy vroeg zich af hoe lang het zou duren voordat iemand daar wel weer zou gaan wonen?

Volgend jaar misschien?

Langer?

Trudy kon zich niet voorstellen dat dit snel zou gebeuren. Het zou zeker niet zo zijn totdat alle studenten die momenteel deze verdieping bezetten, weg waren en de vreselijke herinnering aan die nacht met zich meenamen.

Ze vond het vreemd om te denken, dat de moord op Rhea uiteindelijk niets meer zou zijn dan een deel van de geschiedenis van het studentenhuis, een verhaal dat studenten elkaar voor de lol zouden kunnen vertellen, om elkaar bang te maken tot nerveuze giechels en nachtmerries.

Trudy begon zich af te vragen...

Is de deur op slot?

Natuurlijk was het dat, nu de kamer leeg stond en zo.

Ze kon erachter komen of hij nu op slot was, gewoon door haar hand uit te steken en de deurknop te proberen.

Op dat moment schrok ze zich bijna dood van een geluid.

Ze draaide zich om en zag dat Riley uit hun eigen kamer kwam.

‘Hé, Riley,’ riep ze.

Riley draaide zich om en keek verrast toen ze Trudy zag.

‘Hoi, Trudy,’ zei ze.

Trudy en Riley liepen naar elkaar toe.

‘Ik zie dat je terug bent uit de bibliotheek,’ zei Riley. ‘Hoe ging…?’

Riley’s stem vervaagde. Trudy kon vrij goed raden wat ze wilde vragen. Het was vrij duidelijk toen Trudy hun kamer had verlaten dat haar kleine uitstapje ging over haar angsten overwinnen.

Trudy slaagde erin een beetje te glimlachen.

‘Het ging wel goed,’ zei ze.

Ik ben in ieder geval niet vermoord, dacht ze.

Er viel een ongemakkelijke stilte.

Trudy zag dat Riley er heel mooi uitzag, ze droeg een lange, slanke maxi-rok, een eenvoudige blouse met V-hals en laarzen die haar outfit een leuk casual tintje gaven. Ze wilde Riley vragen waar ze heen ging. Maar Riley was de laatste tijd een beetje defensief geweest wanneer Trudy vragen over haar komen en gaan stelde.

Uiteindelijk zei Riley aarzelend: ‘Eh, ik ga gewoon even weg. Ik denk niet dat ik lang weg zal zijn. Ik bel je als ik later ben. Ik hoop dat dat... goed is.’

Trudy huiverde een beetje toen ze zich de scène herinnerde die ze had gemaakt toen Riley de maandag na de moord binnen was gekomen. Ze wist dat Riley de laatste tijd veel meer binnen was gebleven, omdat ze rekening met haar hield.

‘Natuurlijk is het goed,’ zei Trudy. Ze dwong zichzelf tot een lach en voegde eraan toe: ‘Wie ben ik, je moeder?’

Riley lachte een beetje ongemakkelijk.

‘Oké,’ zei ze. ‘Tot later.’

Riley draaide zich om en vervolgde haar weg uit het gebouw. Trudy ging hun kamer binnen, deed de deur achter zich op slot en ging op haar bed zitten.

Na enkele ogenblikken begon ze zich een beetje veiliger te voelen en ademde ze gemakkelijker.

Maar vroeg ze zich af...

Wat zegt dat over mij?

Ze had zeker niet het gevoel dat ze erin was geslaagd om haar angsten te overwinnen.

Gedurende een paar tellen toen ze bij de bibliotheek was had ze gedacht dat ze dat had gedaan. Nu vroeg ze zich af of het haar ooit zou lukken.

Maar zou ze hier in haar kamer opgesloten blijven?

Misschien, heel misschien, zou ze de moed op kunnen brengen om naar de gemeenschappelijke ruimte te gaan om te studeren en een snack te nemen.

Een echt avontuur, dacht ze wrang. Misschien over een tijdje.

Ze vroeg zich opnieuw af waar Riley naartoe zou gaan. Riley leek tegenwoordig anders. Ze leek heel erg afgeleid en sommige van haar gemoedstoestanden leken Trudy donker en vreemd.

Maar, zei ze tegen zichzelf, het was niet alsof haar eigen humeur zonnig en normaal was.

Het was dat boek, dacht Trudy.

Riley besteedde veel te veel tijd aan het lezen van dat boek. Het boek waarvan ze wist dat het in Riley’s bureaula lag, het boek over moordlustige moordenaars.

Waar is ze in haar hoofd mee bezig?, dacht ze.

Trudy herinnerde zich iets dat ze tegen Riley had gezegd tijdens haar emotionele uitbarsting die nacht toen Riley alleen uit was gegaan...

‘Je bent mijn beste vriendin. En het idee om je te verliezen na wat er met Rhea is gebeurd...’

Trudy voelde een knoop van verdriet in haar keel.

Was dat wat er gebeurde?

Verloor ze Riley in zekere zin net zo als dat ze Rhea had verloren?

HOOFDSTUK DERTIEN

Toen Riley het studentenhuis verliet, was de enige auto die ze buiten zag wachten een mooie Ford Mustang. Ze aarzelde even. Het leek haar een behoorlijk stijlvol voertuig voor een student, zelfs voor een rechtenstudent.

Op dat moment stapte Ryan Paige uit de Mustang en zwaaide naar Riley. Hij liep om en opende de passagiersdeur voor haar, hij toonde iets meer galantheid dan ze van jongens gewend was. Ze begon het gevoel te krijgen dat deze avond ongebruikelijker zou worden dan ze had verwacht.

Terwijl Riley naar de Mustang liep en instapte, was ze zich ervan bewust dat Ryan haar met een tevreden uitdrukking op zijn knappe gelaatstrekken aankeek. Natuurlijk bekeek ze hem ook goed. De waarheid was, dacht ze, dat hij maar een klein beetje overdressed was voor zo’n spontane bijna-date, hij had een donker vest over een duur blauw shirt aan die was losgeknoopt bij de kraag.

Ze vroeg zich af of hij misschien een beetje te formeel en ouderwets voor haar smaak was?

Toen Ryan instapte en begon te rijden, vroeg hij: ‘Hoe gaat het met je?’

Riley voelde dat de vraag meer was dan alleen maar beleefd zijn. Ryan wist tenslotte dat ze met Rhea bevriend was geweest en dat ze het lichaam gevonden had.

‘Wel goed,’ zei ze. ‘Het is een rare tijd geweest.’

‘Dat was het zeker,’ zei Ryan. ‘De hele school lijkt een andere plek. Iedereen is zo gespannen en nerveus, en er gaan allemaal geruchten rond. En er is zoveel achterdocht. Ik heb gehoord dat er jongens worden verstoten alleen, omdat ze een beetje vreemd en excentriek zijn, ze worden behandeld alsof ze moordenaars zijn. Het is niet gezond.’

Riley gaf geen antwoord, maar ze was het zeker niet oneens. Ze herinnerde zich dat de politie de arme, onhandige Rory Burdon had ondervraagd. Ze vroeg zich af of hij misschien nu ook met argwaan werd behandeld vanwege het bezoek dat hij van de politie had gehad. Ze hoopte van niet.

Ryan wierp haar een bezorgde blik toe en ze besefte dat ze had zitten fronzen.

‘Oh, het spijt me,’ zei hij. ‘Misschien moet ik niet praten over...’

‘Het is goed,’ zei Riley.

Maar ze gaf zelf geen van haar eigen gedachten over dit onderwerp.

Het was slechts een korte rit naar de Pooh-Bah pub. Toen ze bij de ingang kwamen, opende Ryan natuurlijk de deur voor Riley. Ze was hier nog nooit eerder geweest, maar het was zo chique en duur als ze had verwacht. Het was een beetje een schok voor haar systeem na de vertrouwde armoedigheid van de Centaur’s Den.

De ruimte was mooi verlicht en onthulde gepolijst houtwerk en lederen bekleding. In plaats van het schreeuwende geluid van rockmuziek, speelde er zachtjes jazz muziek. Ryan leidde Riley naar een comfortabele, privézithoek.

Al snel kwam er een jonge vrouw met een wit shirt en een dunne zwarte stropdas om hun drank bestelling op te nemen.

‘Hoi, Nyssa,’ zei Ryan met een glimlach.

‘Hoi Ryan,’ zei de serveerster glimlachend terug.

Riley vroeg zich af of Ryan een vaste klant van deze chique plek was?

Hoe rijk was hij eigenlijk?

De vrouw nam hun bestellingen voor glazen rode wijn op. Na wat voorzichtige verlegenheid begonnen ze een beetje te praten, maar niet over de moord. Wat Riley betrof, was dat een opluchting.

Het duurde niet lang voordat Riley zich behoorlijk op haar gemak voelde met haar date. Ondanks de setting begon hij steeds meer op een gewone man te lijken. En zoals bijna elke man die Riley ooit had gekend, praatte hij graag over zichzelf. Hij slaagde erin om zijn cijfers te vermelden, die natuurlijk uitstekend waren, en dat hij zijn eigen appartement had. Al snel vertelde hij Riley over zijn veelbelovende toekomst, waarvan hij zei dat hij misschien een betrekking op een hoog politiek ambt kon krijgen.

Terwijl ze zijn verhaal aanmoedigde met korte antwoorden, sorteerde Riley automatisch de meer waarschijnlijke van het onwaarschijnlijke. Ze wist beter dan dat laatste stukje over zijn toekomst serieus te nemen. De meeste mannelijke rechtenstudenten die ze had ontmoet, wisten zeker dat ze ooit president zouden worden. Toch kwam Ryan op haar echt hardwerkend en gewetensvol over. Ze twijfelde er niet aan dat hij echt in het leven zou slagen.

Na een tijdje kwam zijn autobiografische preek tot stilstand en begon hij er een beetje beschaamd uit te zien.

Riley was geamuseerd.

Ze kende deze fase van een date, waarin een man zich realiseert dat hij veel te lang over zichzelf praat en het tijd is om wat interesse in het meisje te tonen.

‘Dus,’ zei hij. ‘Psychologie.’

Riley glimlachte hoe hij erin geslaagd was om de vraag in te korten. Volledig dacht ze dat het zoiets zou zijn als...

‘Wat denk je in vredesnaam dat je met een graad in de psychologie kunt doen?’

Hij herinnerde zich tenminste wat haar studiegebied was.

Riley haalde haar schouders op.

‘Ik denk dat ik gewoon in de menselijke natuur geïnteresseerd ben,’ zei ze.

Ryan hief zijn hoofd met belangstelling op.

Hij zei: ‘Misschien de donkere kant van de menselijke natuur, afgaande op je leesgewoonten. Dat boek van Zimmerman dat je aan het lezen was, zag er behoorlijk grimmig uit.’

Riley wist niet wat ze moest zeggen. Ze was eigenlijk zelf verbaasd over de duistere wendingen die haar gedachten de laatste tijd hadden genomen.

Ryan leunde achterover en keek naar Riley alsof hij haar aan het bestuderen was.

Hij zei: ‘Ik vermoed dat je op een of ander moment behoorlijk verontrustende ervaringen hebt gehad; dingen waar je niet vaak over praat. Heb ik gelijk?’

Riley huiverde.

Vanaf de moord op haar moeder tot aan haar moeilijke jeugd en tienerjaren had Ryan absoluut geen ongelijk.

‘Misschien,’ zei ze.

Ryan’s uitdrukking veranderde. Riley voelde dat hij besefte dat hij iets had aangestipt dat ze liever met rust liet en dat hij op zoek was naar een manier om van onderwerp te veranderen.

Dat hoopte ze wel in ieder geval.

Toen zei Ryan: ‘Zeg, vertel eens wat over de dingen die je tot nu toe door je studies over de menselijke natuur hebt geleerd.’

Hij lachte nerveus en voegde eraan toe: ‘Hoe zit het bijvoorbeeld met mij? Ik heb hier de hele tijd als een egoïstische eikel over mezelf zitten praten. Wat ik trouwens hoop dat ik niet ben. Maar je bent vast wel een paar dingen over me te weten gekomen waar ik het eigenlijk niet over heb gehad.’

Riley voelde een vreemde tinteling. Ze moest toegeven dat het een interessante vraag was.

Wat kón ze over Ryan Paige vertellen dat hij haar nog niet verteld had?

Ze zat hem aandachtig te bestuderen.

‘Je kleedt je netjes,’ zei ze en keek opnieuw naar zijn dure blauwe shirt en vest. ‘Maar niet te netjes, niet kakkerig netjes. Je bent geen verwend nest. Als je uit een rijke familie kwam, dan had je er nu al over opgeschept.’

Hij glimlachte een beetje. Riley voelde dat ze tot nu toe gelijk had.

Ze vervolgde: ‘Ik vermoed dat je uit een arbeidersgezin komt. Je vader is misschien een… Wat? Bouwvakker?’

Ryan’s gezichtsuitdrukking was er nu een van verrassing.

Hij zei: ‘Eigenlijk een loodgieter.’

Riley was nu zelf een beetje verrast. Haar gok zat er niet ver naast.

‘En je moeder?’ vroeg Riley.

‘Zeg jij het maar,’ zei Ryan.

Riley dacht even na.

Toen zei ze: ‘Nou, ze is geen huisvrouw. Je gezin heeft het extra inkomen nodig. Een soort van baan voor overdag. Maar geen vaardig werk, zoals je vader... ‘

Ryan knikte en zei: ‘Ze werkt als verkoopster in een wenskaartenwinkel. Ze werkt daar al vanaf het moment dat ik groot genoeg was om naar de kleuterschool te gaan.’

Riley begon deze kleine oefening echt leuk te vinden.

Ze vond het ook leuk wat ze over Ryan te weten kwam.

‘Je leeft behoorlijk goed voor een student,’ zei ze. ‘Je hebt bijvoorbeeld je auto, een mooie Ford Mustang. Maar...’

Ze zweeg even toen ze zich het gevoel van de auto herinnerde.

Toen zei ze: ‘Je hebt het tweedehands gekocht. Of je hebt er goede ruil voor gedaan, misschien een auto die je ouders voor je hebben gekocht als afstudeergeschenk of zoiets. ‘

Ryan’s ogen waren groot geworden.

Ze vervolgde: ‘Je werkt hard en niet alleen tijdens je studie. Ik ben er vrij zeker van dat je tijdens je hele schooltijd hebt gewerkt, je eigen weg hebt gebaand, nachtbaantjes tijdens je bachelor jaren, en je werkt in ieder geval nog steeds in de zomer... ‘

Riley pauzeerde weer en probeerde zich voor te stellen wat voor baan Ryan mogelijk had gehad.

Plots herinnerde ze zich de vertrouwde blik die hij met de jonge vrouw die hen had bediend had uitgewisseld.

En nu realiseerde ze zich...

Nee, het was niet, omdat hij een vaste klant was.

Ze zei, ‘Je hebt hier bij Pooh-Bah’s gewerkt. Ik wil wedden als een barman.’

Riley zag aan Ryan’s geschrokken gezicht dat ze gelijk had.

Ze voelde zich nu behoorlijk opgewonden toen de ingevingen bij haar binnen bleven komen.

‘Je bent een enig kind,’ zei ze. ‘En dat is een deel van de reden waarom je jezelf zo onder druk zet. Je wilt dat je ouders trots op je zijn, omdat je alles bent wat ze hebben. Je streeft naar succes. En je denkt dat de beste manier om succesvol te wórden, is door je succesvol te gedrágen.’

Ryan’s mond was opengevallen.

‘Hoe gaat het tot nu toe?’ vroeg Riley.

Ryan knikte alleen maar met een verbaasde en ongemakkelijke glimlach.

‘Wil je meer horen?’ vroeg ze.

‘Um... Ik denk het niet, ‘zei hij.

Ze schrok nogal van zijn woorden. Hij klonk niet bepaald blij met haar inzichten.

Misschien ben ik een beetje te ver gegaan, dacht ze.

Toen zei Ryan: ‘Vergeet de psychologie. Je zou een politieagent moeten worden.’

Riley voelde zich nu echt gestoken.

Er was een randje in zijn stem die haar vertelde dat hij dat niet op een leuke manier bedoelde.

Hij zei eigenlijk dat ze zeker niet was wat hij had verwacht en ook niet het soort meisje waarin hij geïnteresseerd was.

Wat voor een advocaat, dacht ze...

Wil er tenslotte met een zogenaamde politieagent daten?

Niet dat Riley politieagent wilde worden, totaal niet.

Ze overwoog om het te zeggen, maar dacht er al snel anders over.

Ik heb al teveel gezegd, dacht ze.

Riley en Ryan dronken hun drankjes vrijwel in stilte op. Geen van beiden noemde de mogelijkheid van een diner en een film aan het einde van de week. De waarheid was, Riley voelde dat dat maar goed was. Ryan was duidelijk een bijzonder onzekere jonge man, en hoewel ze zich erg tot hem aangetrokken voelde, dacht ze niet dat hij bij haar paste.

Terwijl Ryan haar naar huis reed, herinnerde Riley zich de stroom inzichten die ze eerder had geuit.

Waar kwam dat allemaal vandaan? vroeg ze zich af.

Ze had altijd geweten dat ze behoorlijk opmerkzaam was, maar dit soort gedrag was nieuw voor haar. Vooral het gedeelte waar ze iemand vertelde wat ze over hen dacht te weten.

Toen Ryan voor het studentenhuis stopte, maakte hij zijn veiligheidsgordel los alsof hij haar naar de deur wilde brengen, puur voor haar veiligheid dat wist ze zeker. Een nachtzoen was zeker niet in de maak.

‘Het is oké, het gaat wel,’ zei ze, terwijl ze alleen uit de auto stapte.

Ze liep het studentenhuis in en keek door de glazen deur naar buiten terwijl Ryan in zijn mooie Ford Mustang wegreed.

Ze voelde zich plotseling vreselijk verdrietig.

Het leven was zoveel veranderd sinds Rhea was gestorven.

Riley wist dat ze zélf was veranderd en ze veranderde nog steeds op manieren die ze niet leek te kunnen voorspellen.

Wat betekende dit alles voor haar toekomst?

Ze zuchtte en terwijl ze naar haar kamer liep, was ze maar van één ding zeker...

Hoe die toekomst er ook uitzag, Ryan Paige zou er geen deel van uitmaken.

Yaş sınırı:
0+
Litres'teki yayın tarihi:
15 nisan 2020
Hacim:
271 s. 3 illüstrasyon
ISBN:
9781094304588
İndirme biçimi:

Bu kitabı okuyanlar şunları da okudu